De 133 gedachtenkronkels van de wonderlijke Boris Borowitsj

 

Kronkel  104  Angst

 

Francis heeft op een avond over haar jeugd verteld. Over haar leven op het platte land in Normandië. Over haar eenzaamheid en over het gevoel om anders te zijn dan de anderen. Ze wilde graag studeren, maar er was geen geld noch de interesse van haar ouders. Er moest gewerkt worden om de oogst binnen te halen, of om de stallen schoon te houden. Toen is op een dag in september de pastoor naar de boerderij gekomen en twee weken later werd Francis door die pastoor naar een klooster gebracht. Hij legde haar uit dat ze hier in alle rust kon studeren, want hij had gehoord dat ze dat zo graag wilde. Ze was vijftien.

‘Weet je Boris, ik had geen inspraak nog keuze. Ik wilde dit niet. Ik wilde weliswaar studeren, maar niet op deze manier. Ik was gelovig, maar ik wilde niet de hele dag bezig zijn met God en bidden.
Na een jaar mocht ik van de abdis een week naar huis. Ik ben niet gegaan. Tenslotte ben ik opgenomen in de congregatie. Ik was twintig en ondertussen wereldvreemd geworden en ik durfde niet meer naar buiten.
Dat heeft heel erg lang geduurd…heel erg lang.’

 

En nu zie ik


Weet je wat het is

Hoe het voelt

Ken je de pijn

Om anders te zijn

 

Zoek je het waarom

Zoek je het antwoord

Of mijd je de vraag

En kijk je naar de overkant

 

Wie ben je

Waarom ben je hier

Wat is het doel

Waarom ben je bang

Wat is je angst

Vrees je God

Vrees je de liefde

Vrees je de haat

Vrees je elk geluid

Dat weerklinkt in de straat

Waar ga je heen

Wat is je keuze

Of doe je maar alsof

En onderdruk je elk gevoel

 

Sluit niet langer je ogen

Kijk naar de hemel

Zoek de vrijheid

Verwarm je aan de zon

Hoe vaak heb je het niet gezegd

Hoe vaak heb je het niet gehoord

Hoe vaak wilde je het anders

Hoe vaak bleef het zoals het was

 

En toch…

Ik sta op en val

Ik richt me op en buig

Ik probeer en verzaak

Ik heb lief en ik haat

Ik omarm en laat los

Ik omhels en duw weg


Want…

Ik weet dat ik anders kan

Ik weet dat ik anders wil

Ik weet dat ik anders ben

Ik weet dat ik anders voel

Ik weet dat het anders moet

 

Dus…

Ik heb lief

En overwin

Ik kijk

En ik zie

Ik hoor

En ik luister

En ik voel

Ik koester

En ik geniet

Ik zoek

En ik vind

 

Maar hoe vaak wilde ik het anders

En hoe vaak bleef het zoals het was

Mijn gevecht, mijn ongewisse leven

Totdat jij me zag en tegen me zei

Schuil bij mij, geef mij je angst

Tot het onweer over is gedreven
 
En samen zoeken we de zon

Het kan niet lang meer duren

Want ik hoor de vogels in de lucht

En ik zie de eerste zonnestralen

Die glinsteren door mijn tranen heen

 

 

han meijs