13) Tussen hoop en twijfel

Ik was veel onderweg geweest en Esther en ik hadden elkaar bijna alleen maar zakelijk gesproken.
Ze was weer een aantal weken in New York geweest. Voor de zoveelste operatie. De samenwerking tussen Laleh en mij verliep prima. Meestal dineerden we samen op zondagavond op een terrasje bij de Duomo. En af en toe bij Antonio.
Met Esther ging het niet vooruit. De diverse operaties hadden niet het gewenste resultaat. In tegendeel zelfs. Ik had de indruk dat het steeds slechter met haar heup ging. Ze hield zelf vol dat het niet zo was.
Haar arts, Georgio Kuhn beweerde nog altijd dat het allemaal goed zou komen.
In de relatie tussen Esther en mij was niets veranderd. We vonden het ook zo wel goed. Een soort van status quo. Ze was nog steeds officieel de vrouw van mijn baas Francesco Christoff, hoewel ik ze het laatste jaar nauwelijks meer samen had gezien. Francesco was druk met het verkoopkantoor in Moskou. Soms was hij maanden achtereen weg. Esther had me verteld, dat hij in Moskou een luxe appartement had gekocht had en dat deelde met zijn Russische vriendin. Een meisje dat zijn dochter had kunnen zijn. Hij had haar een foto laten zien en ze had hem gecomplimenteerd met zijn keuze. Esther vertelde dat Francesco en zij altijd open en eerlijk tegen elkaar waren geweest en dat ze mede daardoor veel respect voor elkaar hadden. Ik kon het maar moeilijk begrijpen en ik bleef het maar een rare situatie vinden.
Laleh was bijna klaar met haar opleiding en het was de bedoeling dat ze daarna zich volledig zou wijden aan SFF. Ze had inmiddels een goede naam opgebouwd en Esther wist maar al te goed dat de concurrentie niets na zou laten om Laleh los te weken van SFF. Ze had Laleh daarom al vrij snel een baan aangeboden als hoofdontwerpster. Ze zou verantwoordelijk worden voor de gehele ontwerpafdeling van SFF. Laleh was blij met het aanbod, maar ze wilde er nog even over na denken.
Ik voelde me thuis in Milaan en bij SFF. Ondanks dat ik niet veel vrije tijd had en meestal op de zaak of onderweg was, kostte het me niet veel moeite. Ik hoopte dat Laleh zou besluiten om op het aanbod van Esther in te gaan. Laleh had me verteld dat ze zich grote zorgen maakte om haar vader.
De ontwikkelingen in Perzië maakten het moeilijk om contact met hem te krijgen. Bovendien wist ze dat haar moeder hem niet zou steunen. Ze had hem een paar maanden geleden voor het laatste gesproken en hij had haar gerustgesteld en gezegd dat hij echt op het punt stond om naar Italië te komen. Hij hoopte dat hij binnen een paar weken een uitreisvisum zou krijgen. Ze had sindsdien niets meer van hem gehoord. Laleh had nog wel geprobeerd om haar moeder te bereiken en ze had ook nog een broer van haar vader gebeld, maar het was zonder succes geweest. Het was aan haar te merken. Ze was stil en het was moeilijk om tot haar door te dringen.
Toen ze op de radio hoorde dat de Sjah was gevlucht barstte ze in tranen uit. We waren samen op kantoor en hadden het toevallig in de nieuwsuitzending gehoord. Meestal was die al voorbij, zonder dat het was opgevallen. Nu was het anders. Ze keek me aan.
‘Wat denk jij Jay? Zou het allemaal wel goed komen met mijn vader?’
‘Ik weet het niet. Het klinkt allemaal niet zo goed, maar misschien valt het mee. Ik kan het je niet zeggen.’
‘Ik heb gisterenavond nog geprobeerd met mijn moeder te bellen. Maar ik krijg steeds maar geen gehoor. Ik ben zo bang dat hem iets is overkomen. En hoe moet het dan met mijn zusje en mijn twee broers?’
Ik ging naar haar toe en sloeg mijn arm om haar heen.
‘Ik ben bang lieve Laleh dat je alleen maar kunt afwachten. Je kunt er niets aan doen.’
Ze keek me aan en ik zag de angst in haar koolzwarte ogen.

Het leek een moeilijk jaar te worden voor Laleh. Ze had gekozen voor SFF dit tot volle tevredenheid van Esther en Francesco. Hoewel ze haar best deed om zich op haar werk te concentreren, lukte het niet om de ontwikkelingen in haar vaderland van zich af te zetten. In elk gesprek kwam ze er weer op terug. De deadlines voor de winter- en voorjaarscollectie werden niet gehaald en ik had medelijden met haar toen Esther haar op een vrije botte manier duidelijk had gemaakt dat het zo niet verder kon. Esther kon zo verschrikkelijk hard zijn. Zo zonder gevoel.
Toen ik Laleh probeerde te troosten en Esther in haar rolstoel mijn kantoor binnenkwam reageerde ze geïrriteerd.
‘Als jullie er nou eerst eens voor zorgen dat die voorstellen af worden gemaakt in plaats van elkaar hier op gaan staan te staan vrijen,’ zei ze kortaf.
Ik werd kwaad.
‘Esther, dat jij alle gevoel over boord hebt gegooid, dat moet je zelf weten. Maar ga ons geen verwijten maken over iets wat je zelf mist.’
Ik schrok van mijn eigen woorden. Ze keek me aan en ze schudde haar hoofd, draaide haar rolstoel en reed zonder iets te zeggen weg.
Laleh keek me aan.
‘Dat was lief van je Jay, maar ik denk niet dat dit heel verstandig van je was.’
‘We zien het wel. Ze kan ook zo verschrikkelijk bot zijn.’
‘Ze bedoelt het niet zo.’
‘Dat kan wel zijn, maar toch.’
Laleh pakte een tissue en wreef haar tranen weg.
‘Zullen we dan maar aan het werk gaan. De baas wil het.’
‘Als de baas het wil, dan zullen het maar doen.’
Meteen ging de telefoon op mijn bureau. Het was Francesco. Hij vertelde vol enthousiasme over het contract dat hij in Rusland had afgesloten. SFF stond ook daar op het punt om op de kaart te worden gezet.
‘Ik vlieg komend weekend terug naar Milaan. Dan kun je ook kennis maken met Katarina, mijn assistente.’
‘Je assistente?’
‘Ja hoor Hennes mijn assistente… en mijn vriendin. Nou goed.’
‘Wat jij wilt Francesco Christoff, het is jouw leven.’
‘Ik geniet er tenminste van. Dat zou jij ook eens moeten doen. Je lijkt af en toe wel een vent van tachtig.’
‘Ik voel me anders nog niet zo oud en ik zie er in ieder geval nog niet zo uit,’ antwoordde ik, maar ik wist maar al te goed wat Francesco bedoelde. Mijn leven bestond uit niet veel meer dan werken, slapen, eten en werken.
‘Het zal wel als jij het zegt. Maar in ieder geval tot zaterdag of zondag. Ik weet het nog niet precies wat het gaat worden. Ik zou het wel leuk vinden als je samen met mij en Katarina zou willen dineren. Maar ik bel je nog wel. O ja, ik zal Esther ook nog even bellen…’
‘Prima,’ zei ik.
‘Nou dat is dan een afspraak. Tot ziens,’ en hij verbrak de verbinding.
Ik wist niet goed wat ik ervan moest verwachten. Een etentje met de heer en mevrouw Christoff die beiden een andere partner aan hun zijde hadden. Ik keek naar Laleh. Het liefst was ik met haar naar het terrasje bij de Duomo gegaan. Meestal deden we dat op de zondagmiddag. Dan wandelden we wat door het centrum en aten een pizza of een pasta en dronken we samen iets op een gezellig terrasje. Ik meestal een wijntje, zij iets fris. Ze wilde nadrukkelijk geen alcohol.
Even later ging weer mijn telefoon. Nu was het Esther die vroeg of ik even tijd voor haar had.
‘Oei,’ zei ik tegen Laleh. ‘Ik denk dat ze nog een appeltje met me te schillen heeft.’
Ze keek me aan.
‘Succes, als je over een half uur niet terug bent zal ik de hulpdiensten waarschuwen.’
‘Doe dat,’ antwoordde ik met een lach.
Ik liep naar het kantoor van Esther, klopte aan en hoorde dat ik naar binnen mocht komen.
‘Hallo Jay. Ga zitten.’
Ik zag dat haar gezicht niet op onweer stond, wat ik eigenlijk wel verwacht had.
‘Lieverd,’ ging ze verder. ‘Je opmerking van zo straks vond ik niet zo leuk, maar dat zal je wel kunnen begrijpen. Ik weet zelf maar al te goed dat ik jouw reactie over mezelf afroep. Ook al is het dan niet waar wat jij beweert. Maar dat maakt het allemaal niet gemakkelijker. Ik heb overigens wel degelijk gevoel, maar…’
Ze zweeg een moment en ik zag dat ze diep zuchtte.
‘Weet je liefje, ik kan het me niet permitteren. Ik heb een bedrijf te runnen en er voor te zorgen dat alles hier goed blijft gaan. Francesco doet er ook alles aan, alles wat in zijn vermogen ligt. Maar hij heeft zijn handen nu vol om ons project in Rusland succesvol te maken. Het is een harde branche waar we in zitten. We kunnen en mogen niet verslappen.’
‘Is dat de enige reden Esther? Is dat de enige reden waarom je jouw gevoel zo wegdrukt. Of ligt de oorzaak hiervan dieper?’
‘Wat zou dat moeten zijn?’ zei ze quasi onverschillig.
‘Dat je niet gelukkig bent bijvoorbeeld.’
‘Waarom denk je dat?’ antwoordde ze met zachte stem.
‘Omdat ik dat aan je zie.’
‘Je kent me niet Jay.’
‘Misschien niet de Esther die nu tegenover me zit, maar wel de Esther waar ik mee opgegroeid ben en die ik ken als het liefste meisje dat ooit in mijn leven is geweest.’
Ze glimlachte.
‘Dat is alweer lang geleden. Het verleden telt niet meer. Vandaag telt… en morgen.’
‘Dat is te gemakkelijk.’
‘Dat kan wel zijn, maar dat houdt me op de been. Nou ja bij wijze van spreken,’ en ze wees met een glimlach naar de rolstoel.
‘Esther, waar is mijn lief gebleven. Ik heb je dat al eerder gevraagd. Waar heb je haar gelaten?’
Ze keek me aan en ik zag dat haar ogen vochtig werden.
‘Je zult het zonder haar moeten doen.’
‘En als ik zeg dat ik dat niet kan.’
Ze zweeg en keek naar het bureaublad.
‘Ik ben bang dat je geen andere keus hebt, dan haar te vergeten. Ze is er niet meer, jouw liefje. De Esther waar jij van hebt gehouden is dood in mij. Ik…’
Weer zuchtte ze diep.
‘Ik… ik wil je geen valse hoop geven. Het komt echt nooit meer goed. Er is teveel gebeurd, om dat nog te kunnen veranderen. Het verleden staat mij dat niet toe.’
‘Wil je dat dan zelfs niet proberen?’
Ze zweeg een moment.
‘Nee, het is een kansloze weg. Vergeet me Jay en zoek je geluk ergens anders. Niet bij mij. Hoe moeilijk me dat ook valt om dat zo te zeggen.’
‘Wil je dat ik wegga?’
‘Nee liefje, dat is het laatste wat ik wil. Maar ik wil je ook geen valse hoop geven.’
‘En jij dan? Hoe gaat het met jou verder?’
Ze keek me aan en schudde opnieuw haar hoofd.
‘Weet je, als het zo doorgaat dan zit ik voor altijd aan dit pokkending gekluisterd.’
Ze wees naar de rolstoel.
‘Ondanks het optimisme voel ik zelf dat het slechter gaat. Ik kan steeds minder en het bewegen wordt steeds zwaarder. Zo ziet mijn toekomst er uit. Dat was toch je vraag?’
‘En wie zal er dan voor jou zorgen?’
‘Jij in ieder geval niet Jay Hennes. Ik kan en mag dat niet van je vragen. Ik zou het ook niet eens willen.’
Ik wreef met mijn hand over mijn kin. Ik wist niet goed wat ik hiermee aan moest.
‘Je bent belangrijk voor me Esther. Misschien wel het belangrijkst van alles.’
‘Zo belangrijk dat jij jouw hele leven ervoor wilt vergooien?’
‘Dat is wel heel zwaar aangezet, vind je zelf ook niet?’
‘Wil je dan niet eens met iemand vrijen, uitgaan, dansen, plezier maken? Heb je daar nooit eens behoefte aan? Dat is toch een beter vooruitzicht dan je leven op te hangen aan deze kreupele.’
‘Godverdomme Esther Silverstein. Wil je dat nooit meer zeggen. Ik heb destijds die knul van Verbeek er voor op zijn bek geslagen. Ik kan dit niet hebben hoor en zeker niet van jou.’
Ze zag dat ik boos was. Dat haar opmerking mij diep had geraakt.
‘Sorry,’ zei ze. ‘Dat had ik niet zo bedoeld. Maar je weet toch wat ik wil zeggen?’
Ik liep naar haar toe pakte haar vast en drukte mijn lippen op die van haar. Ze beantwoordde mijn kus.
‘Nooit meer zeggen liefje, ik geef om je zoals je bent en dat zal nooit meer veranderen. Maar laat me toe in jouw leven Es, alsjeblieft?’
‘Dank je Jay.’ Het kwam bijna onhoorbaar uit haar mond. ‘Maar het is ook allemaal zo moeilijk Jay.’
Ik liet haar los en deed een paar passen terug.
‘Sorry, dat ik zo heftig reageerde, maar ik meen het echt.’
‘Het is goed zo. Wil je me nu even alleen laten alsjeblieft?’
‘Natuurlijk,’ zei ik en liep naar de deur. Ik keek nog even om en zag dat ze beide handen voor haar ogen hield.
Toen ik mijn kantoor binnenging zag ik Laleh. Ze huilde. Ze vertelde snikkend dat ze haar oom had gesproken, die haar op de hoogte had gebracht van de vermissing van haar vader.
‘Ik wist het wel… ik voelde wel dat het fout zou gaan,’ zei ze snikkend.
Ik hield haar in mijn armen en ze drukte zich tegen me aan. Haar lichaam schokte en ze was ontroostbaar.
Toen ze weer wat rustiger werd vroeg ik of ze een glas water of een kopje thee wilde. Ze knikte.
Het was zondag en ik wachtte tevergeefs op een telefoontje van Francesco. Hij had toch duidelijk gezegd dat hij mij zou bellen. Ik begon te twijfelen en besloot tenslotte toch maar om hem te bellen. Er werd niet opgenomen. Een kwartier later ging mijn telefoon. Het was Francesco. Hij verontschuldigde zich en probeerde me uit te leggen dat Esther de voorkeur had gegeven om met iemand anders dan met mij te dineren met hem en Katarina. Hij zei me niet wie het was. Hij beloofde wel dat hij samen met Katarina naar het kantoor zou komen om haar aan ons voor te stellen. Ik zei dat ik het allemaal prima vond. Maar ik was toch wel verbaasd over het feit dat Esther blijkbaar de voorkeur gaf aan ander gezelschap. Ik belde Laleh.
‘Heb je zin om samen in het centrum wat te drinken en te eten?’
Ze was blij dat ik belde, maar vroeg zich af waarom ik niet bij Esther en Francesco was.
‘Dat leg ik je straks wel uit. Oké?’ antwoordde ik.

We hadden een heerlijke lasagne gegeten en ik had eigenlijk teveel wijn gedronken.
‘Heb je nog zin in een kop koffie? Op zijn Arabisch?’ vroeg ze toen we bij haar appartement waren aangekomen.
‘Als jij het oké vindt?’
‘Anders had ik het niet gevraagd,’ zei ze met een lach. Haar mooie witte tanden en haar koolzwarte ogen met de mooie lange wimpers bleven me boeien. En het kwam niet alleen door de wijn.
Ze had haar appartement mooi maar vooral gezellig ingericht. Op iedere muur hing wel een kunstwerk of een schilderij. Het was kunst uit haar vaderland. Dat vertelde ze me toen ik er naar vroeg.
‘Zo heb ik in ieder geval nog iets wat me bindt,’ zei ze op bijna melancholische wijze.
‘Het is wel een hele mooie verzameling, hoewel ik niet alles even boeiend vind. Maar dat heb je nou eenmaal met kunst. Je hebt er iets of je hebt er niets mee.’
‘Er zitten waardevolle stukken tussen. Sommige kunstenaars zijn nu verboden.’
Ze zei het op een manier waar duidelijk boosheid en frustratie in doorklonk.
‘Heb je nog iets van je vader gehoord?’ vroeg ik.
‘Nee, en ik denk ook niet dat ik nog iets van hem zal horen,’ was haar antwoord op mijn vraag.
Er klonk wanhoop, boosheid maar vooral verdriet doorheen.
‘Kom Laleh, een beetje hoop houden.’
Ze draaide zich om en zonder iets te zeggen ging ze naar de keuken. Ze kwam terug met een grote koffiepot en twee kleine kopjes.
‘Ik weet niet of je dit wel lekker vindt?’
‘Het zal best smaken. Ik heb hier ook aan de koffie moeten wennen. Italianen drinken het ook weer anders dan wij Nederlanders.’
Ze schonk de twee kopjes die op het lage salontafeltje stonden vol. Het was vooral de sterke bittere smaak
die opviel. Het was een gezellige middag. We spraken over haar jeugd. En over die van mij. Hoe ze was opgegroeid in Perzië en over de tradities in haar familie. Het leken verschillende werelden te zijn. We maakten nieuwe plannen voor SFF en hadden allerlei nieuwe, maar soms ook wel tamelijke wilde ideeën. Soms sloegen we helemaal door en lachten we samen over onze fantasieën. Aan het eind van middag nam ik afscheid en toen ik terugliep naar mijn appartement dacht ik aan Esther. ‘Wat zou ze toch van plan zijn? Waar was ze op uit? Wat wilde ze nou eigenlijk van mij?’
Laleh belde me in de avond.
‘Jay, nog bedankt voor je gezelschap. Ik had het echt even nodig. Het gaat nu weer een stuk beter,’ zei ze.
‘Ik vond het ook leuk meisje. En voor straks alvast welterusten. En niet te veel piekeren hoor, dat is niet goed voor dat mooie hoofdje van jou.’ Ik had direct spijt van mijn laatste opmerking. Ik wilde vooral geen verkeerde indruk bij haar wekken. En zeker niet met haar flirten, hoewel ze mij zeker niet koud liet.
Laleh reageerde niet op mijn laatste woorden.
‘Ik zal het proberen, maar ik kan je niets beloven. Maar het heeft in ieder geval wel geholpen. Jay… nogmaals bedankt.’
Haar sensibele stemgeluid bezorgde me een rilling of was het een tinteling?
Toen ik de maandagmorgen op kantoor kwam hoorde ik van de secretaresse dat Esther onderweg naar Londen was. Ik begon steeds minder van haar te begrijpen. En dat deed me zeer. Francesco was in de loop van de morgen met zijn assistente naar kantoor gekomen. Katarina was een mooie slanke blondine, maar vooral een spontane en een innemende persoonlijkheid.
‘En ze heeft nog hersens ook,’ lachte Francesco. ‘En dat is tegenwoordig mooi meegenomen, wat jij Jay?’
‘Zeker,’ zei ik wat ongemakkelijk en keek naar Katarina. Ik hield niet zo van dat machogedrag.
Het klikte meteen tussen haar en Laleh en mij.
‘Jullie moeten me wel een beetje helpen hoor,’ zei ze. ‘Ik weet er wel iets van, maar over de specifieke dingen van SFF ben ik volkomen blanco. Behalve dan datgene wat Francesco mij heeft verteld, weet ik nauwelijks iets. En wat hij mij heeft verteld, heeft hij volgens mij allemaal zo ingewikkeld spannend gemaakt, dat ik mezelf afvraag wat nu de werkelijkheid is.’
Ik kon niet goed plaatsen wat ze daarmee bedoelde. Zo kende ik Francesco in ieder geval niet.
‘Kom maar met mij mee Katarina,’ zei Laleh. ‘Die kerels kunnen nou nooit eens iets op een normale manier uitleggen. Gewoon zeggen zoals het is. Gewoon de feiten en niet hele verhalen en met een hoop gratis maar vooral nutteloze poeha er bij.’
‘Laleh Sherazi, je mag dan wel de grote baas van de ontwerpafdeling van SFF zijn, maar dat wil niet zeggen dat je Jay en mij zomaar kunt koeioneren.’
Laleh keek me vragend aan. Ze snapte het woord niet.
‘Hij wil alleen maar zeggen, dat hij vindt dat je aardiger over ons moet praten. Met meer respect,’ legde ik haar uit.
‘Oh…’ zei ze. ‘Is dat alles?’


De weken vlogen voorbij. Esther was al drie maanden weg. Ik had niets meer van haar gehoord.
Toen ik aan Francesco vroeg of ze dat vaker deed, zei hij dat ik me geen zorgen hoefde te maken.
‘Ze loopt niet in zeven sloten tegelijk Jay.’
Ik vroeg hem of hij ook niets meer van haar had gehoord.
‘Ik heb haar vorige week nog gesproken. We hebben ons maandelijkse aandeelhoudersvergadering deze keer maar telefonisch afgedaan. Toen we pas getrouwd waren deden we dat in bed,’ grinnikte hij.
‘Bespaar me de details,’ was mijn reactie.
‘Zoveel valt er niet over te vertellen. Droge saaie cijfers Jay. Alleen maar.’
Francesco keek me aan en ik zag de glimlach op zijn gezicht.
‘En dat is toch niet waar je net op doelde, toch?’ voegde hij er nog aan toe.
Het was midden december, toen Esther weer iets van zich liet horen. Ze vroeg me wat ik met Kerstmis van haar wilde hebben.
‘Een doosje met aandacht. En jij van mij?’ was mijn reactie geweest.
‘Een doosje met begrip,’ had ze geantwoord.