WAS

 

Sneeuwverdriet


Witte dwarrelende vlokken raken geruisloos de grond
En zetten zich op vast en kleuren alles wit
In het park speelt een kind met een hond
Uitgelaten rennen ze samen door de verse sneeuw
 

Uren later is alles bedekt onder een witte deken
En voor even is de stad smetteloos en onaangedaan
Het neonlicht weerkaatst en vormt een mooi contrast
Het is jammer dat het weer zo snel voorbij zal gaan

 
En ook als het later wordt en alles valt stil
Dan dwarrelen nog steeds grote witte vlokken neer
Pas in de morgen en als de stad langzaam ontwaakt
Is de hemel helder en sneeuwt het niet langer meer


Moeizaam en kruipend komt het verkeer op gang
De betovering is verbroken, de droom is voorbij
Sneeuwploegen met zout, zand en schuivers
Maken met veel lawaai de wegen weer sneeuwvrij


Een jongetje kijkt beteuterd naar zijn moeder
Ze legt hem uit dat het echt niet anders kan
Ze troost hem en ze veegt zijn tranen weg
En hij zegt, ‘en toch is het best wel jammer mam’

 

 *******

Door: Han Meijs