De 133 gedachtenkronkels van de wonderlijke Boris Borowitsj

 

Kronkel  108  Afstand nemen

Afstand nemen

Boris heeft samen met Francis zijn eenentachtigste verjaardag gevierd in een kleine bistro in het centrum van Parijs met een bescheiden diner en onder het genot van een goed glas rode wijn. Boris maakt nauwelijks nog schilderijen, maar ondanks dat kunnen ze samen nog prima leven van de opbrengst van de eerder verkochte werken. Francis probeert zo af en toe nog wel het nog onverkochte werk van Boris aan de man te brengen, maar veel brengt dat niet en het gaat haar dan ook steeds moeizamer af.
Boris en Francis zijn samen gelukkig en tevreden met wat ze hebben en dat is voor beide meer dan ze ooit nog hadden durven dromen. Ze verblijven veelal in hun appartement waar Francis meestal naar muziek luistert. Boris leest veel en schrijft soms nog  gedichten of korte verhalen. Heel af en toe  gaan ze naar het centrum van Parijs of Montmartre  of ze wandelen een stukje door een van de parken. Ze  realiseren zich dat hun wereld steeds kleiner wordt, maar ook dat hun interesse zich steeds meer beperkt tot wat zich vooral in hun eigen begrensde omgeving afspeelt.


Afstand nemen

 

Ik kijk en wend mijn hoofd

Ik luister en sluit mijn oren

Ik spreek zonder woorden

En ik sluit mijn lippen

 

Ik huil zonder tranen

Ik lach zonder plezier

Ik rouw zonder verdriet

En ik geniet zonder genot

 

Ik vrees zonder angst

Ik prijs zonder waarde
 
Ik eet zonder honger

En ik doe zonder reden

 

Ik haat zonder haat

Ik heb lief zonder liefde

Ik leef zonder leven

En ga dood zonder te sterven


 
De veilige afstand van hier naar daar

Wordt steeds kleiner en vervliegt

De marge tussen het naderend ouder worden
 
En een voorbije jeugd is bijna verdampt

Stilzwijgend opgegaan in voorbije jaren
 
Is er geen morgen noch een gisteren

En het is alleen vandaag dat telt

Ruim de moeite om door te leven

Niet teveel, niet te weinig

Maar uiteindelijk steeds genoeg

Want ik weet voor de toekomst

Is het nog veel te vroeg

En ook voor wat gisteren was

Is het nu echt veel te laat

 

De bloem opent haar bloem

Zonder er iets voor terug te vragen

Ze schenkt haar schoonheid

En kent geen prijs voor dat moment

 

Ik verman mezelf en koester wat ik heb

En neem en geef wat mij nog rest

En als de avond komt, sluit ik de luiken

En laat ik de duisternis toe van de nacht

Ik leg me neer en omhels mijn dromen

Totdat een vogel de vroege ochtend roept

En mij vertelt dat een nieuwe dag begint

Een dag waarop ik niets verwacht

En ik vastberaden afstand neem

Van wat kan zijn, en wat nog komt

En tevreden neem ik wat ik nog krijg

En geef ik in vrede wat ik nog heb

Elke nieuwe dag ben ik die bloem

En vraag niets voor wat mij is gegund

 

 

han meijs