Hoofdstuk 9

 

Robert was teruggekeerd met twee volle plastic tassen met levensmiddelen en met een grote gele tas waar met strakke zwarte letters “Jamisson Drinks & Liquor ” op geprint stond.
Hij had beide dames er op attent gemaakt dat ze het er voorlopig maar even mee moesten doen. Hij had er voor het gemak ook nog maar even aan toegevoegd dat zijn financiële bronnen alles behalve onuitputtelijk waren en dat de bodem al aardig in het zicht begon te komen.
Robert zette de drie tassen demonstratief voor Liz neer.
‘Als jij dit nou even netjes voor me opruimt dan krijgt je straks een lekker glaasje whisky van me. Ik heb hele goede voor je meegebracht. Je bent tenslotte onze gaste en bovendien wil ik niet dat gezeik aan mijn kop hebben, dat het allemaal weer eens niks mag kosten.’
‘Zie je nou wel Sas. Hij heeft echt geen opvoeding gehad. Dat woordgebruik… bovendien zeik ik niet.’
‘Bespaar me je toelichting. Ik geloof alles, als je maar even je mond houdt.’
‘Robbertje toch. Ben je chagrijnig of zo…?’
‘Nee Liz, ik ben niet chagrijnig of zo, maar wel gespannen. Mag het? Het is voor mij ook geen dagelijks werk om de hele dag met twee vrouwen op een motelkamer te zitten.’
‘Wat doen wij fout…?’ antwoordde Liz met veel misbaar. Saskia typte onverstoorbaar verder.
‘Jullie doen niks fout. Maar ik ben vandaag gewoon niet zo in mijn hum. Beetje gespannen of zo en ik heb barstende hoofdpijn.’
‘Kom eens hier… dan zal tante Liz je nekje even masseren en dan zul je zien dat het daarna weer een stuk beter met je gaat.’
Robert voelde er eigenlijk niet veel voor maar Liz bleef aanhouden en tenslotte gaf hij zich er maar aan over.
‘Het is bijna half twee,’ zei Saskia en ze wees op de tijdsaanduiding van haar computer.

 

-34-


‘Nog tien minuten.’
‘Moeten we nog wat voorbereiden of…’ Robert draaide zijn nek een paar keer heen en weer. ‘Nou Liz ik moet zeggen… daar is het in elk geval niet slechter van geworden. Dank je wel. Maar nou even serieus wat gaan we tegen de grote Romanov vertellen?’
‘Ramondo Robert, de grote Ramondo en niet de grote Romanov.’
‘Oké Ramondo dan. Wat gaan we hem vertellen en wat gaan we hem vooral niet vertellen?’
‘Alles. We gaan hem alles vertellen.’
‘Hoezo Liz? Hoezo alles?’
‘Zoals ik het zeg. Hij moet alles weten, anders gaat het niet werken. We moeten hem het volste vertrouwen geven. Tovenaars zijn daar gevoelig voor.’
‘Geloof je het zelf?’ Robert voelde er niet veel voor om Ramondo volledig op de hoogte te brengen van hun plannen, maar na aandringen van Liz stemde hij mokkend toe.
‘Wie doet het woord?’
‘Laat mij het maar doen,’ stelde Liz voor.
‘Jij…?’ Robert leek er door van zijn stuk gebracht. ‘Dat kan toch niet, jij bent onze gijzelaarster!’
‘Jongeman, het is mijn geld waar het over gaat. Jullie geven tenslotte jullie deel terug, dus op die koffers hoeft de grote Ramondo zijn magische kunststukjes niet op bot te vieren. Daarom doe ik het woord en daarmee uit.’
Robert schudde mismoedig zijn hoofd.
‘Sas, wat vind jij?’
‘Ze heeft een punt Robert. Het is haar belang, dus dan mag ze wat mij betreft het ook mooi zelf allemaal regelen. Als het fout gaat, dan draait ze daar zelf voor op. Wij in elk geval niet. Wij gaan daar niet over.’
‘Als je het zo benadert…’ Robert stond op en liep naar de deur.
‘Nog even een ding Liz…’ Hij keek haar met een strenge blik aan. ‘Je houdt je aan het script. Dus geen flauwekul.’
‘Zeker meneer Robert, ik zou niet durven,’ grinnikte Liz.
Toen Robert bijna bij de deur was werd er geklopt. Robert maakte de deur open en daar stond een mannetje van hooguit anderhalve meter voor zijn neus. Een uit de kluiten gewassen kabouter, meer kon Robert er niet van maken. De man droeg een sjofel grijsachtig pak en met zijn vette haardos en een baard van minstens een week maakte hij nou niet bepaald een verzorgde indruk.
‘En u bent?’ vroeg Robert voorzichtig aan het kereltje.
‘Ramondo, de grote Ramondo. Ik had een afspraak op veertig, maar ik dacht u zult hier wel zijn?’
Robert had zonder meer verwacht dat de goochelaar wat groter zou zijn. De naam van “grote Ramondo” had in elk geval niets met zijn postuur te maken. Het feit dat hij wist dat ze in kamer negenendertig waren en bijvoorbeeld niet in eenenveertig maakte wel indruk op Robert.
‘Knap dat u dat weet… uh dat u wist dat we hier waren, in plaats van op veertig.’
‘Nou, zo knap is dat niet hoor meneer. Kwestie van logisch denken. Als er niet op veertig wordt opengedaan en ook niet op eenenveertig, dan ligt het voor de hand dat je dan maar eens op negenendertig je geluk probeert. Zo is het toch meneer of niet soms?’
‘Ja, natuurlijk ’zuchtte Robert. Het was jammer dat de grote Ramondo deze verklaring had gegeven. Het vertrouwen van Robert was er in elk geval niet door toegenomen.
‘Maar komt u binnen,’ zei Robert tegen de grote Ramondo, die nog steeds geduldig in de deuropening stond te wachten, nieuwsgierig naar datgene wat er ging komen.
‘Dit is Saskia en dit is mevrouw Liz.’
‘Verrek Liz Thompson, wat doe jij hier?’ was de reactie van de grote Ramondo.
‘Kennen jullie elkaar?’ vroeg Robert verbaasd.
‘Nou, kennen… We zijn elkaar wel eens eerder tegen het lijf gelopen,’ antwoordde Liz snel.

 

-35-


‘Dat kun je wel zeggen,’ was de reactie van Ramondo en hij knipoogde naar Liz.
Zowel Liz en Ramondo lieten het hierbij. Saskia keek naar Robert en ze haalde haar schouders op.
Robert zag dat Ramondo een aanzienlijk deel van zijn rechter onderarm miste. Ramondo gaf er blijkbaar de voorkeur aan om iemand zijn stomp in de hand te duwen boven het geven van een linkerhand. Robert vond het wat vreemd aanvoelen, maar van de andere kant vond hij het ook wel dapper van de kleine man om zo met zijn handicap om te gaan. Gewoon net doen of er niets aan de hand was.
‘Zal ik nu maar…?’ stelde Liz voor.
Robert en Saskia knikten instemmend.
‘Willen jullie niet eerst iets drinken of…? Ramondo?’ vroeg Saskia.
‘Heeft u een kopje koffie mevrouw?’
‘Alleen limonade en sterke drank meneer Ramondo, daar zal je het mee moeten doen,’ was het formele antwoord van Liz. Het joviale van de eerste begroeting leek ineens te zijn verdwenen.
‘Misschien dat we toch een keer een koffiezettertje moeten aanschaffen. Dat hoeft niet zo’n dure te zijn. Gewoon een simpel ding. Ik vind een kopje koffie op zijn tijd ook wel lekker,’ zei Liz tegen Robert.
‘Liz, toe nou. Concentreer je nou eerst eens op meneer hier.’
‘Hij heet Ramondo.’
‘Oké, op meneer de grote Ramondo. Zo goed?’
‘Onze Robert is vandaag niet zo in zijn hum Ramondo. Hij is een beetje knorrig, maar dat moet je hem maar niet kwalijk nemen.’
Robert kreeg wurgneigingen door het gedrag van Liz, maar hij vermande zich en nam zich voor om niet meer op de sneren van Liz te reageren. Toen iedereen van een glas limonade was voorzien, behalve Liz, die weer een vol glas whisky voor zich had staan, schraapte Liz haar keel.
‘Ramondo, wat ik je nu ga vertellen is een groot geheim en dat moet zo ook blijven. Je weet dat Ik mevrouw Thompson ben, maar zeg maar Liz. Dat is wel net zo gemakkelijk.’
Ramondo keek haar verwonderd aan en schudde zijn hoofd.
‘Nou ga je me zeker ook nog vertellen dat je de echtgenote bent van de grote Charles Thompson?’ Liz, zit je mij soms te fuck…?’
Liz viel hem in de rede.
‘Ja, uh nee bedoel ik. Het is wel goed zo. Ik ben min of meer ontvoerd door deze twee jonge mensen. Het is hun eerste ontvoering en daarom is het een beetje, wat zal ik zeggen… een beetje rommelig. Niet echt fijn georganiseerd. Nou is het de bedoeling dat we meneer Charles een paar centjes afhandig maken, maar wel op zo’n manier dat hij daar niet al te veel pijn van zal hebben. Deze jongelui zijn zo eerlijk om het losgeld dat ze voor mij zullen ontvangen, weer terug te bezorgen bij de rechtmatige eigenaar, inclusief zijn liefhebbende vrouw. Dat ben ik dus. Alleen er is een kleine bijkomstigheid. Mijn deel, eigenlijk mijn slachtoffervergoeding om het zo maar eens te zeggen zou ik graag zelf willen behouden.’
‘Even zodat ik het nog allemaal snap. Deze twee jonge mensen hebben jou ontvoerd, vragen losgeld en gaan dit losgeld weer teruggeven aan Thompson? Tegelijkertijd met jouw terugkeer? Nou, dat zal  Charles zeker wel kunnen waarderen, maar denk je ook dat hij het wel zal kunnen waarderen dat een deel van het losgeld er niet meer is?  Want zoals ik het nu begrijp, pik jij dat gemakshalve maar in als een soort vergoeding voor jouw min of meer gedwongen deelname aan deze ontvoering.’
‘Niet min of meer. Ik moest gewoon van die twee daar. Maar goed, je snapt het helemaal.’
‘Niet helemaal Liz.’
‘En wat is dat dan? Wat snap je niet?’
‘Mijn rol daarin.’
‘Natuurlijk, Wat stom van me. Nou, jouw rol is als volgt. We laten het losgeld in vier koffers doen. In elke koffer een miljoen.’
‘Dus totaal is er een losgeld gevraagd van vier miljoen? Dat is niet mis.’
‘Ik ben dat dubbel en dwars waard Ramondo,’ was de bitsige reactie van Liz.
‘Sorry hoor. Natuurlijk, zeker als jij dat zegt en nou maar te hopen dat Charles dat ook vindt.’

 

-36-


Liz reageerde niet op de opmerking van Ramondo. Robert had nog steeds het gevoel dat ze elkaar veel beter kenden dan dat ze lieten merken. Het was hem opgevallen dat hij vrij familiair op Liz reageerde en dat hij blijkbaar Charles Thompson kende. Hij wist in elk geval te vertellen hoe die zou reageren. Hij wekte in elk geval die indruk.
‘Nou, om een lang verhaal kort te maken. Van de vier koffers van een miljoen, om het zo maar eens te zeggen is er eentje voor mij.  Nou is het aan jou om er voor te zorgen dat deze koffer zonder dat er iemand iets van merkt wordt omgewisseld.’
‘Met wat?’
‘Met exact dezelfde koffer, maar dan gevuld met krantenpapier. Bij voorkeur met exemplaren van de krant van Charles Thompson, de New Daily Express.’
‘Aha, nou snap ik ‘m. De grote verdwijntruc. Mijn specialiteit.’
Robert dacht aan de ontbrekende rechterhand en kon het niet nalaten om een opmerking te maken.
‘Heb je de laatste tijd nog wel wat geoefend? En zo ja, was dat ook wel met succes?’
Ramondo keek hem vragend aan.
‘Hoe bedoelt u meneer Robert?’
‘Eh, nou ja. Het was zo maar een vraag. Het is wel de bedoeling dat de koffer met het miljoen verdwijnt, maar daarna ook weer volledig intact opduikt.’
Liz keek boos naar Robert, want ze begreep meteen waar hij op doelde.
‘Meneer Ramondo, neem het hem maar niet kwalijk. Hij is echt een beetje van slag. Hij is dit soort avonturen niet zo gewend.’
‘Geen probleem Liz. Ik kan het wel begrijpen. Zeker als het voor hem de eerste keer is. Maar goed. Ik kan het wel regelen, dat is het probleem niet en wat zit er voor mij aan? Ik bedoel wat houd ik er aan over?’
‘We hadden gedacht aan vijftigduizend,’ zei Liz met een lichte aarzeling.
‘Vijftig…? Dat is niet ruim. Tenminste als ik mijn aandeel in ogenschouw neem. Zonder mijn inbreng wordt het moeilijk en bovendien gaat het tenslotte om veel geld.’
‘Het is maar een miljoentje Ramondo. De rest gaat terug naar Charles. Maar goed, wat had je dan zelf in gedachten?’
De grote Ramondo aarzelde even een moment en wreef zich met zijn linkerhand over zijn ongeschoren kin.
‘Voor het dubbele kan ik het wel voor jullie regelen.’
‘Een ton! Nou, dat is niet misselijk. Maar goed, dat moet dan maar,’ zuchtte Liz met veel gevoel voor dramatiek. ‘Maar dan moeten we er van uit kunnen gaan dat het allemaal gaat lukken. Dus geen succes is dus geen poen.’
‘Dat lijkt me fair. Nou dan gaan we maar eens aan de slag.’ Hij richtte zijn stomp naar Liz die hem met een lichte aarzeling in haar hand nam.
‘Deal?’
‘Deal,’ antwoordde Ramondo.
Hij keerde zich naar Saskia, die de stomp op haar af zag komen.
‘Het is al goed meneer Ramondo. Fijn dat u met ons in zee wilt gaan.’ En ze haastte zich naar haar laptop. Robert kwam er niet onderuit. Hij schudde wat onbeholpen de stomp van Ramondo.
‘Weten jullie al wanneer en hoe de transactie gaat verlopen. Hebben jullie al wat afgesproken?’
‘Nee, om eerlijk te zijn niet. We staan eigenlijk tot nu toe nog zo goed als op nul.’
Hij keek met een ongelovig blik naar Liz.
‘Dus als ik het goed begrijp is er nog geen enkele afspraak over gemaakt?’
‘Nee en ja. Dat is het nou juist. Alles is nog zo’n beetje open.’
‘Nou ja, dat heeft ook zo zijn voordelen. Nu kunnen we in elk geval nog aangeven in wat voor soort koffers we het willen hebben. Ik bedoel het merk en het type en de kleur. Dan wordt het ook allemaal wat simpeler en is het alleen maar een kwestie van het verwisselen van één van de koffers. Dat scheelt weer.’
‘Scheelt dat ook in de hoogte van uw vergoeding, nu u dit allemaal weet,’ was de reactie van Saskia.
Ramondo keek haar met een donkere blik aan.

 

-37-


‘Het was toch te proberen,’ verontschuldigde ze zich.
‘Dat was het zeker. Maar je bent het toch met mij eens dat ook al omdat jullie zelf geen enkel plan hebben, één ton nou niet bepaald de hoofdprijs is.’
‘Nou ja. Het is toch ook niet niks, een ton,’ mopperde Robert.
‘Dat zeg ik ook niet. Maar nogmaals, jullie inbreng is tot nu toe nihil.’
‘U bent de tovenaar.’
‘De illusionist meneer Robert. Ik ben alles behalve een tovenaar.’
‘Oké Ramondo, maar nu even serieus, nu even de handen uit de mou… eh ik bedoel eigenlijk… nu aan de slag.’
Robert had geprobeerd de zin nog een andere wending te geven, maar hij wist dat het te laat was.
‘U bent een grapjurk meneer Robert,’ was de reactie van Ramondo. ‘Ik kan veel, maar de handen uit de mouwen steken is iets te veel gevraagd. Wilt u voor deze keer genoegen nemen met één hand?’ voegde hij er lachend aan toe.
Robert kleurde.
‘Sorry… ik bedoelde bij wijze van spreken.’
‘Natuurlijk meneer Robert.’
‘Kom jongens, niet zo raar tegen elkaar doen.’ Liz nam nog maar eens een slokje whisky.
‘Doen wij raar tegen elkaar meneer Ramondo?’ reageerde Robert op een verongelijkte manier.
‘Ik denk dat Liz het even anders zag, maar om een antwoord te geven op uw vraag. Nee, we doen niet raar tegen elkaar.’
‘Wil je alsjeblieft ook ophouden met dat meneer-gedoe en ons gewoon tutoyeren.’
‘Zeker, geen enkel probleem. Wie van u heeft contact met de andere partij?’
‘Jullie…’
‘Eh, wie bedoelt u met jullie? Bedoelt u mij?’
‘Wie van jullie… dus geen “u”... Weet je wel, dat hebben nog geen seconde geleden afgesproken. Graag tutoyeren.’
‘Oh… ja natuurlijk, neem mij vooral niet kwalijk. Ik moet nog even aan de situatie wennen. Ik ben netjes opgevoed. Italiaanse voorouders… ’ Ramondo onderstreepte dit nog eens met veel gebaar.
‘Dus… om antwoord op je vraag te geven. Saskia heeft het contact met Thompson.’
‘Oké helder. Nou dan zullen we maar eens aan de slag gaan. De handen uit de mouwen steken… om met Robert te spreken.’ Ramondo vond het blijkbaar toch wel komisch.