Hoofdstuk 6

 

Saskia stond nog steeds met haar gezicht naar de muur gekeerd en Robert had zichzelf maar een whisky ingeschonken. Hij was blij dat ze in de supermarkt een doosje goedkope glazen mee hadden genomen. Hierin smaakte de wijn en whisky in elk geval beter dan uit de plastic bekers uit de badkamer.
‘Wil je ook wat drinken Saskia?’
‘Doe mij maar een glas witte wijn. Ik ben er wel aan toe geloof ik.’
‘Jongens, het is pas drie uur in de middag,’ reageerde mevrouw Thompson. ‘Maar goed, meisje ik zie dat je een laptop bij je hebt. Zullen we nu eerst maar eens een plan maken, want zo wordt het echt niets. Geloof me nou maar.’
Robert haalde zijn schouders nog maar eens op. Het was niet echt gebruikelijk dat in een ontvoeringszaak het slachtoffer de plannen uitwerkte voor het verdere verloop, maar hij had zelf ook geen idee hoe het nu verder moest. Het eerste deel was gelukkig volgens plan gegaan, daarna was het uit de hand gelopen. De oorzaak hiervan lag voor de volle honderd procent bij mevrouw Thompson. Door haar was alles zo anders gegaan dan dat hij het zich had voorgesteld. Hij vroeg zich af of het tij nog kon worden gekeerd. Of dat het misschien niet verstandiger was om een taxi te bellen en mevrouw weer netjes en ongeschonden thuis af te leveren. Dan was het een kwestie van de spullen pakken en er als een speer vandoor gaan. Zijn baan bij Slegde and Sons beschouwde hij toch al als verloren. Zeker als de oude Slegde zou horen dat hij, Robert Brown zich met criminele activiteiten bezig hield. De oude Slegde zou hem op staande voet ontslaan, zonder regeling of wat dan ook. Misschien dat ze samen mevrouw Thompson er nog van zouden kunnen overtuigen dat zowel Saskia als hij het allemaal niet zo gemeend hadden en misschien dat mevrouw dan af wilde zien van het doen van aangifte. En meneer Thompson dan? Wat zou die nu aan het doen zijn? Zou hij al met de hoogste politietop een plan-de-campagne hebben uitgewerkt om zijn vrouw te bevrijden uit de handen van haar lafhartige ontvoerders? Een plan dat Thompson natuurlijk zo min mogelijk zou gaan kosten. In elk geval geen vier miljoen pond.
‘Robert! Blijf je nog wel even bij de les? Het is ook jouw feestje.’ Mevrouw Thompson was onverbeterlijk. ‘Nou vertel mij nou eerst maar eens wat jullie oorspronkelijk plan was.’
Saskia schraapte haar keel.
‘Het was de bedoeling dat we u zouden ontvoeren en u zouden laten onderduiken in dit motel.
Daarna zouden we u vertellen wat de uiteindelijke reden is van uw ontvoering en daarna wilden we in overleg met u een plan maken hoe we dit avontuur tot een goed einde zouden kunnen brengen. Dus alles is “zouden”, maar dat was het plan voordat wij u gegijzeld hadden. Nou weet ik het ook niet meer.’
‘Zo, oké duidelijk. De ontvoering is in elk geval gelukt en ik zit in een motelkamer. En nu verder?’
‘Uw man heeft in zijn krant mensen opgeroepen om een origineel avontuur te verzinnen. Nou ja te verzinnen… het moet allemaal echt gebeurd zijn. Hij heeft de deelnemers hier dertig dagen de tijd voor gegeven. Overigens weten wij niet hoeveel deelnemers er zijn, laat staan wie er mee doen. Maar dat terzijde. We kwamen op het idee dat het best wel een stunt zou zijn om de echtgenote van Charles Thompson te kipnappen en op het einde van de dertig dagen, bij de presentatie van ons avontuur vrij te laten, ergo weer naar huis te brengen en op die manier meneer Charles te verrassen.’ Saskia keek naar Robert.
‘Zo was het toch Robert?’
‘Ja hoor, zo was het. Maar of het nu nog zo is dat betwijfel ik.’
Mevrouw Thompson nam het woord.
‘Jongelui, ik vind het eigenlijk wel een verdraaid origineel plan en als ik er niet in voor was gekomen had ik het nog kunnen waarderen ook. Maar goed, ik maak er blijkbaar deel van uit, dus vooruit dan maar met de geit. Het is niet anders.’
Saskia en Robert keken elkaar aan.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Wat ik bedoel? Nou, ik wil die blik van mijn liefhebbende echtgenoot wel eens zien, als jullie met dit avontuur op de proppen komen. Hij heeft het tenslotte zelf min of meer uitgelokt.’

 

-19-


‘Bedoelt u dat u ons gaat helpen?’
‘Nou, helpen… Ik wil geen deel uitmaken van jullie ontvoering, tenminste niet als ontvoerder. Maar ik kan natuurlijk wel het mezelf en daarmee jullie een stuk gemakkelijker maken. Dat zal niemand me kwalijk kunnen nemen. Maar het blijft natuurlijk wel jullie avontuur. Kunnen jullie je daarin vinden?’
‘Ik wel Sas. En jij?’ reageerde Robert als eerste.
‘Eh, ja ik ook wel, geloof ik.’
Het viel hem op dat ze nu geen opmerkingen maakte over het feit dat hij haar Sas had genoemd. De bereidheid van mevrouw Thompson om mee te werken had in elk geval de spanning uit de lucht gehaald.
‘Nou dan moeten we nu maar eens even kijken wat de volgende stap gaat worden,’ sprak hij monter.
‘Dat lijkt me een goed idee. Heb je nog wat te drinken?
‘Wilt u nog een whisky mevrouw?’
‘Nee dank je Robert. Heb je een watertje of zo? En nu we schijnbaar toch een aantal weken op elkaar zijn aangewezen zou ik graag willen dat jullie mij aanspreken met mijn voornaam. Dat maakt het wel net zo gezellig. Ten overvloede, ik heet gewoon Liz,’ zei ze met een lach.
‘Oké Gewoon Liz, hier is je watertje,’ grapte Robert.
Saskia had de laptop klaar gezet op het kleine tafeltje, dat ze naar voren had geschoven zodat ze alle drie zicht hadden op het scherm. Robert en Liz zaten naast elkaar op de rand van het bed. Saskia zat in de stoel achter haar laptop.
‘Roept u maar. Wie heeft een idee?’
Op datzelfde moment ging het mobieltje van Saskia.
‘Hi, ja alles goed. Dank voor je hulp… is goed. Dan laat ik het weten. Liefs.’
‘Dat was de bezorger,’ zei ze tegen Robert.
‘Oh Colin,’ reageerde Liz Thompson.
Robert keek vol ongeloof naar Saskia.
‘Je denkt toch niet dat ik gek ben. Dat ik niet door heb dat mijn eigen chauffeur jullie geholpen heeft.
Met zijn boodschapje bij Motel Dexter…! Jongelui kom nou toch. Ik ken Colin beter dan hij zichzelf kent. Ik heb hem echt nog nooit zo nerveus gezien.’
‘Wist u dat hij door uw man ontslagen is?’
Liz glimlachte.
‘Soms is het beter om dingen niet te weten. Toch?’
Ze pakte de hand van Robert.
‘Geloof me Robert, soms zijn de dingen zo veel anders dan dat ze lijken. Knoop dat maar goed in je oren. Niet vergeten wat tante Liz je net verteld heeft. ’
Robert had geen flauw idee wat ze bedoelde maar hij knikte dat hij het er mee eens was.
‘Nou zullen we dan maar…’
Liz wreef met haar handen door haar haren.
‘Vandaag nog naar de kapper geweest. Zonde van het geld. Als gijzelaarster hoor je er niet pico bello gekapt uit te zien. Maar meer gekaapt…’
Ze moest zelf om haar opmerking lachen. Robert en Saskia vertrokken geen spier.
‘Ik vond het wel leuk gevonden van mezelf,’ merkte Liz monter op. ‘Maar ja, jullie gevoel voor humor zal wel net zo goed ontwikkeld zijn als jullie gevoel voor een goede vlot lopende ontvoering.’

 

-20-


‘Mevrouw…toe nou.’
‘Beste Robert, wat hadden we nou afgesproken? Jullie zouden mij met mijn voornaam aanspreken. Dat geeft me echt een beter gevoel en het is meteen allemaal veel vriendschappelijker en dat meen ik nu eens een keer echt.’
‘Goed, maar wilt u… sorry, wil je ons alsjeblieft niet om de minuut de grond in boren en ons niet afschilderen als een stelletje imbecielen.’ Robert was zichtbaar geïrriteerd.
‘Nou sorry hoor… Mijn excuses als ik jullie te kort heb gedaan.’
Robert noch Saskia wisten niet wat ze met deze opmerking aan moesten. Of ze het excuus van Liz serieus moesten nemen of dat het de zoveelste sneer in hun richting was.
‘Overigens, hoe is de nacht geregeld? Ik bedoel, wie slaapt waar?’
‘We hebben maar één kamer tot onze beschikking. Dus…’
‘Dat gaat niet gebeuren jongelui. Saskia mag bij mij blijven, maar jij Robert, jij moet maar zien waar je blijft maar niet bij ons in het bed, noch op de kamer. Ik heb als gevangene ook recht op een beetje privacy. Samen met een vrouw kan ik nog wel accepteren, maar herenbezoek… nee dat ga ik niet trekken.’
Robert zag aan het gezicht van Liz dat ze bloedserieus was. Hij wist eigenlijk niet goed hoe hij het ermee had. Wat hij moest doen? Saskia reageerde niet en zat achter haar laptop.
‘Saskia wat vind jij?’
‘Uh, hoezo, waarvan?’
‘Wat Liz net zei. Dat ik maar ergens anders mijn heil moet zoeken. Dat ik zelf maar iets voor de nacht moet vinden.’
‘Tja, het is hier niet echt ingericht voor twee dames en een heer, tenminste als ze dat bedoelt.’
‘Dat bedoelt ze,’ was de reactie van Liz.
‘Maar eh… wat moet ik dan?’ sputterde Robert. ‘Dit was toch niet afgesproken.’
‘Andere kamer misschien?’ opperde Liz.
‘Ja, jullie hebben lekker praten, maar wie gaat dat allemaal betalen?’
‘Ik heb het niet bedacht. Misschien dat jullie de kosten samen kunnen delen,’ was de reactie van Liz en ze keek naar Saskia.
Saskia reageerde niet.
‘Sas?’
‘Wat nou Robert?’ reageerde ze bitsig.
‘Kan je het er mee eens zijn, wat Liz zo juist voorstelde. Dat we misschien de kosten kunnen delen? Ik heb tenslotte tot dusver alles betaald.’
‘Stil nou even.’
Saskia staarde naar het beeldscherm.
‘Je gelooft het niet…’zei ze vol verbazing.
‘Wie gelooft wat niet?’
‘Hoe kan dat nou in godsnaam? Mevrouw Liz Thompson heeft vanmiddag een project opgestart voor oudere eenzame mensen…’
Vol ongeloof keek ze naar Liz.
‘Waar staat dat?’ vroeg Liz.
‘In de krant, in de New Daily Express.’
‘Je moet niet alles geloven wat ze schrijven…’
Saskia leek even uit het veld geslagen.

 

-21-


‘Ja, maar het staat er toch!’
‘Zoals ik al zei, je moet niet alles geloven. Kootje zal wel iets van plan zijn. Misschien wil hij jullie wel laten geloven dat ik niet de echte ben. Staat er ook een foto bij?’ Ze lachte schel en vooral Robert kreeg er rillingen van.
‘Nee, bij dit stukje niet. Maar op pagina eenendertig staat er blijkbaar ook nog iets over,’ antwoordde Saskia.
‘Nou zie je wel… dat is nou typisch zo’n actie van mijn Kootje. En misschien ben ik ook wel niet de echte mevrouw Thompson…’ Ze pakte de hand van Robert vast.
‘Je weet maar nooit Robert. Mensen kunnen zich soms zo anders voordoen.’
‘Maar Colin…’ reageerde Robert hij en hij keek naar Saskia.
Die haalde haar schouders op. Het was duidelijk dat ze het ook niet wist.
‘Misschien zit Colin wel in mijn complot. Misschien heb ik hem wel omgekocht? Hij is mij altijd trouw geweest en denk je nou echt dat hij mij zou uitleveren aan een stelletje amateuristische aspirant-ontvoerders?’
‘Leuk geprobeerd Liz, maar ik geloof er niets van. Je hebt vanmiddag nog met meneer Kootje eh sorry met meneer Charles getelefoneerd…’
‘Wie zegt dat Kootje meneer Charles is?‘
Robert keek naar Saskia.
‘Sas…?’
‘Ik weet het ook niet…’ zei ze terwijl ze verder scrolde.
‘Moet je kijken, dit is echt niet mevrouw Thompson… die vrouw hier op deze foto.’
Robert boog zich over het beeldscherm en keek naar Liz.
‘Ik word gek.’
‘Niet doen Robert, dat kunnen we nu even niet gebruiken. We moeten nu onze hersens erbij houden. Kom op, verman je. Wees een vent.’ De woorden van Liz maakten hem alleen nog maar onrustiger.
‘Maar…’
‘Niks maar. Saskia schenk me nog eens een glas whisky in en doe er ook maar een voor onze vriend hier, want hij heeft het even nodig, Doe het glas maar zo vol mogelijk.’
Het viel Robert wel op dat Saskia zich eigenlijk nogal afzijdig hield. Ze had nauwelijks nog gereageerd op de constatering dat de mevrouw Liz Thompson, die ze samen in Motel Dexter hadden geparkeerd, blijkbaar ook nog volgens de Daily dezelfde middag als mevrouw Liz Thompson een projectje had opgestart.
‘Saskia, wat denk jij hier nou eigenlijk van?’ Robert vroeg het bijna smekend.
‘Geef me je mobiel eens?’ zei Saskia op gebiedende toon tegen Liz.
‘Zo de jonge juffrouw wordt brutaal,’ reageerde deze vervolgens, maar ze haalde haar mobiel uit haar tas en gaf de Iphone aan Saskia.
‘Waar kan ik dat konijn vinden?’
‘Probeer het eens in de dierenwinkel…’
Saskia was het getreiter van Liz helemaal zat.
‘Wat wil je nou eigenlijk?’ Wil je ons helpen, zoals je steeds beweert? Of wil je ons hier gewoon de komende maand gaan zitten zieken? Want zo lang gaat dit duren mevrouw… eh wie je dan ook bent.’ Saskia leek boos. ‘We kunnen elkaar hier het leven zuur gaan zitten maken of we proberen er het beste van te maken. Tot op dit moment schiet het niet op. Net zo min als met ons avontuur Robert.’
Ze keek hem aan en schudde haar hoofd. Ze leek er moedeloos van te worden, althans dat straalde ze uit.
‘Tot nu toe hebben alleen maar een hoop gezeik van mevrouw daar. Verder niets. Als we niet meer te vertellen hebben dan we tot nu toe hebben meegemaakt dan zullen we absoluut niet tot de prijswinnaars gaan behoren. Maar goed, ik ga eerst eens met meneer Charles bellen om vast te stellen of hij zijn vrouw werkelijk mist of dat wij hier opgescheept zitten met een of andere recalcitrante vijftigplusser, die zich voordoet als de echtgenote van Charles alias konijn Thompson.’
‘Drieënvijftig om precies te zijn.’ Ze kon het blijkbaar niet laten.
‘Nou vooruit, waar staat dat konijn ook al weer?’

 

-22-


‘Onder de K van Kootje… of konijn. Het kan allebei, nu ik er zo eens over nadenk.’
Saskia tikte met haar vinger op de “K” in de display van de Iphone van Liz.
‘Meneer Thompson, hier nog even met Sas… u weet wel van de ontvoering van uw vrouw.’
Blijkbaar kwam de mededeling niet goed over of ze werd in ieder geval niet helemaal begrepen.
‘Ja met die Sas. Ja, juist die. Die van de ontvoering van Knibbel of hoe jullie elkaar dan ook noemen.’
Liz kneep Robert in zijn been.
‘Het is best een aardige meid, die Saskia. Maar een beetje ongeduldig. Je moet er echt werk van maken Robbie, ze is absoluut de moeite waard.’
‘Mevrouw… eh Liz, wees nou eens een beetje aardig. Ik heet Robert en geen Robbie of Bobbie of weet ik veel. Gewoon Robert.’
Hij had er meteen alweer spijt van. Van gewoon Robert.
‘Wees nou eens even stil, stelletje herriemakers,’ bromde Saskia. ‘Nee, niet u meneer Thompson, maar die twee parkieten hier.’
Saskia hield haar vinger voor haar lippen.
‘Nee, geen twee paar tieten… maar parkieten. Van die vogels… Och laat maar… Meneer Thompson, mist u uw vrouw of niet? Want ik zag op de webpagina dat mevrouw Thompson eenzame bejaarden helpt, die …’
Saskia werd onderbroken.
‘Nou ouderen dan als u dat correcter vindt. Maar goed in ieder geval, eh wat wilde ik ook weer zeggen…. O ja, in elk geval kan dat niet, want mevrouw Thompson hebben we hier. Dus ik snap niet zo goed…’
Saskia draaide achteloos een krul in haar haren.
‘Eh…maar waarom dan? Oh… Oké, ik begrijp het. Enfin, hoe het ook zij, we hebben wel de goede? Mooi… fijn.’
Ze hield het mobieltje even opzij.
‘Robert, ze is het wel.’
Daarna hervatte ze het gesprek met Charles Thompson.
‘U vindt vier miljoen aan de hoge kant? Kom op meneer, ze is het waard. Zo’n mooie intelligente vrouw van amper vijftig. U mag zich een gelukkig mens prijzen.’
Liz was zichtbaar geamuseerd.
‘Goed zo Sas, zet ‘m op. Geef hem van katoen.’
Blijkbaar inspireerde deze woorden Saskia.
‘Meneer Thompson, als uw vrouw u geen vier miljoen waard is, dan bent u een ontevreden over het paard getilde eigenheimer. Een egoïst pur sang. Dan bent u helemaal niet waard om zo’n fijne vriendelijke charmante vrouw te hebben.’
Liz stond op en applaudisseerde.
Thompson vroeg waarschijnlijk wat er aan de hand was.
‘Dat is uw vrouw meneer Charles, die het volledig met mij eens is.’
Saskia luisterde aandachtig naar het antwoord van Thompson. Ze knikte naar Robert en ze stak haar duim op.
‘Oké meneer Charles. Fijn, dat u zo met ons meedenkt. U hoort zo spoedig mogelijk van ons. Ik bel u.’
Daarna verbrak ze de verbinding
‘Yes…’riep Saskia enthousiast. ‘Het gaat gebeuren. Hij gaat betalen.’
‘Niet te hard van stapel lopen Saskia, mijn kind. Kootje is niet te vertrouwen.’
 Saskia hief haar armen in de hoogte.
‘Hier wordt een mens toch helemaal mesjokke van.’

 

-23-


‘Hoe zat het nou met die tweede mevrouw Thompson?’ vroeg Robert.
‘Op de site stond het foutief. Ze hadden de tekst niet aangepast. Morgen komt er een rectificatie dat het bericht per ongeluk verkeerd is opgemaakt en dat het niet mevrouw Thompson was maar de vice-voorzitster van de stichting. Mevrouw Thompson was helaas verhinderd. Foutje, kan gebeuren.’
‘Zie je nou wel. Je moet niet alles geloven wat ze schrijven. Die krantenlui maken er soms een potje van,’ kirde Liz. ‘Laat mij trouwens eens even kijken wie hij in mijn plaats heeft gestuurd?’ Ze boog zich volledig over het beeldscherm.
‘Oh nee toch, dat is dat mens van McFinley. Hoe kon hij haar nou vragen?’
‘Is ze dan niet de vice-voorzitster?’
Liz schudde haar hoofd.
‘Vies ja, voorzitster nee. Ze is een paar jaar de secretaresse geweest van Kootje en nu denkt ze dat ze zo’n beetje zijn maîtresse is. Nou ja, maîtresse is een groot woord. Zeg maar, een soort tweede keus, goed genoeg als de eerste keus even niet beschikbaar is, zeg maar er even geen zin in heeft. Het is zo’n omhoog gevallen type, zo’n vrouw die er uiteindelijk achter is gekomen dat ze alle kansen op het ware geluk al vele jaren geleden heeft vergooid en daarom nu maar alles opraapt wat er zoal voorbij komt, de kruimels die anderen laten liggen.’
‘Doet u daar u man niet te kort mee?’ vroeg Saskia.
‘Bedoel je dat ik iets beters voor hem moet regelen? Iemand die aantrekkelijker of jonger is dan dat trekpaard van McFinley? Meisje, mijn Kootje houdt van flink, stevig en vooral belegen, als je voelt wat ik bedoel.’
Liz maakte met haar armen een grote denkbeeldige ronding.
‘Het is nou eenmaal de waarheid. Maar als later die Robert van jou net zo oud is als mijn Kootje dan zal je me wel begrijpen.’
‘Mevrouw, het is niet mijn Robert. We hebben niets met elkaar en we zullen ook nooit iets met elkaar krijgen.’
‘Fijn dat je er zo over denkt. Dankjewel. Maar vertel nou maar eerst eens even wat je nu hebt afgesproken met Thompson?’ was de knorrige reactie van Robert.
Saskia schraapte haar keel. Of ze op het punt stond om een belangrijke toespraak te gaan houden.
‘Meneer Thompson zal er voor zorgen dat er vier miljoen komt. Wij moeten hem aangeven hoe en wanneer en vooral waar we het geld in ontvangst willen nemen en hoe we dat dan met mevrouw hier regelen. Met andere woorden hoe we de invrijheidstelling van Liz regelen.’
‘Mijn invrijheidstelling?’
‘Ja Liz, jouw invrijheidstelling, dat heb je helemaal goed. Je bent nog steeds onze gijzelaar, voor het geval dat je daar anders over denkt,’ zei Saskia bitsig.
‘Dus het gaat allemaal lukken?’ merkte Robert voorzichtig op.
‘Uh, ja. Zoals het nu lijkt wel.’
‘Kijk nou toch uit jongelui. Kootje is echt niet te vertrouwen. Maar goed, zeg niet dat ik jullie niet heb gewaarschuwd.’
Saskia en Robert keken elkaar aan. Het liefst hadden ze Liz Thompson ter plekke gewurgd.
Robert vond het wel raar dat Thompson zonder al te veel tegenstand akkoord was gegaan met de vier miljoen aan losgeld. Van de andere kant realiseerde hij zich dat hij als amateur totaal geen ervaring had met het gedrag van mensen tijdens ontvoeringen en gijzelingen.
‘Dat zal er dan wel anders aan toe gaan…,’ mompelde hij zachtjes.
‘Wat zei je?’ vroeg Saskia.
‘Uh… Oh, dat ik denk dat het er op lijkt dat het wel goed zal komen,’ antwoordde de Robert zonder al te veel overtuiging in zijn stem.
‘Het klonk volgens mij anders, maar goed het zal wel,’ was de reactie van Saskia en ze liep naar haar laptop.

 

-24-