22) Twijfel tussen twee werelden

Het was ondertussen begin november. Ik had sinds de crematie van Silvia Silverstein nog één keer contact gehad met Ruth. We hadden destijds samen de crematie geregeld en na afloop nog wat gegeten, waarna ik terug was gegaan naar Milaan. Ze had me een kartonnen sigarendoosje met foto’s meegegeven.
‘Dit is onze hele erfenis Jay, dit is alles wat er is, meer is er niet. Neem ze maar mee voor Esther. Op de meeste foto’s sta ik niet en die paar waar ik waarschijnlijk wel op voor kom zeggen me niets. Misschien dat Es zichzelf nog ergens op herkent.’
Ik had het doosje in mijn reiskoffer gedaan en aan Ruth beloofd dat ik het aan Esther zou geven.
Ruth had mij drie weken later gebeld en opgewonden verteld dat ze naar Amerika ging. Ze had een vriendin in Atlanta, die aan haar gevraagd had of ze zin had om een tijdje bij haar te komen wonen. Dat was het laatste wat ik van haar had gehoord. Ik vond het wel wat vreemd, maar realiseerde me ook dat dit wel bij haar paste. Esther had daar ook wel eens over verteld. Ruth kon zomaar verdwijnen om vervolgens tijden later plotseling weer op te duiken.

Esther en ik hadden de laatste maanden nauwelijks een woord met elkaar gewisseld. Alleen wanneer het hoognodig was. En dan ging het vooral over zaken. Verder kwam het niet.
Ze had ook niet meer naar haar moeder geïnformeerd en ik vroeg me af of ze eigenlijk wel wist dat Silvia was overleden. Ik had het haar in ieder geval niet verteld. Ik had de sigarendoos met foto’s nog steeds in een kast in mijn appartement staan.
Laleh had een aanvaring met Esther gehad. Ze waren het samen volstrekt oneens over de voorjaarscollectie.
‘Het wordt er niet gezelliger op Jay. Ik weet niet wat jij ervan vindt, maar als het zo doorgaat dan kap ik ermee. Dat meen ik echt,’ had Laleh tegen mij gezegd. Ik had aan haar haar gezicht gezien dat ze het meende.
‘Ik begrijp je Laleh, maar misschien moet je toch maar even geduld hebben. Ik denk dat het gedoe met Kuhn de langste tijd heeft gehad.’
‘Maar ze is zo onredelijk…’ morde Laleh.
‘Vertel mij wat,’ antwoordde ik, hoewel ik dat eigenlijk niet wilde zeggen.
‘Dus dat vind jij ook?’
Er was nu geen ontkomen meer aan.
‘Ik kan nou niet bepaald beweren dat het allemaal geweldig gaat. Ze spreekt nauwelijks tegen me en als ze wat zegt dan is dat puur zakelijk. Maar ja, het zal wel niet anders kunnen.’
‘Wat maar ja!’ reageerde Laleh fel. ‘We moeten dat zeker allemaal maar accepteren, terwijl mevrouw zich overal afzijdig van houdt. Alleen als er wat te bekritiseren valt, dan hoor je haar. Wij zorgen voor omzet en voor de winst. Zij is alleen maar druk met haar doktertje. Ik baal hiervan Jay, echt het zit me tot hier.’
Ze hield haar vlakke hand tegen haar keel. De felle blik in haar ogen maakten indruk op me.
‘Je bent toch niet boos op mij, hoop ik?’
‘Sorry, ik weet ook wel dat jij er niets aan kunt doen. Maar ik moest even stoom afblazen.’
‘Pak je jas, dan gaan we wat drinken. Bij de Duomo,’ stelde ik voor.
Ze knikte.
‘Misschien is dat wel het beste. Even weg van hier.’

Het was druk op de terrasjes. Het was ook nog een fraaie dag, zo laat in het najaar. De zon maakte de herfstkleuren extra mooi.
‘Word jij nou nooit eens gestoord van Ester?’ begon Laleh.
‘Liefje, nu even geen Esther alsjeblieft. Laten we het over iets anders hebben. Hoe is het met je familie?’
Ze zuchtte en ik kreeg er meteen spijt van dat ik deze vraag gesteld had.
‘Weet je Jay, als ik mijn hart zou volgen was ik nou in Iran. Maar mijn verstand zegt dat ik hier moet blijven. Ik leef nog steeds in twee werelden, blijkbaar lukt het me niet om een keuze te maken.’
‘Hoe lang denk je dat nog vol te kunnen houden? Je doet jezelf echt te kort meisje. Gun jezelf toch eens een beetje meer vrijheid.’
‘Waarom, waarvoor?’
‘Tjee, gaat het wel goed met je? Waarom ontzeg je jezelf elke kans om een beetje gelukkig te zijn? Wat is er zo belangrijk, dat je daar alles voor opoffert? Laleh, waarom maak je het voor jezelf allemaal zo moeilijk?’
Ze keek me aan en ik zag tranen in haar ogen en een verbeten trek om haar mond. Ze zei niets.
‘Nou Laleh…?’
Ze draaide haar hoofd van me af. Ik pakte mijn glas met wijn en ik dronk het zonder er bij na te denken leeg.
Het bleef stil.
‘Wil je nog wat drinken?’ vroeg ik.
Ze bleef strak voor zich uitkijken en negeerde me volkomen. Plotseling stond ze op en liep weg, zonder iets te zeggen. Ik bleef achter en wenkte de ober. Hij zag me niet.
Toen ik had afgerekend liep ik terug naar kantoor. Ik verwachtte dat Laleh er al zou zijn maar haar kamer was leeg. Ik was er niet gerust op en ging naar haar appartement. Ik drukte op de bel maar de deur bleef gesloten. Nadat ik het nog maar een keer geprobeerd had liet ik het erbij en ging terug naar de zaak.
Toen ik binnenkwam ging mijn telefoon. Het was Francesco. Hij wilde me dringend spreken.

‘Hallo Jay, ga zitten. Heb je iets gehoord over de aanvaring die Esther en Laleh hebben gehad?’
‘Niet meer dan dat ze het niet eens konden worden over de voorjaarscollectie, althans zo heb ik het van Laleh begrepen.’
Hij keek me aan en wreef met zijn hand over zijn kin.
‘Nou dat ze het samen niet eens konden worden is een understatement. Laleh heeft ons voor het blok gezet. Ze wil ten koste van alles haar ideeën doordrukken.’
‘En wat mag dat dan wel zijn?’
‘Tja, het ligt tamelijk moeilijk. Ze heeft geweldige ontwerpen gemaakt, maar niet voor Westerse vrouwen, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Ik keek hem niet begrijpend aan.
‘Jay, ik snap je verbazing en verwondering. Ik zal haar ontwerpen wel eens even laten zien. Verder zeg ik niets. Maar ik wil wel je eerlijke mening horen.’
Francesco pakte een map uit zijn bureaulade.
‘Hier, ik laat je even alleen. Ik hoor graag wat je hiervan vindt.’
Hij pakte zijn colbert en liep de kamer uit. Ik bladerde door de map met de schetsen en ontwerpen. Laleh had zonder meer een mooie kledinglijn ontworpen maar in alle gevallen was er sprake van een hijab of sluier. De ontwerpen waren ondanks de westerse lijnen toch vooral geïnspireerd op de kleding zoals die vooral door vrouwen in moslimlanden werd gedragen. Ik vond het moeilijk. Enerzijds waren het stuk voor stuk stijlvolle ontwerpen en anderzijds vormden ze toch enigszins een politieke getinte statement.
Ik hoorde de deur en Francesco kwam binnen met een kop espresso in zijn hand.
‘Wil je ook een kopje?’
‘Nee, dank je.’
‘En?’
‘Nou het is, laat ik het maar voorzichtig zeggen, nogal afwijkend. Het zijn niet de ontwerpen van Laleh zoals we die van haar gewend zijn.’
‘Jay, het lijkt wel een politiek statement,’ zei Francesco kortaf.
Ik keek hem aan.
‘Kom nou, Francesco, dat kun je niet menen,’ probeerde ik nog maar ik wist exact wat hij bedoelde.
‘Dat kan wel zijn Jay, maar als je eerlijk bent dan heb jij hier ook zo je twijfels over. Of niet soms?’
‘Ik begrijp wat je zegt,’ antwoordde ik en ik schaamde me eigenlijk een beetje voor mijn eerste reactie op de woorden van Francesco. Natuurlijk had hij gelijk.
‘Nou, Esther en ik zijn het er samen in elk geval wel over eens. Laleh Sherazi laat hier iets van zichzelf zien, wat ons absoluut niet bevalt. SFF doet niet aan politiek. Dat hebben we nooit gedaan en dat zullen we ook nooit doen. Niet in Italië, niet in Rusland. Nergens Jay. Ze is heel waardevol voor SFF, maar dit kunnen we niet accepteren. Esther heeft hier met haar over gesproken, maar ze was absoluut niet voor rede vatbaar. Ik weet niet wat er met haar aan de hand is, maar ik zeg het nog maar eens helder en duidelijk. Dit kan zo absoluut niet verder. Esther en ik hebben vanmiddag afgesproken, dat we haar nog wel een nieuwe kans willen geven, maar deze ontwerpen gaan regelrecht de vuilnisbak in. Volstrekt onaanvaardbaar, al zijn ze dan nog zo geniaal. Dus nogmaals, we willen graag met haar verder, maar dan geen politieke of andere maatschappij-gevoelige statements meer. Want dan is het voor haar bij SFF voorbij. Over en uit.’
Ik zweeg en luisterde. Ik zag dat Francesco ieder woord meende.
‘En nu?’ vroeg ik.
‘Nou, Esther en ik zijn van mening dat jij de enige bent die blijkbaar nog invloed op haar heeft.’
‘Wat betekent…?’
‘Dat wij graag zouden zien dat jij haar op andere gedachten brengt.’
Hij keek me aan en ik kende Francesco lang genoeg om zijn blik naar waarde in te kunnen schatten. Hij zou geen genoegen nemen met “neen”. Dat was duidelijk.
‘Mag ik er over nadenken?’
‘Hoe lang?’
‘Hoeveel tijd krijg ik van je?’
‘Hoeveel tijd heb je nodig?’
‘Geen idee.’
Het leek wel een spel. Het beantwoorden met een vraag door een nieuwe vraag te stellen.
‘Morgenvroeg wil ik een antwoord. Wat het ook is. Morgenvroeg nemen we een besluit hoe we verder gaan Jay. Sorry dat ik zoveel druk op je leg. Maar het kan niet anders.’
‘Ik doe mijn best.’
‘Dat weet ik,’ en Francesco kwam naar me toe.
‘Wat spreken we af?’
‘Morgenvroeg half negen. Op het kantoor van Esther.’
Hij stak zijn hand uit.
‘Is ze er dan ook?’ vroeg ik en ik probeerde het zo nonchalant mogelijk te laten klinken.
‘Ja,’ zei hij kortaf. Hij schudde mijn hand alsof we zojuist een belangrijke deal hadden afgesloten.
‘Oké, ik doe mijn best. Maar dat had ik al gezegd, geloof ik.’
Francesco reageerde niet en ik liep naar de deur van het kantoor.
‘Nou tot morgenvroeg dan maar.’
Hij keek op.
‘Het zal niet gemakkelijk zijn, maar in ieder geval succes. We hebben vertrouwen in je Jay. Esther en ik.’
Ik wilde reageren, maar ik hield het bij een knikje en hij deed de deur achter mij dicht.

Het was bijna half tien en het was donker toen ik bij het appartement van Laleh aankwam. Ik vond het moeilijk. Ik was toch altijd degene die iedereen in zijn waarde liet? Die iedereen respecteerde zoals hij was en om wat hij dacht? Ik vroeg me werkelijk af waarom ik hier voor haar deur stond. Ik belde aan en het duurde even voordat de deur werd opengedaan. Ik schrok, want het was niet Laleh die de deur voor me opendeed maar een iemand met een boerka aan. Ik had geen idee wie er voor mij stond.
‘Is Laleh er ook?’ vroeg ik timide.
‘Ik ben het…ik ben Laleh.’
Ik wist niet wat ik moest zeggen.
‘Wat wil je van me Jay? Kom jij me ook vertellen dat ik gek ben?’
‘Wie zegt dat?’
‘Esther…’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Esther zegt dat ik gek en een ondankbare hond ben.’
‘Esther weet niet wat ze zegt.’
‘Nee, Esther weet nooit wat ze zegt. Esther is zielig, Esther kan niet lopen. Esther is…’
‘Stop Laleh, niet doen, alsjeblieft.’
‘Waarom bescherm je haar altijd? Waarom Jay? Ze geeft niets om je. Ze behandelt je als oud vuil en toch neem je het altijd voor haar op. Waarom?’
‘Ik houd nog steeds van haar, denk ik…’ zei ik zacht.
‘Zo, denk je dat? Jay Hennes wordt toch eens wakker. Je wordt gebruikt en als ze je niet meer nodig heeft, word je door haar de straat op geschopt. Geloof me nou Jay.’
‘Het is mijn leven Laleh. Mijn keuze.’
‘En dit is mijn leven. Ja, Jay Hennes mijn verdomde leven, maar dit is wel alles wat en wie ik ben. Mijn overtuiging, mijn geloof. Maar goed, jullie willen het allemaal anders. Jullie willen dat ik me aanpas aan jullie wereld. Dat ik denk zoals jullie denken.’
Haar stem klonk woest en het maakte me bang.
‘Jullie willen me niet zien zoals ik ben. Verscheurd door twee werelden. Er is nergens een plek waar ik me thuis voel. Waar ik gelukkig kan zijn. Niet hier, niet in Iran. Niet bij jullie, niet bij mijn familie. Ik kan net zo goed dood zijn, wat maakt het uit…’
‘Dat maakt veel uit. Heel veel. Waarom gun je jezelf zo weinig meisje?’
‘Waarom…? Waarom zou ik, voor wie? Wie kan het wat schelen?’
‘Mij wel.’
‘Ja, jou wel Jay. Natuurlijk kan ik jou wat schelen, ik geloof je direct, maar niet heus. Kom nou toch. Je wilt me niet eens.’
Ik probeerde te begrijpen wat ze bedoelde maar daar kreeg ik nauwelijks de kans voor.
Ze rukte de boerka van haar lijf en voor het eerst zag ik haar, zoals ik haar in mijn fantasie had voorgesteld. Ze was naakt. Wat was ze een mooie vrouw.
‘Hier Jay Hennes… vergrijp je er maar aan. Dat is toch wat jullie willen. Seks en lust. Jullie willen vrouwen bezitten, jullie willen toch allemaal je eigen slavin?’
Ik zei niets.
Ze tilde haar borsten op en liet haar lange loshangende haren om haar hoofd zwieren.
‘Zijn ze niet goed genoeg voor je?’ krijste ze terwijl de tranen over haar wangen liepen.
‘Lieve, lieve Laleh. Waarom ben je zo ongelukkig?. Waarom nou toch?’
Ik liep naar haar toe en streelde haar. Ze drukte zich tegen me aan. Ze huilde en wat ik ook probeerde, ik kon haar niet troosten. Ik duwde haar een beetje van me af en wees naar de bank.
‘Zullen we daar even gaan zitten? Of wil je graag even gaan liggen?’
Ze knikte. Voor het eerst zag ik sinds lange tijd haar appartement van binnen. Het was nog steeds smaakvol ingericht, maar het had ook iets beklemmends gekregen. Aan de muren hingen nu kustwerken, waarop alleen maar moslima’s waren afgebeeld. Gesluierd. Soms erotisch, soms helemaal bedekt door een boerka. Er waren nauwelijks kleuren gebruikt. Laleh was op de bank gaan zitten en huilde nog steeds.
‘Kom maar meisje,’ zei ik en ik legde de gescheurde boerka zo goed als het kon over haar heen.
‘Wil je jezelf niet even aankleden…even iets warmers aandoen?’
Ze schudde haar hoofd.
Ik wist niet goed wat ik hier mee aan moest. Ik dacht terug aan het gesprek met Francesco. De volgende morgen moest ik verslag doen van mijn missie. Een ding was zeker, noch Esther nog Francesco zouden van me te horen krijgen wat ik had aangetroffen.
Na een kwartiertje werd Laleh wat rustiger.
‘Jay…?Sorry.’
‘Geeft niets Laleh,’ zei ik met trillende stem. Ik had zo met haar te doen.
Ze zag dat ik het er ook moeilijk mee had. Ik kon mijn tranen nauwelijks bedwingen. Ik vond het vreselijk om te zien hoe zo’n mooie intelligente jonge vrouw zo moest worstelen met de twee werelden waarin ze zich in geen van beide thuis voelde. Waarin ze zichzelf kwijt dreigde te raken. Ze kwam overeind en veegde met haar hand door mijn gezicht. Ik zag hoe mooi ze was. Het lange zwarte haar en haar mooie ronde borsten. Haar mooie lichaam. Het verwarde me.
‘Niet verdrietig zijn Jay. Niet om mij, alsjeblieft.’
‘Wel om jou liefje. Ik vind het zo erg voor je. Wil je echt niet iets warmers aandoen? Heb je geen kamerjas of zo?’
‘Vind je me dan niet mooi? Ben ik niet mooier dan Esther?’
‘Lieverd, je bent zo prachtig. Van buiten maar ook van binnen.’
‘Waarom wil je mij dan niet?’
Ik wist niet wat ik moest zeggen.
‘Nou…waarom? Zeg nou eens eerlijk… waarom Jay?’
‘Lieverd, ik weet het niet. Ik kan het je niet zeggen. Echt niet. Ik zit gevangen in mezelf. Gevangen in mijn liefde voor Esther. Al is dat schijnbaar niet wederzijds. Het heeft tot nu toe mijn leven bepaald en misschien wel voor altijd. Ik kom niet los van haar. Wat ik ook probeer, hoe ik er ook naar kijk. Ik heb heel veel respect voor je Laleh. Ook al ben je zo mooi en zo lief, ik mag me daar niet aan overgeven. Ik wil vooral eerlijk tegenover je zijn en vooral ook blijven. Ik wil voor altijd je beste vriend zijn en je troosten als je verdriet hebt. Waar en wanneer dan ook. Ik wil met je lachen, met je praten, avonden lang tot het morgen wordt. Maar meer kan ik je niet bieden, meer kan ik je niet beloven.’
Ze keek me aan en ze knikte dat ze het begreep.
‘Wil je vannacht bij me blijven?’
‘Natuurlijk blijf ik bij je. Ik laat je echt niet alleen.’
‘Mag ik dan voor één keertje bij je liggen. Ik wil zo graag weten hoe dat voelt.’
‘Wat je maar wilt,’ zei ik.
Ze was weer wat rustiger en ze veegde de laatste tranen van haar gezicht,
‘Zullen we dan maar gaan slapen?’
‘Dat is goed. Lukt het?’
Ze stond op en ze liep voor me uit naar de slaapkamer. Dit voorval had grote indruk op me gemaakt.
De donker ingerichte slaapkamer met vooral zwarte en grijze tinten en met een aantal mooie, licht-erotische afbeeldingen van vrouwen in lange gewaden, waarvan ik maar aannam dat het moslima’s waren, gaf me een onbestemd onrustig gevoel. Toen ik naast haar lag en ze haar hoofd op mijn borst had gelegd voelde ik mijn hart bonken. Mijn hoofd barstte bijna uit elkaar. Laleh sliep binnen vijf minuten. Ik probeerde de dag te begrijpen en dacht vooral ook aan de volgende morgen. Aan de afspraak met Francesco en Esther. Laleh drukte zich vaster tegen mij aan.

Ik was zenuwachtig toen ik de volgende ochtend voor de deur van het kantoor van Esther stond. Ik klopte en hoorde haar op de bekende manier “binnen” roepen. Ik zuchtte nog eens diep en deed de deur open. Esther was alleen.
‘Goedemorgen Es,’ zei ik. Ik probeerde mijn nervositeit te verhullen, maar ze had me snel door.
‘Dag Jay, gaat het wel goed met jou?’
Ze keek me aan en ik wendde mijn blik van haar af.
‘Is het zo moeilijk? Heb je zo de pest aan me gekregen?’ zei ze met een flauwe glimlach, maar ik voelde ook een zeker cynisme in haar opmerking.
‘Nou, nee, maar…’
Ze liet me niet uitspreken.
‘Francesco komt er aan. Hij heeft me een paar minuten geleden gebeld. Hij moest nog even de auto parkeren. Had hij ook maar in dit appartement moeten blijven wonen, maar ja…’
Ze sprak het uit op een manier of het leek dat hij een enorme vergissing had begaan door te verhuizen. Zo van eigen schuld, dikke bult. Francesco was een aantal maanden geleden verhuisd naar een villa in Settala, een dorpje net buiten Milaan. Hij woonde er samen met Katarina, althans als ze niet in Moskou waren.
‘Hij woont er toch mooi,’ zei ik en ik realiseerde me dat deze opmerking eigenlijk totaal overbodig was.
‘Ja, dat zal wel. Ik ben er nog niet geweest. Dus ik kan er niet over oordelen.’
‘Nou niet zo verongelijkt doen Esther.’
Ik had met deze opmerking de toon gezet. Ze keek me aan en haar blik voorspelde niet veel goeds.
‘Is dat het beste wat je mij na al die maanden te zeggen hebt, dat ik niet zo verongelijkt moet doen? Jammer Jay Hennes, ik dacht dat het misschien weer een beetje beter tussen ons zou kunnen worden. Maar ja, blijkbaar…’
‘Hou nou toch op Esther, je weet zelf maar al te goed dat we eerst maar eens goed moeten praten. Ik snap echt helemaal niets meer van jou.’
‘Wat snap je niet? Vertel het eens. Snap je niet waarom ik zo goed met Kuhn ben of beter was? Ik heb wat dat betreft goed nieuws voor je. Kuhn is naar Zwitserland vertrokken. Hij heeft daar werk in een of andere kliniek. Dus daar hoef je jezelf geen zorgen meer over te maken.’
‘Dat is het niet alleen, dat weet je zelf ook wel.’
‘Oh, natuurlijk. Dan is er ook nog Silvia Silverstein. Mijn oprechte en oh zo eerlijke en zorgzame moeder. Hoe gaat het er mee?’
‘Ze is dood Esther. Ze is overleden toen ik in Nederland was. Na het gesprek met jou ben ik teruggegaan naar Ruth. Ik wilde niet dat Ruth er alleen voor stond.’
Het bracht haar even uit haar evenwicht.
‘Waarom heb je mij dat niet verteld?’
Er zat lichte emotie maar vooral ook boosheid in haar stem.
‘Ik dacht dat het je niets deed, dat het je geen barst interesseerde. Jij hebt er ook nooit meer naar gevraagd.’
‘Fijn stel zijn jullie. Ruth en jij.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, zoals ik het zeg. Fijn stel om mij overal buiten te houden. Maar dan weet ik in ieder geval waar ik sta. Dat helpt ook wel eens.’
Ik was blij dat Francesco zich meldde. Ik had het gevoel dat het anders wel eens tot een heftige woordenwisseling had kunnen komen.
‘Goedemorgen. Sorry, dat ik wat laat ben. Het zat vanmorgen niet mee. Wat kijken jullie beteuterd. Is er iets wat ik moet weten?’
Voordat ik iets kon zeggen nam Esther het woord.
‘Misschien dat je het interessant vindt om te weten dat Silvia Silverstein dood is?’’
‘Dat is toch oud nieuws liefje en bovendien geloof ik niet dat jij daar warm of koud van wordt. Heeft Jay je dat net verteld?’
‘Het is al ruim een half jaar geleden en niemand vertelt mij iets!’ Esther was laaiend.
‘Dat is niet eerlijk. Je weet maar al te goed dat ik je gevraagd heb om met me mee naar Nederland te gaan,’ reageerde ik.
‘Ja, maar daar had ik even geen zin in op dat moment.’
‘Kom nou toch Esther, zeg gewoon eerlijk dat het je worst was, wat er met je moeder aan de hand was,’ zei Francesco met verheven stem. Zijn opmerking kwam hard aan. Het bracht Esther uit haar evenwicht. Ze wist niet goed of ze boos moest worden of dat die opmerking haar verdriet deed. Een ding was zeker, Francesco had haar diep geraakt. Ze zei niets en keek naar buiten. Ik kon haar gezicht niet zien, maar ik kon me er wel een voorstelling van maken.
‘Kom Esther, hang nou niet de vermoorde onschuld uit. Je weet net zo goed als ik, dat ik gelijk heb. Maar laten we nou maar eerst concentreren op onze andere probleem. Daar ben ik vanmorgen extra vroeg mijn bed voor uitgekomen en niet om ruzie te maken over je overleden moeder. God hebbe haar ziel.’
Francesco pakte een stoel en ging naast het bureau van Esther zitten. Hij wees op de andere stoel.
‘Ga zitten Jay, ik ben benieuwd wat je hebt kunnen bereiken.’
Esther draaide zich weer naar ons toe. Ik zag aan haar ogen dat ze het moeilijk had.
‘Nou, vertel eens…is er nog een kans dat we Laleh voor SFF kunnen behouden, of is het al te laat?’
‘Hoezo te laat?’ reageerde ik
‘Nou, dat ze al zover is afgegleden, dat we er niets meer aan hebben.’
Het klonk alsof het over de eerste de beste medewerkster ging. Hoewel het niet in mijn aard lag werd ik boos.
‘Als jullie er zo over denken, dan geloof ik dat ik Laleh wel kan begrijpen. Dit heeft ze absoluut niet verdiend. Ze heeft de afgelopen jaren een hoop geld voor jullie binnengebracht. Ze heeft haar stinkende best gedaan voor SFF. Bijna dag en nacht. Zo kun je haar niet afschrijven Francesco. Dit vind ik spijtig om te horen en ik vind het ook niet kunnen.’
Ik stond op en maakte aanstalten om op te stappen.
‘Rustig Jay, ik zeg het wat ongelukkig. Sorry. Natuurlijk is Laleh belangrijk voor ons bedrijf. En haar inbreng is onmiskenbaar waardevol. Maar je moet echt van mij aannemen dat wij geen politiek willen bedrijven. We zijn een modehuis en geen actiegroep of wat dan ook. Nou, ga eens rustig zitten, dan praten we dit als volwassen mensen uit,’ zei Francesco kalm.
‘Zonder Laleh?’ antwoordde ik.
‘Misschien heb je wel gelijk en is dit niet de juiste manier. Maar we dachten dat het misschien een optie was om Laleh door jou op andere gedachten te brengen. Heb je haar gisteren nog wel gesproken?’
Esther hield zich stil en zei geen woord.
‘Ik heb haar gisteren avond opgezocht. Ze was verdrietig en teleurgesteld.’
‘Je hebt haar toch zeker wel getroost, hoop ik?’ was de reactie van Esther. En weer vond ik dat er veel cynisme in haar opmerking zat.
‘Wat is dat nou voor een waardeloze opmerking Esther Silverstein. Waar slaat dat op?’ was mijn felle reactie.
‘Hennes, ik weet niet of je iets aan je ogen mankeert of dat je een andere afwijking hebt, maar Laleh Shirazi is al tijden stapelgek op jou,’ was het vinnige antwoord van Esther.
Ik wist even niet meer hoe ik het had.
‘Dat zal wel, als jij het zegt.’
‘Ja, dat zal wel. Ze heeft het me zelf gezegd. Ze vond dat ik je slecht behandelde en op het hoogtepunt van onze ruzie, zei ze ook nog dat ik jouw aandacht niet verdiende. Toen ik haar vroeg of ze soms jaloers was zei ze dat ik gek was. Ik ben vrouw genoeg om zo’n opmerking op waarde te kunnen schatten. Ze is verliefd op je Jay Hennes. Goh, wat ben jij blind.’
Ik was in paniek en probeerde de vorige avond en nacht terug te halen. Natuurlijk had Laleh zich aan me willen geven, maar ik dacht dat het de omstandigheden waren. Dat ze troost zocht en niet meer. Ik voelde me zo ongelooflijk dom.
‘Ik heb dan zeker wat gemist,’ was het enige wat ik kon bedenken.
‘We willen geen affaires op kantoor Jay,’ voegde Francesco er aan toe. ‘Je weet hoe we daar over denken.’
‘En nu?’
‘Ik wil weten hoe jullie hier in staan. Jij en Laleh. Dan zullen we naar een passende oplossing zoeken.’
‘Gaat het nou in een keer niet meer over politiek, maar over Laleh en mij? Ik begrijp het allemaal niet zo goed meer, geloof ik.’
‘Dat zijn de verkeerde conclusies. Het gaat ons wel degelijk over politiek en wij hadden gehoopt dat jij haar op andere gedachten had kunnen brengen, maar blijkbaar ben je daar niet aan toegekomen.’
‘Ben je vannacht bij haar geweest?’ vroeg Esther en ze keek me doordringend aan.
‘En wat dan nog,’ was mijn onverschillige reactie.
‘Ik hoop dat jullie het samen fijn hebben gehad. Kom het toch nog goed met je.’
‘Dit gaat nergens meer over. Ik kan zo niet verder. Ik stop ermee.’
‘Begrijp ik dat je ontslag neemt?’
Francesco stond voor me.
‘Jay Hennes, ik accepteer dit niet. Dit is wel heel erg gemakkelijk. Nogmaals, we praten dit als volwassen mensen uit en we moeten dit als volwassen mensen oplossen. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om jou te laten gaan. Maar met Laleh moet het echt anders. Je moest ons willen begrijpen. Alsjeblieft. En Es, hou nou toch eens op met je zelfmedelijden. Ik weet dat het moeilijk voor je is, maar je moet niet zo cynisch reageren op Jay en Laleh. Dat verdienen beiden niet.’
Het was duidelijk dat Francesco nu de leiding nam. Esther zweeg.
‘Nou eerst die flauwekul van tafel. Niks ontslag, je blijft gewoon bij SFF. En verder… doe me een lol en heb eens een goed en open gesprek met elkaar.’
Hij maakte duidelijk dat hij hiermee een gesprek bedoelde tussen Laleh en mij.
‘En mijn welgemeend advies, wacht er niet te lang mee. En Jay, neem vandaag vrijaf en kom eerst weer eens tot jezelf.’
Hij keerde zich van mij af en richtte zich tot Esther.
‘Heb je nog iets toe te voegen of zijn we klaar?’
‘Nee,’ was het korte antwoord.
‘Mooi, nou ik vlieg vanmiddag naar Moskou en ik ben volgende week dinsdag weer terug. Doe me een plezier en praten jullie samen ook eens met elkaar. Dat lost volgens mij ook een heleboel op.’
Hij pakte zijn jas en zonder te groeten liep hij de kamer uit. Esther en ik bleven achter.
Ik voelde me doodongelukkig.
‘Wil je koffie?’ Esther verbrak als eerste de stilte.
‘Graag, jij ook?’
‘Ja graag,’ zei ze met zachte stem.
‘Zal ik er even voor zorgen Es?’
Ze knikte.
Nadat ik de twee kopjes espresso had gemaakt, ging ik bij haar zitten. In de stoel naast haar bureau. De stoel die Francesco er neer had gezet.
‘Hoe heeft het zover met ons kunnen komen Jay?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, je moet me wel haten zo langzamerhand?’
Ik zocht haar hand.
‘Liefje, ik zal altijd van jou blijven houden. Wat je ook doet, waar je ook bent. Je maakt het me soms niet gemakkelijk maar ik kan je echt niet vergeten. Hoe goed je ook je best doet.’
‘Maar wat moet je met mij, Jay, ik kan je toch niet gelukkig maken. Dat weet jij zelf toch ook wel. Laat me los. Ga voor Laleh. Ze houdt in ieder geval van je.’
‘En jij Esther, hou je ook van mij?’
Ze draaide haar hoofd van me af. Ik zag het schokken van haar schouders. Ik stond op en legde mijn arm om haar heen. Omdat ze in haar rolstoel zat was het een ongemakkelijke houding en ik zakte iets door mijn knieën en ik keek recht in haar ogen. Ik zag dikke tranen. Oprechte tranen van verdriet.
‘Ik zal altijd van je houden Jay, maar ik heb je niets te bieden. Ik heb van alles geprobeerd om je af te stoten om je los te laten, maar het gaat niet…’
‘Och liefje, dat hoeft toch ook niet. Ik ben er voor jou. Dat is altijd al zo geweest en dat zal altijd zo blijven.’
‘En Laleh?’
‘Laleh en ik zijn goede vrienden. Een eerlijke en oprechte vriendschap. Meer is er niet, althans niet voor mij.’
Ik realiseerde me maar al te goed wat ik zojuist had gezegd.
Voor het eerst sinds lange tijd kusten we elkaar. Heel intens. Het voelde zo vertrouwd en het maakte me blij. Ik droogde haar tranen en ik zag haar flauwe glimlach. Ze was zo mooi als ze verdrietig was, zo mooi maar ook zo kwetsbaar. Over een goede maand was het weer kerst. Ik wist het zeker. Ik zou haar een kerst bezorgen die ze nooit meer zou vergeten.