Henneman of Heijmans  

 

Jacob Henneman  -  MIMI (2)

Het is alweer de tweede dag dat Mimi aan mijn zorg is toevertrouwd. Mijn onbestemde gevoel is wel iets minder geworden, maar zeker nog niet helemaal verdwenen. Net zo min als mijn huismuisje, want het muisje heeft zich vanmorgen (het was nog heel erg vroeg) weer even laten horen. Het was tegen vieren toen ik wakker werd van een geluidje dat verdacht veel leek op het geluid van een knagend beestje, dat bezig was om zich uit te leven op mijn bezittingen. Even later moest ik vaststellen dat het hier ontegenzeggelijk ging om mijn eigen huismuis. Mimi had er blijkbaar geen hinder van, want die was in een diepe slaap en ronkte tevreden, en ontspannen in haar “Princesse mandje”. Zelfs toen ik kruipend door mijn woonkamer op onderzoek ging bespeurde ik geen enkele reactie bij de poes van de buurvrouw. Ondanks het tijdstip wilde ik weten waar die kleine onverlaat mee bezig was en wat voor vernielingen het ondertussen had aangericht. Met mijn schijnwerper speurde ik in het rond. Er was geen enkel tastbaar noch zichtbaar bewijs te vinden behalve dan de drie keuteltjes die netjes gerangschikt onder de kast waren neer gedropt. Precies bij de plint, waarvan ik al tijden het vermoeden heb dat daarachter wel eens de geheime schuilplaats van mijn huismuisje kon zijn. Ik heb al eens een keer overwogen om deze pint te verwijderen, maar ik weet van een vorige keer dat dit niet zo maar zonder slag of stoot te doen is. De plinten zijn op de een of andere manier met de wand verlijmd en de gevolgen van het verwijderen (dat met het nodige geweld gepaard gaat) van zo’n plint laat heftige en vooral diepe sporen na. Ik realiseer me maar al te goed, dat in dit geval de oplossing erger is dan de oorzaak. Dus vooral om die reden heb ik tot nu toe afgezien van deze rigoureuze aanpak en het gelaten zoals het is.
Omdat er niets te ontdekken viel besloot ik om mij terug te gaan naar mijn slaapkamer. Ik had amper mijn horizontale stand weer aangenomen, of het geknaag begon opnieuw. Ondanks dat buurvrouw mij had aangeraden mijn slaapkamerdeur dicht te houden en daarmee eventueel ongewenst bezoek van Mimi te voorkomen, had ik deze raad in de wind geslagen. En vooral dankzij deze eigenwijsheid kon ik nu in elk geval waarnemen dat muisje weer terug was en dat Mimi (nog) niets meer voor mij kon of wilde betekenen, dan dat ze de poes van de buurvrouw was. Niets meer en niets minder. Het beest voelde zich blijkbaar niet geroepen om tot welke actie dan ook over te gaan. Sterker, toen ik maar weer was opgestaan en mezelf naar de huiskamer had gesleept, lag Mimi zich ongegeneerd uit te rekken, zodat ze bijna uit haar mandje kieperde. Ze keek mij daarbij verwijtend aan alsof ze zich afvroeg of ik me wel helemaal lekker voelde om haar telkens in haar nachtrust te komen storen.
Muis was ondertussen druk bezig om zich ergens toegang toe te verschaffen door het wegknabbelen van obstakels waarvan ik geen enkel idee had, wat en waar dat die zouden kunnen zijn. Het geknaag leek vanonder de kast te komen, ergo vanachter de eerder genoemde verdachte plint. Ik kroop op mijn knieën naar de kast en liggend op mijn buik klopte ik tegen de plint. Het geknaag hield zowaar op, tenminste voor eventjes, want een paar tellen later ging het knagen weer rustig en vol overgave verder.
“Muisje moet doof zijn,” bedacht ik. “Of gewoon hondsbrutaal.”
Mimi deed een gaapje van verveling en ik zag aan haar lichaamstaal dat ze de kans op succes van de door mij ondernomen actie niet bijzonder hoog inschatte.
‘Stomme poes,’ mopperde ik.
‘Miauw,’ antwoordde ze en ze draaide zich van mij af en sliep verder.
Ondertussen knaagde muisje vrolijk door.
Ik probeerde het opnieuw met een pantoffel en nu leek mijn actie meer succes te hebben. Het werd stil en het bleef stil. Ik wachtte vijf minuten en maakte me op om mijn nachtrust te hervatten, Echter, Mimi was ondertussen blijkbaar toch tamelijk geïrriteerd geraakt.
Buurvrouw had me hier ook nog zo voor gewaarschuwd.
“Jacob, zorg er voor dat Mimi het naar haar zin heeft, anders kan ze verdraaid lastig worden,” had ze gezegd. Haar woorden waren als krassen in de lak van een nieuwe auto, onverbiddelijk en onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift. De hele dag moest ik aan buurvrouw ’s woorden denken en het maakte me vooral opstandig en verdrietig en onzeker. Elk moment van de dag probeerde ik me een voorstelling te maken, wat er dan wel zou kunnen gebeuren als Mimi het niet naar de zin had. Buurvrouw had er nogal schimmig over gedaan. Nou ja, ze had wel verteld dat het maagje van Mimi door een overdosis stress van streek kon raken, en daarmee ook haar darmpjes, met alle gevolgen van dien. Maar verder had buurvrouw er niets over gezegd.
Mimi strekte zich uit en maakte rare ongecontroleerde peristaltische bewegingen en kwam vervolgens tergend langzaam overeind waarna ze zonder een enkel voorbehoud of gene naast haar mandje poepte en mij daarna verwijtend aankeek. Met een blik van; “Zo heb je nu je zin?’
Ze keek nog een keer achterom, beoordeelde goedkeurend haar productie en likte vervolgens zorgvuldig de onderzijde van haar staart schoon. Het was kwart voor vijf in de ochtend. Daarna rechtte ze haar rug en kroop terug in haar poezenmandje. Ze draaide vervolgens met veel verwijt haar rug naar mij toe en liet het stinkende hoopje derrie aan mij. Het was blijkbaar mijn taak en vooral ook in mijn belang om van dit (mis)baksel af te geraken. Muis had blijkbaar medelijden met me. Of misschien had muisje het onraad al van ver af geroken en liet het daarom het knaagwerk maar voor wat het was. Het bleef in elk geval stil van onder de kast.
Daar zat ik dan. Klaar wakker en met een gefrustreerde poes in de poezenmand en een muis die blijkbaar even een time-out had genomen.
Mijn maag voelde zich ook niet helemaal happy onder het ruimen van door poes geproduceerde hoopje ellende. Met de nodige moeite en met de kiezen op elkaar heb ik het plekje opgeschoond. Het was vijf over vijf toen ik weer in bed stapje.
Muis is niet meer terug geweest. Ik werd om kwart voor negen wakker en zag dat Mimi zonder dat ik het had gemerkt een plek had gevonden aan het voeteneinde van het bed.
Buurvrouw had me nog zo gewaarschuwd, ook hiervoor.

 J. Henneman