De 133 gedachtenkronkels van de wonderlijke Boris Borowitsj

 

Kronkel  80  De stilte

Sinds zuster Nicolette de verzorging voor Boris heeft overgenomen is er veel voor hem veranderd. Hij was gewend om een kort praatje te maken met zuster Christina, maar zuster Nicolette houdt zich aan de regels van het klooster. Ze wisselt geen woord met Boris en alleen door middel van gebaren maakt ze hem duidelijk wat het doel is van haar bezoek, als dat afwijkend is dan het brengen van de dagelijkse maaltijd. Ook omdat Boris al maandenlang niet meer buiten is geweest, is hij min of meer ontwend geraakt aan geluiden. Soms praat hij in zichzelf en daarbij valt hem op dat het geluid van zijn stem steeds doffer lijkt te klinken. Het is alsof het zijn stem niet meer is, die hij in zijn hoofd hoort. Omdat Boris geen andere referenties heeft dan de geluiden die hij zelf voorbrengt, tikt hij dagelijks met zijn lepel op de rand van zijn tinnen bord en daarbij constateert hij dat ook dit geluid t steeds doffer wordt. Ook heeft hij het gevoel dat hij steeds meer moeite moet doen om het geluid te horen, ook al wordt zijn getik steeds harder. Hij heeft dit ook tegen zuster Nicolette gezegd, maar die heeft er niet op gereageerd. Ze deed alsof ze hem niet hoorde. Boris realiseert zich maar al te goed dat hij langzaam zijn gehoor verliest en hij weet niet wat hij er mee aan moet.
Als zuster Nicolette hem zijn dagelijkse voeding brengt en ze hem weer negeert, grijpt hij haar vast. Ze schreeuwt het uit, maar Boris hoort haar amper. Hij ziet alleen haar mond bewegen en aan haar wilde armgebaren ziet hij hoe heftig haar reactie moet zijn. Nicolette draait zich om en hij ziet dat ze tegen hem uitvalt, maar hij hoort haar niet. Als zuster Nicolette schreeuwend en tierend de cel uit is gelopen, blijft Boris in vertwijfeling achter. Zelfs het dichtslaan van de deur heeft hij niet gehoord en Boris realiseert zich dat hij nu helemaal doof geworden is.

 

De stilte

 

De stilte

Er klinkt geen geluid

Geen vogel nog

Die fluit

 

De stilte

Er klinkt geen stem

Geen woord nog

Dat wordt gesproken

 

De stilte

De draden zijn beschadigd

Alle contact is verbroken

De lijnen zijn dood

 

Mijn brein schreeuwt om geluid

Smeekt om tonen en akkoorden

Maar mijn brein zegt mij

Dat alles wat mij rest

Is de verstikkende stilte

De ondraaglijke eenzaamheid

En alleen de letters op papier

Van de gedrukte en geschreven woorden

Brengen mij nog dat beetje troost

En helpen mij door de dag

 

Maar ik moet

En ik zal

God, ik wil

En ik doe

 

Want al zijn de draden kapot

En het geluid in mijn hoofd verstilt

Met mijn ogen

En met mijn handen

Zal ik opnieuw leren luisteren

En al hoor ik dan alleen

Dat wat ik denk

Ik heb daar vrede mee

En koester dat gevoel

Want nu is het niet langer stil

 

han meijs