Henneman of Heijmans  

 

Jacob Henneman  -  MUISJE

Ik heb een muis. Weliswaar een kleintje, maar een muis is een muis. Niet dat ik het beestje heb gevangen, want blijkbaar heeft de jonge onverlaat eieren voor zijn geld gekozen en het lijkt er op dat hij in elk geval tijdelijk mijn habitat heeft verlaten.
Hierbij een korte bloemlezing van de acties die ik tot nu toe heb ondernomen om tot dit succes te komen.
Ik zal beginnen met mijn laatste poging. Ik heb zorgvuldig een mopje pindakaas op een diervriendelijk muizenvalletje gelegd en tot dusver is er geen enkele ontwikkeling. Ik ben niet zo voor dit geweld, maar ik heb het valletje aangeschaft, eenvoudigweg omdat ik ten einde raad was. De verkoper heeft me verzekerd dat het een diervriendelijk type valletje is. Het muisje zou tijdens het ontvreemden van de pindakaas lichtjes worden aangetikt en zich vervolgens realiseren (aldus de verkoper van het valletje) dat het beter voor hem was om het hazenpad te kiezen. Ja, de schrik zou er goed in zitten en het muisje zou zich (voorlopig)niet meer laten zien. De jongeman die mij het valletje heeft verkocht, maakte op voorhand een niet al te “betrouwbare” indruk. Zijn veel te wijde dwarsgestreepte shirt en zijn half korte spijkerbroek met scheuren, opgeteld bij het ietwat pokkerige gelaat en het half afgemaakte kapsel, deed mij tot conclusie komen dat ik hem stevig aan de tand moest voelen over zijn bewering, maar hij bleef voet bij stuk houden een drukte mij op het hart dat de muis zich absoluut niet meer zou vertonen, voorlopig dan. Toen ik hem vroeg of het muisje bij het toeklappen van het valletje, en in geval dat hij daarbij de klem niet volledig zou kunnen ontwijken, schade op zou kunnen lopen, keek de verkoper mij aan en haalde zijn schouders op
‘Hoe bedoelt u meneer?’ vroeg hij.
‘Nou stel dat het muisje in het valletje bekneld raakt… Wat dan?’ vroeg ik hem.
‘Dan heeft hij domme pech, want dat is absoluut niet de bedoeling. Daarom is het ook een diervriendelijk valletje. Anders kunt u er net zo goed zo’n ouderwetse neerzetten. U weet wel van die houten dingen met zo’n stevige veer. Als daar een muis even niet goed oplet, dan kan zomaar het hele achterlijf van het voorlijf worden gescheiden. Klats…boem, dan heb je zomaar opeens een muis in twee delen.’
‘En dat kan bij deze niet?’ vroeg ik hem.
‘Nee, in principe niet. Het veermechanisme is niet zo sterk afgesteld als bij die andere valletjes. Nee, deze valletjes hebben dat niet. Legt u uw vinger er maar eens tussen…’ vroeg hij met een stalen gezicht.
‘Ja daag… ik ben gekke Henkie niet,’ antwoordde ik, waarop de jongeman zonder commentaar het valletje zette en vervolgens zonder blikken en blozen zijn vinger op het plekje neerlegde, waar het stukje kaas of spek zou komen te liggen.
‘En nu even tegen dat palletje drukken meneer,’ zei hij en hij wees naar een klein uitsteeksel aan de zijkant van het valletje.
‘Tsjak… klonk het.
‘Zonder blikken of blozen ontdeed de jongeman zijn wijsvinger van het valletje en liet mij vol trots zijn vinger zien, die volgens mij toch wel duidelijke afdrukken van het klemmetje had.
‘Er daar voelde je niets van?’ vroeg ik vol wantrouwen.
‘Nee, nou ja niets… Je voelt een klein tikje, maar dat is te hebben,’ was het antwoord van de verkoper.
‘Nou dan ga ik het er maar mee proberen,’ zei ik.
‘Mooi,’ antwoordde de jongeman. ‘Gaat het zo mee of…?’
 
Ik heb het valletje gezet, maar zoals verteld, is er tot nu niets gebeurd. Bij eerdere pogingen wist ik hoe de vlag er bij hing. Bijvoorbeeld, toen ik het gaatje had gedicht, waarvan ik het vermoeden had, dat het de toegang vormde tot mijn domicilie. De dag na de blokkade, eigenlijk al binnen 24 uur was hij er weer. Vrolijk scharrelend en af en toe opkijkend of ik nog betere ideeën had.
Bij een andere poging had ik een plankje met kleverige stroop ingesmeerd en daarop een heerlijk stukje brie neergelegd. De volgende morgen was de brie weg en kwam ik tot de conclusie dat de stroop niet kleverig genoeg was geweest. Toen ik deze poging herhaalde met langzaam drogende superlijm bleef de brie op z’n plek, maar miste ik vervolgens wel een aantal toastjes uit het pakje dat op het regaaltje naast de keukenkast lag. Blijkbaar had dit de voorkeur boven het vooruitzicht op plakkerige pootjes, of misschien was het muisje toe aan iets anders dan brie. De gebruikte lijm was overigens wel biologisch afbreekbaar.
Een poging met een stukje oude kaas aan het eind van de binnenkant van een fles was ook geen succes. Het draadje dat ik aan het kaasje had bevestigd en waarvan ik aannam dat bij het betreden van de flessenhals het draadje de afsluiter in beweging zou brengen, bleek door het muisje volkomen genegeerd te zijn. Ergo, de kaas was weg, en het draadje onaangedaan. Het was om moedeloos van te worden. Mijn volgende poging, voordat ik over ben gegaan tot het geweld van een muizenval vond ik zelf getuigen van een zekere genialiteit. Ik had een latje op een emmer gelegd en wel zo dat het exact in balans was met het stukje spek met pindakaas, dat aan het eind van het latje lag. Tegen de zijkant van de emmer had ik een andere lat gezet, zodat de muis via deze lat de rand van de emmer kon bereiken. Ik zag het helemaal voor me. De muis zou omhoog klimmen via lat 1 en bij het betreden van latje 2 zou hij de lekkernij zien. Daarna zou hij zich in de richting van de lekkernij begeven en vervolgens zou het latje onder het gewicht van het muisje de balans verliezen en met muis en al in de emmer kieperen. En dan was er geen weg meer terug, want de plastic emmer bood volgens mijn inzicht geen enkel houvast om nog hieruit te kunnen ontsnappen. Het resultaat…? Spek weg en muisje weg. Latje 2 had weliswaar zijn werk gedaan, maar door rechtop te blijven staan tegen de binnenkant van de emmer, had deze lat 2 de muis de mogelijkheid geboden om te kunnen ontsnappen.
En zoals gezegd, toen is het diervriendelijke valletje gekomen. Wie niet horen wil, die moet maar voelen en dat geldt ook voor muisjes.
Het door mij aangeschafte muizenvalletje staat sinds drie dagen op scherp, maar geen muis te zien. Misschien heeft de muis het opgegeven of is hij mijn spelletjes even zat. Of misschien zit hij wel ergens op een plekje af te wachten of ik nog een andere onbenullige uitdaging voor hem in petto heb.
Nou ik kan ‘m verzekeren dat als hij zich weer een keer vertoond, ik het geweld niet zal schuwen, want ik heb de buurvrouw gevraagd of ik in dat geval haar poes een paar dagen mag lenen.
‘Geen enkel probleem Jacob,’ zei ze terwijl ze haar glas Rivella leegdronk. ‘Het kan volgende week al, want dan ben ik een paar weekjes weg. Dat komt dus goed uit want dan hoef ik Mimi niet naar de opvang te brengen. Dan kan ze hier blijven en is ze goed verzorgd en dan zal die muis er zo vandoor zijn. Mimi is goed in het vangen van muizen.’
‘Prima,’ zei ik. ‘Mooi, en natuurlijk zal ik goed voor haar zorgen.’
Ik verdenk het muisje er van dat het met een glimlach om zijn snuitje het een en ander heeft aangehoord en zich verheugt op weer een nieuw spelletje. Een spelletje van kat en muis.

 J. Henneman