De 133 gedachtenkronkels van de wonderlijke Boris Borowitsj

 


Kronkel  26  1935 De Vijf Zonsverduisteringen

 


De maan ontneemt de aarde het licht

Beetje voor beetje, stukje voor stukje

Terwijl de zon in alle stilte wacht

Maar de zon weet niet van wijken

En het duister verliest uiteindelijk van het licht

Omdat licht nooit voor duister zwicht

 

De eerste keer

Daarna nooit meer

Als een eenmalig gevaar

Daarna is het voor altijd klaar


 
De tweede keer

Toch wel raar

Niet meer aan gedacht

Het duister komt onverwacht

 

De derde keer

De wereld lijkt wel stil te staan

Alsof er niets meer is, tot niets meer in staat

En het licht in duisternis ten onder gaat

 

De vierde keer

Er valt een stilte, de vogels zwijgen

De straat is leeg, het plein verlaten

In cafés en bars wacht ik gelaten af

 

De vijfde keer

Als de maan het zonnelicht weer breekt

En de duisternis opnieuw het licht verdringt

Dan sta ik op en loop ik door

En kijk ik met een glimlach om me heen

Want ik weet, hoe de maan ook staat

De zon altijd blijft schijnen

Vroeg in de morgen, en  ’s avonds laat

 

 

 han meijs