Zon (2)
Zonnestraal, zonneschijn
Het geelkoperen warme licht kleurt mijn huid fel rood
Langzaam maar vastbesloten kruipt de zomer in mijn lijf
En laat de winter in mij eindelijk verdwijnen
De knoppen worden tot bloemen
Mijn tuin kleurt groen, paars, geel en rood
De vogels vliegen vol van ijver af en aan
En muggen dansen voorzichtig in de zwoele avondlucht
Meisjes in korte rokjes lachen op de terrassen
In kleurige blouses, verborgen achter een zonnebril
Jongens in stoere korte broeken en de armen ontbloot
Genieten van het goudgeel schuimend bier dat de glazen vult
Lopend door de stad proef ik de vrolijkheid
Ik zie een klein meisje met een groot vanille-ijsje
Dat ze van haar moeder heeft gekregen
En een agent die lacht als hij haar blijdschap ziet
Zonnestraal, zonneschijn
Op slag veranderen mensen en ze zijn opgefleurd en blij
En iedereen lijkt vergeten hoe het gisteren is geweest
Want hoera, de grijze dagen zijn voorbij en de lente is in het land
********
Door: Han Meijs