De 133 gedachtenkronkels van de wonderlijke Boris Borowitsj

 

 

Kronkel  57  1958 Exodus  (Leo Uris) 

Boris Borowitsj is na het overlijden van zijn moeder opgenomen in het klooster van de zusters van Liefde dat even buiten Parijs is gevestigd.
Zijn moeder heeft een half jaar voor haar overlijden deze regeling met de abdis van de Zusters van Liefde afgesproken. Ze heeft als tegenprestatie een grote som geld op een geheime bankrekening van de congregatie gestort. Haar argument dat Boris absoluut niet zonder “moederliefde” kan, maar vooral de Franse francs hebben de abdis tenslotte overtuigd.
Boris heeft een aparte “cel” in een van de zijvleugels van het klooster en een van de nonnen is belast met zijn verzorging. Zijn bewegingsvrijheid is beperkt en alleen in de middag, tussen half drie en half vier mag hij een uurtje naar buiten, wat zich overigens beperkt tot de binnentuin van het klooster. De rest van de tijd zit in zijn “cel”. Hij krijgt daar zijn (karige) eten en beperkte hoeveelheid drinken. De non die hem “verzorgt” heet zuster Christina en is van boerenafkomst. Ze was zestien toen ze werd opgenomen in de congregatie van de Zusters van Liefde, en nu is ze negenendertig, drie jaar jonger dan Boris. De abdis heeft zuster Christine opdracht gegeven om dagelijks een hoeveelheid kamfer in de thee van Boris te mengen met het doel zijn eventuele seksuele driften af te remmen.
De moeder van Boris heeft de abdis verzekerd dat de levensverwachting van Boris nog hooguit vijf jaar is. Ook dat was voor de abdis een belangrijk gegeven. De aanwezigheid van Boris in het klooster is strikt geheim. Iedere non heeft moeten beloven dat ze zal zwijgen over Boris, en ook in het klooster wordt onderling niet over hem gesproken. In zijn “cel” gaat Boris verder met het schrijven van gedichten. De abdis heeft zijn moeder toegezegd dat Boris twee keer per jaar de Figaro mag lezen. De overige lectuur die hij tot zijn beschikking heeft, zijn alleen de boeken uit de kloosterbibliotheek. Ook door de nonnen in het klooster wordt er van uit gegaan dat Boris verstandelijk nogal beperkt is en daarom wordt hij eigenlijk niet als volwaardig mens beschouwd. Alleen zuster Christina twijfelt en hoewel het strikt voor haar verboden is om contact met Boris te hebben, ontstaat er toch langzaam een zekere band.

Boris heeft op een van de muren geschreven

Geen woord begrepen

Van de taal

Die jij spreekt

En die ik niet kan volgen

 

Wat wil je mij vertellen

Waarom die angst

Ik zie het bloeden van jouw hart

En de vrees in jouw ogen


Onderdruk niet langer jouw gevoel

En kijk vooruit

Want er is geen achterland

En liefde is veel meer dan mededogen

 

Kronkel  57  1958 Exodus  (Leo Uris) 

 

1958 Exodus (Leo Uris)


Waar is mijn beloofde land

Waar staat mijn huis

Waar moet ik in vredesnaam heen

Waar voel ik me veilig thuis

 

Ongewild

Ongewenst

Verdreven en verraden

En niet geliefd, en niet geteld

 

Ik bevaar de woeste zee

En ga over onherbergzaam land

Ik voer mijn oneindige strijd

En bevecht mijn onomkeerbaar lot

 

Verguisd

Vergeten

Genegeerd en ontkend

En geschoffeerd om wie ik ben

 

Ik geloof

Maar heb ook twijfel

Ik droom mijn toekomst

Maar vrees de nieuwe dag

 

Maar ach, ik ga mijn weg

Gewenst of niet

En al ga ik dood, ik zal niet sterven

Want niets kan mij nog langer deren

han meijs