WAS

 

Opgeruimd


Het is gedaan, het is weer klaar
We zijn al weer opnieuw begonnen
Met frisse moed en mooie plannen
De kerstballen zitten weer in dozen
En de sparren liggen troosteloos en afgedankt
Opeen gestapeld op het kleine pleintje
Naast de containers met ander afval
Te wachten op de vrachtauto van de reiniging
Die elk moment de straat in kan rijden


Het is klaar  en weer is alles anders gegaan
Plannen bleven voornemens en verdwenen in de tijd
Weggedrukt door een gebrek aan wil of zin
Of gewoon omdat het even niet anders kon
Opgeborgen, weggelegd of misschien vergeten
Wat maakt het uit, deze dag brengt weer een nieuwe kans
Behalve voor de sparren, die troosteloos
En afgedankt, maar vooral geduldig liggen te wachten
Op dat wat komen gaat, klaar voor hun laatste gang


Op het journaal zie ik een huilend meisje, nog een kind
Op zoek naar een schuilplaats voor het geweld
Dat weer opnieuw begonnen is, in alle hevigheid is opgelaaid
Weg zijn de beloften en weg zijn de mooie plannen
Opgeborgen in bureauladen van glanzend notenhout
Ik zie een kind dat vol van angst haar tranen droogt
Het meisje rilt als ze denkt aan de koude kille harten
Van de harteloze leiders die haar vrede hebben beloofd
Maar die niet van wijken willen weten


Het meisje is hooguit elf misschien niet eens
Wat maakt het uit ze heeft al zoveel meegemaakt
Ze heeft al zoveel ellende gehoord en ook gezien
Ze zal haar leven lang de beelden niet vergeten
Het recht om onbezorgd kind te zijn is haar ontnomen
Van haar afgepakt zonder pardon met grof geweld
Haar jeugd is al voorbij voordat die ooit beginnen kon
Wat zou haar wereld anders zijn als de sparren bij het plein
Een  kans zouden krijgen om opnieuw te leven


Ze zouden vergeten zijn dat het ooit Kerstmis is geweest
Dat ze zijn gebruikt en dat ze zijn afgeschreven
Dat ze zijn weggegooid en bij het afval neer gezet
De doden zouden opstaan en kinderen zouden juichen
En ze zouden allemaal nieuwe kansen krijgen
En weer volop kunnen lachen om elke grap
Ze zouden gelukkig zijn en zorgeloos genieten
Ze zouden het leven weer liefhebben en er in geloven
Ze zouden hun angsten weer snel vergeten zijn


Maar het is een droom die nooit werkelijk wordt
Een droom die wordt neergeslagen door de beelden van kinderen
Die huilend op zoek zijn naar een schuilplaats
En vluchten voor het geweld van mannen en vrouwen
Die leven in veilige warme huizen, ver weg van het pleintje
Waar stapels sparren liggen te wachten op de auto
Die elk moment de straat in kan rijden
En de klok tikt de dag voorbij
De zon gaat langzaam onder, de avond valt

 *******

Door: Han Meijs