30) Setalla 1997

Het 1997. Begin september. Esther was nog steeds onder de indruk van het bericht dat Prinses Diana in Parijs bij een vreselijk auto-ongeluk om het leven was gekomen. Het bericht had Esther boos, maar vooral verdrietig gemaakt. We waren net na een korte vakantie terug in ons huis in Settala, toen we het bericht hoorden.
We woonden sinds een half jaar in Settala. In het voormalige huis van Francesco en Katarina. We hadden de villa ruim een jaar eerder van ze gekocht. Francesco, Katarina en hun drie kinderen woonden al geruime tijd in Moskou. Wanneer Francesco naar Italië kwam was hij meestal alleen en dan boekte hij bijna altijd een kamer in een hotel in Milaan. Hij vond het jammer dat de villa zo vaak onbewoond was en hij was het er helemaal mee eens toen wij voorstelden om het huis te kopen. We hadden er een en ander aan verbouwd en het zo aangepast dat Esther zich er gemakkelijk met haar rolstoel in kon redden. Elke kamer was toegankelijk voor haar gemaakt en ook de tuin en het zwembad waren aangepast op de mogelijkheden die Esther had.

Het was een mooie avond en we zaten samen in de tuin van de villa.
‘Jay…’ zei Esther zacht, bijna fluisterend.
‘Heb jij je nooit afgevraagd waarom ik mijn moeder zo haatte? Je hebt me dat nooit gevraagd.’
‘Eh nee, ik vond het wel vreemd dat je zo hard tegenover haar was, om eerlijk te zijn. Het hoorde niet bij jou. Maar goed, het was jouw beslissing. Ik vond het ook ten opzichte van Ruth niet helemaal fair van je. Maar zoals ik al zei, je zult er wel je redenen voor hebben gehad.’
‘Mag ik je mijn verhaal vertellen?’ zei ze bijna onhoorbaar.
‘Natuurlijk liefje, natuurlijk wil ik jouw kant van het verhaal horen.’
Er verscheen een flauwe glimlach om haar mond.
‘Misschien dat je daar straks anders over denkt, Jay.’
Ze zuchtte diep.
‘Je weet nog wel dat we indertijd zo maar plotseling zijn vertrokken?’
Ik knikte.
‘Toen ik het bericht kreeg dat ik in Italië mocht gaan studeren, zag mijn moeder weer een nieuwe kans om haar leven een andere wending te geven. Voordat ik het wist was alles gepakt en kreeg ik nog net de kans om mijn eigen spullen bij elkaar te rapen. Met een klein koffertje met wat kleding en wat spulletjes van mezelf werden we door een man die ik niet kende naar Schiphol gebracht. Mijn moeder nam innig afscheid en beloofde hem dat wanneer alles achter de rug was, zij hem zou bellen. Ik begreep er niets van. Ik was zo boos dat ik geen afscheid van jou had mogen nemen, maar mijn moeder beloofde me dat zo gauw we in Milaan waren aangekomen, want daar ging onze reis naar toe, er tijd genoeg was om brieven te schrijven en contact met je te houden. In Milaan kwamen we terecht in een of andere achterstandswijk. Het stonk er en ik vond het er vreselijk. Mijn moeder zei dat het maar voor even was. Ze beloofde me dat we binnen een paar weken naar een ander appartement zouden gaan verhuizen. De eerste avond bleef ze thuis, daarna was ze iedere avond weg. Ze liet me alleen in een verschrikkelijk appartement in een verschrikkelijke omgeving. Ik word weer depressief als ik daaraan terug denk. Ik had geen idee waar we waren en er was niets of niemand die me daarbij helpen kon. Goh, wat voelde ik me eenzaam. Ik heb veel gehuild Jay, zeker als ik aan jou dacht. Ik had je zo beloofd om je niet te vergeten. Om iets van me te laten horen. Na een week of acht werd ik ongerust. Ik wilde maar niet ongesteld worden. Toen ik het aan mijn moeder vertelde werd ze verschrikkelijk boos. Echt heel erg boos. Het maakte me bang Jay.’
Esther nam even een moment rust voordat ze verder ging.
‘Ze zou wel wat regelen. Jay, we woonden in het katholieke Italië, kun je je voorstellen wat ze bedoelde met dat ze wel wat zou regelen. Ik wilde het niet. Mijn moeder werd opnieuw woedend en…’ Esther zuchtte diep.
‘… in ieder geval begreep ze maar al te goed dat ik geen abortus wilde. De maanden die volgden waren moeilijk. We bleven in het vieze appartement wonen, ondanks alle mooie beloften van mijn moeder. Van mijn studie kwam niets terecht. Ten eerste omdat ik zwanger was en ten tweede was er geen geld. Tenminste niet voor mijn studie. Er was net genoeg geld voor eten en huur. Mijn moeder zei dat ze haar best deed en ik niet zo ondankbaar moest zijn. Ze was er bijna nooit. Waar ze het geld vandaan haalde laat zich wel raden. Ze kocht mooie kleren voor zichzelf en heel sporadisch kreeg ik ook wel wat nieuws. Ze zei dat zo gauw mijn zwangerschap voorbij zou zijn, ze het allemaal wel goed zou maken. En dat het nu toch niet veel zin had om geld uit te geven en dan wees ze op mijn groeiende buik. Ik kwam eigenlijk zelden buiten. Ik zat soms op het kleine balkon, aan de achterzijde van het appartement. Maar nooit heel erg lang. De penetrante geur van rottend vuilnis en open riolen zorgden er voor dat ik meestal al weer snel naar binnen ging. Toen ik bijna dertig weken zwanger was, kwam mijn moeder met een voorstel. Er was een klein klooster ergens onder Milaan. Daar kon ik blijven tot na mijn zwangerschap. Ik kon er bevallen en zo zou ik de alle verzorging krijgen die nodig was. Tijdens de voorbije maanden was ik niet één keer naar een dokter geweest. Ik voelde wel dat de belasting voor mijn bekken en mijn heup steeds groter werd. Soms was het bijna niet te verdragen. Ik stemde in met haar voorstel. Met een plastic tasje met daarin wat kleding en verder niets werd ik door een taxichauffeur afgezet bij het kloostertje. Mijn moeder had beloofd dat ze mij later op de dag zou komen bezoeken. Ik sprak ondertussen een beetje Italiaans, maar ook niet meer dan de paar woordjes die ik uit een boekje had geleerd. Ik had in al die maanden daarvoor nauwelijks contact met iemand gehad. Het was een klein klooster, ergens in een afgelegen gebied. Er stonden nauwelijks huizen. In het klooster woonde een gemeenschap van een tiental zusters werd mij verteld door een non van zover ik het kon inschatten, van midden vijftig. Het was niet moeder-overste. Die zou ik pas later ontmoeten. Toen ik vroeg of er nog meer meisjes waren zei ze niets. Ik was net negentien geworden Jay. Eenzaam en doodongelukkig en ik droeg een kindje in mijn buik. De weken die volgden waren op zich wel redelijk. Ik kreeg goed te eten en met name twee jongere nonnen waren heel bezorgd voor me. Ze probeerden me op mijn gemak te stellen. Op een middag moest ik bij moeder-overste komen. Het was een oudere norse vrouw. Ze was kortaf en ze vroeg wat mijn plannen waren met mijn kind. Ik begreep haar niet. Ze liet het erbij. Toen twee dagen later mijn moeder mij kwam opzoeken en met me wilde praten snapte ik het pas. Ze zei dat ik het kindje echt niet kon houden. Ik moest gaan studeren en zijzelf was veel te druk met andere dingen en met de zorg voor ons beiden. Dus een kindje paste daar niet meer bij. Het zou beter zijn dat ik het ter adoptie zou aanbieden en ze zei dat de zusters ons daar wel bij konden helpen. Ik was woedend en zei dat ik dat niet wilde. Ik wilde mijn kindje houden en het zelf opvoeden. Ik wilde een goede moeder voor mijn baby zijn. Mijn moeder stond op en zei dat ik een ondankbaar nest was. Ze kwam naar me toe en sloeg met haar vlakke hand in mijn gezicht en liep naar de deur die ze achter zich dicht smeet.
Toen de eerste weeën kwamen hielpen de twee nonnetjes mij in bed. Ze vertelden dat het beter was dat er een dokter kwam. Even later kwam moeder-overste en een wat oudere man mijn kamer binnen. De man knikte naar moeder-overste en ze knikte terug. Ik begreep het niet. Een van de jonge nonnen vertelde zo goed als ze kon in het Engels dat ik zou worden verdoofd. Dat dit beter voor mij was en voor de baby. Ik wist niet was er ging gebeuren en ik was zo bang.’
Esther pakte mijn hand en ik zag angst in haar ogen. Het leek wel of ze alles opnieuw beleefde.
‘Wil je wat drinken Es?’ vroeg ik.
Ze schudde haar hoofd en ze ging verder met haar verhaal.
‘Ik vroeg naar mijn moeder maar de andere zuster zei dat die er nog niet was. Maar ze zei dat ze wel onderweg was naar het klooster. Ze hadden haar gewaarschuwd dat ik ging bevallen. Ik voelde me wegglijden. Toen ik wakker werd voelde ik verband op mijn buik. Ik vroeg waar mijn kindje was. Niemand gaf antwoord. Ik probeerde te schreeuwen, maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ik was in paniek. Nog nooit was ik zo bang geweest. Even later kwam mijn moeder de kamer binnen. Ze vroeg hoe het met me ging. Waar is mijn kind mama…waar is mijn kind, was het enige wat ik uit kon brengen. Een van de zusters gaf me een spuitje en ik voelde mezelf weer wegglijden. Voor mijn gevoel was het dagen later toen ik wakker werd. Een van de jonge zusters vertelde me dat het woensdag was en dus maar een dag na de geboorte van mijn kind. Even later kwam mijn moeder binnen en ze vertelde me dat op zich alles goed was gegaan en dat ik een gezond kind had gebaard. Toen ik vroeg of het een meisje of een jongen was haalde ze haar schouders op. Ze zei dat ze het niet wist en dat het ook niet belangrijk was. De zusters gingen er voor zorgen dat het kindje goed terecht zou komen. En hoe ik ook schreeuwde en wat ik ook deed, het leek wel of niemand naar mij wilde luisteren. Gortdroog vertelde mijn moeder er achteraan dat de bevalling via een keizersnee was gegaan, omdat het gewoon niet anders kon. Ook al door mijn heupproblemen en mijn instabiele bekken. Ik weet nog dat ik haar aankeek toen ze me dat vertelde. Dat verklaarde in ieder geval de grote hoeveelheid verband op mijn buik. Silvia Silverstein maakte het helemaal bont door er ook nog maar even aan toe te voegen dat ik waarschijnlijk nooit meer zwanger zou kunnen worden. Dat had moeder-overste haar verteld zei ze. Verder kon ze er ook niets over zeggen. Jay, mijn wereld stortte in. Mijn kind was weg en de kans op een nieuwe zwangerschap was mij tegelijkertijd ook maar ontnomen. Ik had mijn moeder wel kunnen vermoorden. De koude kille woorden die uit haar mond rolden hebben diepe littekens getrokken…’
Esther haalde diep adem. Haar borst ging snel op en neer. Ze was emotioneel en het leek dat de boosheid van toen zich weer in alle hevigheid deed gelden.
‘Snap je nu dat ik haar ben gaan haten. Ze heeft Ruth en mij de kans op een normaal leven ontnomen. Ze amuseerde zich met mannen en drank terwijl wij thuis lagen te wachten tot ze thuis kwam. Maar goed dat konden we nog van haar accepteren. Maar dat ze zo mijn leven bepaalde, door mijn kindje en de kans op een nieuwe zwangerschap af te nemen, dat vond ik zo gemeen en dat zal ik haar nooit kunnen vergeven. Toen ik er later ook nog achter kwam dat zij het was geweest die aan de dokter gevraagd had om me tegelijkertijd te steriliseren, omdat gezien mijn gezondheidstoestand het beter was dat ik geen kinderen meer zou krijgen, was het klaar Jay. Ik ben nadat ik hersteld was teruggegaan naar Milaan. Daar ben ik een half jaar later Francesco tegengekomen in een restaurant waar ik probeerde de kost te verdienen. We raakten in gesprek en toen ik hem vertelde over mijn ambities in de modewereld, was hij meteen heel enthousiast en heeft me de kans gegeven. Nou het resultaat weet je. Een paar jaar later zijn we getrouwd. Ik was tweeëntwintig.’
‘Was het liefde?’
‘Voor Francesco? Bedoel je of ik uit liefde met hem ben getrouwd?’
‘Ja.’
‘Ik had iemand nodig die om me gaf en die er voor me wilde zijn. Die mij beschermde en vooral lief en zorgzaam voor mij was. Francesco deed zijn uiterste best.’
‘Hield je van hem?’
‘Niet zoals ik van jou ben gaan houden Jay.’
Ik zweeg. Ik zag dat Esther het moeilijk had. Het was zwaar voor haar geweest om dit allemaal te vertellen. Ik snapte nu ook waarom ze haar moeder zo haatte. Ik kon het nu begrijpen.
‘Jay…?’
‘Ja Es, wat is er? Kan ik nog iets voor je doen?’
‘Wil je niet weten wie de vader is van mijn kindje?’
De tranen blonken in haar ogen. Ze slikte en ik zag dat haar handen trilden.
‘Hoe bedoel je dat Es?’
‘Lieverd, het was ons kindje…’ snikte ze. De tranen rolden over haar wangen. Het leek wel of al het opgekropte verdriet van al die jaren in een keer naar buiten kwam.
‘Het was ons kindje Jay…’ Ze was ontroostbaar.
‘Maar…’ stotterde ik. ‘Maar hoezo…? Ik bedoel hoe kan dat dan?’
Ik was verbijsterd.
‘Ons afscheid, onze picknick…je was zo lief en…’ zei ze huilend.
Ik sloeg mijn arm om haar heen en nu pas begreep ik haar geheimzinnig opmerkingen. Ze wilde mij steeds dit verdriet besparen. Ze had me willen beschermen. Ik voelde ineens haat en een intense afkeer naar Silvia Silverstein. Ik voelde me gebruikt. Zwijgend bleven we elkaar vasthouden. Onze verbondenheid was nooit groter geweest. Het was alsof we net ons kind hadden verloren.
‘Ben je er nog ooit achter gekomen of ons kind een meisje of een jongen is?’ vroeg ik met trillende stem, terwijl ik het antwoord eigenlijk al wist.
‘Nee, ik heb het nog wel geprobeerd. Later met behulp van de advocaten van SFF en met een door mij ingehuurde privédetective. Alles zonder ook maar het geringste resultaat. De administratie van het klooster bleef voor iedereen gesloten. Toen we een van de jonge zusters op het spoor waren gekomen en we ook een afspraak met haar hadden kunnen maken, kwam ze uiteindelijk niet opdagen. Het bleek dat zij zich een paar uur eerder had verhangen. Het enige wat er was gevonden was een briefje met daarop “God vergeef me”. Daar moesten we het mee doen. Dat was mijn laatste strohalm.’
‘Dus het heeft geen zin om verder te zoeken?’
‘Jay, ik heb alles geprobeerd. Ik zou niet weten waar…’ ze maakte haar zin niet af.
‘Ons kindje moet in maart achttien zijn geworden,’ had ik uitgeteld.
‘Zeventien maart. Waar zij of hij ook is, ik hoop vooral dat ons kind gelukkig is,’ zei Esther.
‘Dat vooral.’
‘Ben je niet boos op me dat ik je dit al die jaren heb onthouden. Ik wilde je er niet mee belasten Jay. Wil je dat alsjeblieft van mij aannemen. Ik wilde je geen verdriet doen.’
‘Esther, liefje. Natuurlijk ben ik niet boos op je. Misschien was het beter geweest om mij dit eerder te vertellen. Dan hadden we samen dit verdriet kunnen delen. Maar nu ben ik vooral blij en gelukkig dat je het aan mij hebt verteld. Het brengt me zoveel dichter bij jou.’
‘En mij bij jou Jay. Het is nu ons verdriet en niet langer alleen mijn verdriet.’
‘Ons verdriet liefje, zeker weten.’
Ik schonk nog een glas wijn in we staarden voor ons uit. Mijn liefde voor Esther was nog nooit zo groot geweest.