1.  

Henneman of Heijmans  

 

Jos  Heijmans     Circus

Zo langzamerhand begint het weer te kriebelen. We zitten in de aanloop van de Kamerverkiezingen van 2017. De stoere taal vliegt over tafel en over mijn flat-screen en de partijleiders vangen elkaar de vetste vliegen af. Zelfs de premier laat zich niet onbetuigd. Kortom, het circus is weer bijna in het land. Terwijl men in Zaandam worstelt met vloggende weerbarstige jongeren, die blijkbaar zichzelf willen bewijzen in een maatschappij die op voorhand niet vóór hen is ( en dit gedrag helpt daar ook niet echt aan bij) en die blijkbaar “moed” putten uit het tiranniseren van de medeburgers in hun wijk, vragen politici en leiders zich op teevee af, wat ze er aan moeten doen, en vooral hoe het toch zover heeft kunnen komen. Midden zestiger jaren vroeg men zich dat ook af. Provo’s, nozems of hoe het destijds ook allemaal werd betiteld. De gevestigde orde tegen de losgeslagen (ontevreden en vooral niet gehoorde) jeugd. Met stenen gooiend, schimpend, brandstichtend, barricades opwerpend en woningen krakend, trok “het tuig” door Amsterdam en de andere grote steden. Hoe had het zover kunnen komen? Een eenvoudige vraag, die alles in zich heeft om prompt de vinger op de zere plek te kunnen leggen. Want… waar zat iedereen, waar was iedereen mee bezig, dat ze dat niet hadden zien aankomen? Hoe was het in hemelsnaam mogelijk dat men zich geen enkele voorstelling had kunnen maken over wat er eigenlijk leefde en wat die jongeren destijds zo dwarszat. Rotzooi trappen is nooit te tolereren, mensen terroriseren en tiranniseren is niet goed te praten. En zich af keren van een maatschappij is nou niet de meest constructieve manier om met elkaar om te gaan. Maar… hoe kom je anders in het nieuws, hoe krijg je anders een podium? Blijkbaar is “oproer” nog steeds de meest effectieve manier, ondanks allerlei goede bedoelingen van wijkraden, jeugdzorg, begeleiders en pedagogen en andere deskundigen. Hoe je er ook naar kijkt, het loopt opeens gewoon uit de hand, niets meer of minder en dat komt vooral omdat de politiek en de bestuurders het uit de hand laten lopen.
Toen Peter R. deze week deze week met een kleine honderddertigduizend handtekeningen aandacht vroeg voor het internetpesten stond er een onwennige delegatie op het Binnenhof klaar om de handtekeningen in ontvangst te nemen. Ene mevrouw Helma N. lichtte toe dan ene Jelle ze wel eens zou gaan tellen en dat het probleem blijkbaar wel leefde, dat probleem van internetpesten. Dit initiatief van Peter R. is een goede zaak en ik vertrouw er op dat hij mevrouw Helma en daarmee de hele delegatie blijft “volgen”. Wat ik overigens wel raar vind, is dat mevrouwtje Helma constateert dat het blijkbaar wel een probleem is, en dat het blijkbaar wel leeft onder de mensen. Beste mevrouw Helma, waar was u de laatste tijd? Geen kranten gelezen, geen teevee gekeken, niet met mensen gesproken, geen contact meer gehad met de mensen die u indertijd hebben gekozen?
Midden zestig. De arrogantie van de politiek en de bestuurders, die ze verbaasd doet zijn over wat er toch allemaal speelt onder de bevolking, is bizar. Tweeduizendzestien, het gaat er nu niet anders aan toe als toen. Of het nu jongeren zijn in Zaandam of nozems en provo’s in Amsterdam of de toename van internetpesterijen, het blijft blijkbaar lastig voor bestuurders en politici om daar naar te kijken en dan vervolgens ook nog om actie te ondernemen. Verbaasd vragen ze zich af wat er allemaal aan de hand is en hoe het zo ver heeft kunnen komen. Volgens mij is het niet meer dan gespeelde verbazing, en is het niet meer en minder dan ordinaire volksverlakkerij. Zeker met het oog op aanstaande verkiezingen gaan de ogen plotseling wel open? Nu worden er opeens wel via de diverse media plannen en ideeën en voornemens het land in geslingerd. Zelfs hier en daar valt zelfs actie te bespeuren.
Met verbijstering volg ik ook de strijd om het presidentschap van de U.S.A, de meerkamp tussen Hillary en Donald. Het is of ik naar een zeer matig Disney-filmpje zit te kijken. Katrien (Dazzled) Duck versus die valse eend Donald, die schreeuwlelijk. En het volk kijkt geamuseerd toe. Over een paar maanden weten we hoe het is afgelopen, en wat mij betreft worden de afleveringen nog steeds uh… “amusanter”. Maar als er een eind aan is gekomen, en de werkelijkheid van de dag weer voorop staat, dan mag ik ook hopen dat Amerika zich realiseert waar het achteraan heeft gelopen.
Kortom het circus is weer in het land, nu in Amerika en volgend jaar in ons eigen landje. De “artiesten” presenteren zich alvast en vertellen wat ze allemaal wel ( en niet wat ze niet) kunnen. Maar als het circus weer vertrekt, dan zal het weer stil worden, totdat er weer een of andere groep vraagt om te worden gehoord, en dan zal er weer iemand op de buis verschijnen die zich afvraagt hoe het kan en dat er iets moet gebeuren. Ooit… op termijn, en weer wordt er vervolgens niks opgelost, Nee, daarvoor moet eerst het circus weer in het land zijn.
 

 Jos Heijmans