Hoofdstuk 4
Het was stil in het visrestaurantje. Of beter, er was helemaal niemand ook Colin Jones niet.
‘Kom je wel vaker hier?’ vroeg Robert.
‘Regelmatig is een groot woord, maar zo af en toe.’
Saskia wees naar het tafeltje in de hoek bij het raam. Het raam dat uitzicht gaf op de haven.
‘Meestal zit ik dan daar.’
Terwijl Saskia plaats nam keek Robert naar buiten.
‘Mooi plekje Saskia.’
Even later kwam een oudere man aangestrompeld. Het leek of hij iets aan zijn linkerbeen mankeerde.
‘Goedemiddag jongelui. Wat kan ik voor jullie doen?’ vroeg hij met donkere doorleefde stem.
‘We wachten nog op iemand, maar voor mij mag je wel een glaasje witte wijn inschenken. Droog alsjeblieft.’
‘Doet u voor mij dan maar een biertje,’ voegde Robert er aan toe.
‘Komt in orde. Willen jullie straks ook wat eten?’
Saskia keek naar Robert.
‘Heeft u vandaag iets speciaals in de aanbieding?’ kwam uit de mond van Robert.
‘Vrek…’ beet Saskia hem toe.
‘Nee, vandaag heb ik niets speciaals. Gewone menuutjes. Voor een mooie prijs, zoals jullie van mij gewend zijn. Nou ik hoor het wel,’ lachte de oudere man, die blijkbaar de eigenaar van het visrestaurant was. Hij draaide zich om en liep moeizaam naar de deur die blijkbaar naar de keuken leidde. Tenminste dat stond er in sierlijke letter op. ”Keuken”
‘Hij had vroeger een vissersboot,’ zei Saskia. ‘Maar ja, gesaneerd. Toen is hij maar een visrestaurant begonnen. Eerst even verderop in een deel van een loods. Nu hier. Dit was eerst een winkel voor allerlei vissersspulletjes. Je weet wel, hengels, dobbers, aas, wormen enzovoort.’
‘Dat zou je niet zeggen. Hij is nog vrij groot,’ stelde Robert vast.
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, deze winkel, uh dit restaurant bedoel ik… Dacht je dat ik die man bedoelde?’
‘Nee, natuurlijk niet. Hij is overigens best aardig. George… zo heet hij. Tenminste dat geloof ik.’
‘Dat neem ik graag van je aan,’ antwoordde Robert die even met zijn gedachten ergens anders leek te zijn. ‘Dat hij aardig is,’ voegde hij er mompelend aan toe.
De deur van het restaurantje ging open.
Robert begreep meteen waarom Charles Thompson de chauffeur van zijn vrouw als een bedreiging beschouwde. Colin Jones had alles mee. Zijn figuur, zijn uitstraling en vooral zijn jongensachtige gezicht. Hij leek wel een beetje op James Dean.
‘Hi Saskia… en eh Robert is het toch?’
Hij schudde de hand van Robert. Het was een stevige handdruk.
‘Wil je ook wat drinken?’ vroeg Saskia.
‘Doe mij maar een colaatje.’
Op hetzelfde moment kwam de oudere man weer vanuit de keuken het restaurant binnen en liep vervolgens ongemakkelijk naar hun tafeltje.
‘Jullie zijn nu compleet?’ vroeg hij. ‘Dan pak ik even de kaart.’
‘Heeft u nog een cola voor meneer hier,’ vroeg Saskia.
‘Zeker, een moment.’
-8-
‘George was het toch?’ ging Saskia verder.
‘Ja juffrouw, George, al achtenzestig jaar lang. Uh eigenlijk Kapitein George.’
‘Zoiets als kapitein Iglo?’ reageerde Robert en hij kreeg meteen een trap onder tafel van Saskia.
George glimlachte.
‘Kapitein Iglo heb ik niet gekend. Kapitein Rob wel. Maar daar zal jij wel nooit van hebben gehoord.’
Robert bloosde en wist eigenlijk niet goed hoe hij moest reageren. Hij had geen flauw idee wie kapitein Rob was en hij vond het eigenlijk ook niet verstandig om er naar te vragen, maar hij kon zich uiteindelijk toch niet beheersen.
‘Eh, die kapitein Rob, dat was zeker een collega van u?’
Het was er uit voor dat hij het wist. De trap die hij nu van Saskia kreeg kwam hard aan.
‘Au… joh, doe me een lol,’ kermde hij.
‘Doe mij een lol en maak jezelf niet zo onsterfelijk belachelijk,’ mopperde Saskia.
Colin lachte.
‘Robert, kapitein Rob is een stripfiguur. Hartstikke populair, maar dat is al heel erg lang geleden.
Ruim voor jouw tijd,’ legde Colin uit.
‘Ik weet niet of ik onze plannen wel wil doorzetten. Ten minste als mijn ervaringen met jou in de afgelopen vier en twintig uur een afspiegeling van jouw intelligentie zijn.’
‘Saskia, ik zal je doen verbazen, echt waar, maar ik ben nog even niet helemaal mezelf en dat ligt echt aan jou.’
Colin keek naar Saskia en Robert.
‘Goed team, als ik het zo hoor. Doorslaand succes lijkt op voorhand verzekerd.’
‘Hij kan ook zo ongelofelijk zeuren, maar verder is hij wel aardig. Nog een beetje onzeker zonder zijn mama,’ stelde Saskia Colin gerust.
‘Verdomme Saskia, laat mijn moeder nou toch eens met rust.’
‘Wat kan ik voor jullie doen? Hebben jullie al een keuze gemaakt?’
George had zich weer aan het tafeltje gemeld.
‘Eh, om eerlijk te zijn hebben we nog niet gekeken. Wat raad je ons aan?’
‘Ik heb lekkere scholletjes…’
‘Doe mij die maar,’ antwoordde Saskia. Ze leek een beetje geïrriteerd.
Colin en Robert sloten zich bij de keuze van Saskia aan. Zonder slag of stoot.
‘Nou ter zake,’ hervatte Saskia zich. ‘Colin we hebben een gewaagd plan uitgedacht. We doen mee aan een wedstrijd die de New Daily Express heeft uitgeschreven. Maar dat had ik je al per telefoon verteld. Het gaat er om wie in dertig dagen het meest spectaculaire avontuur heeft beleefd.’
‘En wanneer start die wedstrijd?’
‘Gisteren…’antwoordde Saskia zonder ook maar een spier te vertrekken.
‘En…?
‘Wat en?’
‘Heb je al wat beleefd?’
Robert kneep de tenen bij elkaar. Hij verwachtte dat zijn moeder met de afgesprongen knoopjes weer ten tonele zou worden gevoerd. Maar dat viel mee.
‘Nou nog niet veel,’ antwoordde Saskia terwijl ze het servet uitvouwde en op haar schoot legde.
‘Dus nog een hoop werk aan de winkel. Nou vertel, wat is jullie plan?’
‘Zou jij of beter ben je er voor in om Charles Thompson eens flink te laten schrikken? Hem eens flink te laten zweten?’
‘Je weet dat hij mij een oor heeft aangenaaid?’
‘Juist daarom.’
‘Nou vertel, wat is jullie plan? Ik geloof wel dat we tot zaken kunnen komen.’
-9-
‘Eh…’ Saskia keek om zich heen om er zeker van te zijn dat er niemand iets op kon vangen van hun gesprek.
‘Liz… mevrouw Thompson ontvoeren,’ zei ze nauwelijks hoorbaar.
Colin keek eerst Robert en daarna Saskia aan en fronste zijn wenkbrauwen.
‘Dat is inderdaad tamelijk spectaculair. En jullie denken wel dat je daarmee wegkomt? Mevrouw is niet de eerste de beste. Als het al lukt om haar te kidnappen dan moet je haar ook nog ergens verbergen. Ze is niet de gemakkelijkste…’
‘Motel Dexter,’ ging Saskia verder.
‘Motel Dexter?’ klonk het verbaasd. Colin keek vol ongeloof naar Saskia.
‘Hebben jullie gedronken of gebruiken jullie drugs of zo?’ ging hij verder.
‘Ik vond het ook al niets,’ vulde Robert aan.
‘Oh, jullie stelletje…’ brieste Saskia. ‘Wat is er nou mis met Motel Dexter?’
‘Nou, met Motel Dexter misschien niet veel. Maar hoe had je gedacht mevrouw Thompson binnen kamers te kunnen houden, om het zo maar eens te zeggen?’ vroeg Colin zich af.
‘Door haar onze plannen te vertellen,’ antwoordde Saskia droog.
Robert was met stomheid geslagen.
‘Daar hebben we het niet over gehad Saskia. Bedenk je dat nu zo maar even? Hier aan tafel?’
‘Jullie scholletjes,’ klonk het achter hen. ‘Smakelijk eten jongelui en jij krijgt de groeten van kapitein Rob,’ zei George tegen Robert en hij liep daarna gniffelend weg.
‘Dat hadden we nog niet besproken Saskia,’ ging Robert onverstoord verder.
‘Nou, dat kan best, maar dit is het plan. We maken mevrouw Thompson deelgenoot en dan zal ze best mee willen werken.’
‘Ik weet het niet, ik vind het wel erg speculatief van je Sas,’ zei Colin peinzend terwijl hij een graatje uit zijn mond haalde en dit behoedzaam op het schaaltje naast zijn bord deponeerde.
Robert herinnerde zich dat alleen goede vrienden haar Sas mochten noemen, dus vond hij het wat vreemd dat Colin haar zo aansprak. Ze kende Colin dus waarschijnlijk beter dan dat ze hem had verteld. Hij kon het niet nalaten om er dan ook op te reageren.
‘Kennen jullie elkaar al lang?’
‘Hoezo?’ zei Saskia.
‘Nou niks, maar ik vroeg het me af.’
‘Saskia is bevriend met mijn zus. Ze komt regelmatig bij ons thuis. Mijn zus noemt haar altijd Sas…zodoende.’
‘Wonen jullie nog thuis? Bij jullie moeder?’
‘Ja, ik wel. Mijn zus niet. Vind je dat vreemd?’
‘Nee. Dat niet. Het was zomaar even een vraag.’
Saskia keek Robert aan. Ze wist niet goed wat ze met zijn opmerkingen aan moest.
‘Colin doet dat wel vaker.’
‘Wat?’
‘Nou… mij Sas noemen, want dat wilde je toch weten?’
‘Jij zegt het.’
Saskia leek wat verlegen met de reactie van Robert.
‘Ik wil haar soms nog wel eens een beetje plagen,’ hielp Colin haar. ‘Alleen de beste vrienden mogen Sas tegen haar zeggen.’
‘En daar hoor jij niet bij?’
‘Nee, maar ik doe wel mijn best.’
Saskia kreeg een kleur.
‘En smaken mijn scholletjes?’ George had zich weer gemeld.
‘Voortreffelijk,’ klonk het in koor.
‘Mooi,’ reageerde George. ‘En ze zijn nog veel lekkerder als je er ook van eet.’
-10-
Ze realiseerden zich alle drie dat ze de gebakken scholletjes nog nauwelijks hadden aangeraakt. Ze waren veel te druk geweest met elkaar. Alleen op het bord van Colin was de helft van een scholletje verdwenen.
‘Sorry George…’
‘Geeft niet, maar laat ze nou niet helemaal koud worden. Dat is zonde.’
George draaide zich om en ging weer naar de keuken.
‘Nou concreet. Wat verwachten jullie van mij?’ vroeg Colin.
‘Jij kent in grote lijnen het programma van mevrouw. Ik stel voor om aan de hand van die kennis een moment uit te kiezen waarop we mevrouw Thompson overmeesteren en meenemen.’
‘Ontvoeren?’
‘Eh, ja ontvoeren…’
‘Op de fiets?’
‘Natuurlijk niet. Met een auto natuurlijk. Het beste lijkt me dat we dat doen met een gesloten transportbusje of zoiets.’
‘En die heeft…?’
‘Hoezo, en die heeft?’
‘Gewoon, zoals ik het zeg. Ik neem aan dat iemand van jullie kennissen zo’n ding wel heeft. Of in elk geval weet hoe we daaraan kunnen komen.’
‘Huren… Heb je nog nooit van huren gehoord?’
‘Saskia dat gaat toch niet werken. Zodra bekend wordt dat mevrouw is ontvoerd dan zal de politie als eerste zich af gaan vragen waarin mevrouw is ontvoerd. Met een beetje pech zullen er getuigen zijn die misschien in het slechtste geval het nummer hebben genoteerd of in ieder geval de auto kunnen beschrijven. Hoe lang denk je dat het zal duren voordat ze er achter komen dat jij die bus hebt gehuurd?’
‘Ik?‘ reageerde Saskia gepikeerd.
‘Ja jij… ik in elk geval niet. Ik ga dat niet doen.’
‘Robert Brown, wat ben jij een schijterd.’
‘Dat kan wel zijn, maar wel een schijterd met nog een beetje gezond verstand.’
Colin mengde zich in de discussie.
‘Ik neem de auto van de Thompsons wel. Ik heb de reservesleutels nog. De auto staat in de garage voor onderhoud. Toevallig weet ik dat omdat de eigenaar van de garage mij belde. Hij weet nog niet dat ik weg ben bij de Thompsons. Maar dan moet het wel morgen of uiterlijk overmorgen gebeuren. Daarna wordt de auto opgehaald.’
‘Weet mevrouw dat de auto in de garage staat?’ vroeg Robert.
‘Mevrouw heeft daar geen enkele bemoeienis mee. Dus als de auto voor komt rijden dan stapt ze in.
Daar ben ik van overtuigd.’
‘Ik vind het maar een raar verhaal,’ stelde Robert vast. ‘Maar als jullie denken dat dit gaat werken… Het is in ieder geval beter dan mevrouw in een transportbusje kieperen.’
‘Mee eens,’ zei Saskia.
‘Oké. Eens kijken, ze gaat meestal op donderdag naar de kapper. Exact om half tien zal ze daar zijn en stipt om twaalf uur wordt ze opgehaald,’ mijmerde Colin.
‘Dat is twee en half uur! Bij een kapper?’
‘Ja Robert, sommige vrouwen nemen daar ruim de tijd voor,’ grinnikte Saskia.
‘Puh, het mag zeker wat kosten.’
‘Nou even serieus jongens, anders komen we niet verder. Ze zal worden weggebracht door de taxicentrale, dat is tevens degene van wie de garage is. Ik ken die man goed. Hij zal mij op mijn woord geloven als ik hem vertel dat mevrouw na de kapper nog een bezoekje heeft gepland en dat ze liever heeft dat ik dat ritje doe. Omdat het buiten de stad is. ‘
‘En met welke auto was je dat van plan?’
‘Zoals ik al zei, met de auto van de Thompsons.’
‘En stel als die nog niet klaar is. Wat dan?’
‘Dan met de taxi…’
‘En dat gaat allemaal goed komen denk je?’
-11-
‘Ik denk van wel.’
‘En hoe ga je haar uitleggen dat jij nou weer haar chauffeur bent en niet iemand van het taxibedrijf.’
‘Misschien weet mevrouw niet eens dat ik ontslagen ben. En als ze het wel mocht weten dan kan ik nog altijd zeggen dat ik tijdelijk een baantje heb gevonden bij de garage, eh bij de taxicentrale. Volgens mij zal ze dat wel van mij aannemen. We hebben samen altijd een goed contact gehad.’
Robert en Saskia konden zich wel vinden in het plan van Colin.
‘En dan daarna richting Motel Dexter,’ vulde Saskia aan.
‘Ik parkeer voor de deur van jullie kamer. Dat kan toch wel, tenminste dat hoop ik?’
‘Colin, het is een motel.’
‘Ik ben er nooit geweest Saskia, dus ik ken de situatie ter plekke niet.’
‘Nou, je kunt de auto pal voor de deur parkeren dus dat is geen probleem. Maar dan…?’
‘Dan is het aan jullie. Ik zal mevrouw zeggen dat ik even iets bij de receptie van Motel Dexter op moet halen. Dan moeten jullie ondertussen maar zien hoe je mevrouw uit de auto krijgt en haar vervolgens naar de kamer dirigeert.’
‘Heb jij een idee Robert?’
Saskia was duidelijk even uit het veld geslagen.
‘We kunnen het netjes vragen.’
‘Hou nou toch op. Als je niets anders kunt verzinnen dan die onzin.’
‘Nou ik vind het niet eens zo’n gek idee, nu ik er zo over nadenk. We kunnen het gewoon aan haar uitleggen, zoals jij al eerder hebt geopperd. En dan maar kijken hoe ze reageert,’ zei Robert zonder een spier te vertrekken.
‘En als ze niet mee wil werken?
‘Ja…eh, dan wordt het met harde hand. Hebben we niet iets van een pistool of zo?’
‘Mijn neefje heeft er een van plastic,’ zei Colin op sarcastische toon. ‘Net echt.’
‘Kan hij die niet even missen?’
‘Ik kan het hem vragen. Frankie, oom Colin wil even je pistooltje lenen. Het is maar voor eventjes. Je krijgt hem zo weer van me terug. Hij heeft hem even nodig voor een ontvoering.’
‘Kan je dat ding dan niet even achteroverdrukken of zo?’ vroeg Robert bloedserieus.
‘Koop er maar een in de speelgoedzaak. Dat lijkt me handiger. Dan kan je er een naar je eigen zin uitzoeken. Ik zou een oranje nemen of zo…’
Robert krabde zich een achter zijn oren. Hij had geen idee of het allemaal serieus was bedoeld.
‘Als dit allemaal goed komt, dan is niets meer onmogelijk,’ zuchtte hij.
‘Je moet een beetje vertrouwen in ons hebben Robert Brown. We zijn dan wel geen professionals, maar we zijn wel slim genoeg om het niet te verprutsen.’
‘Maar oranje…’
‘Zwart dan, zo goed? Ben je nu weer gerust gesteld?’
Saskia wenkte naar George.
‘De rekening graag George.’
Ze veegde met haar servet langs haar lippen.
‘Zo jongens, mee eens? Dan gaan we het zo doen.’
Even later legde George de rekening voor Saskia neer op tafel.
‘Jij schiet het wel even voor Robert, toch…?’ en ze schoof de rekening op subtiele wijze naar hem toe.
‘Zeker. Geen enkel probleem. Met liefde en plezier,’ antwoordde hij droog.
Colin nam afscheid en drukte Robert en Saskia nogmaals op het hart om op donderdag tussen kwart over twaalf en half één paraat te staan. Het was pas dinsdagmiddag.
‘Nou dan hebben we nog lekker een paar daagjes samen. Ik heb wel een paar ideetjes,’ plaagde Saskia.
‘Zeker op en neer naar Parijs of zoiets?’
‘Mmm, daar was ik niet opgekomen. Als we nu gaan, dan hebben we morgen de hele dag voor ons. Dan kunnen we hier donderdagmorgen vroeg weer terug zijn.’
‘Als je dat maar uit je hoofd zet.’
-12-
‘Het was niet mijn idee. Jij begon over Parijs,’ plaagde Saskia.
‘We gaan naar Motel Dexter. Ik ga de hele dag op bed liggen totdat het donderdagmiddag is,’ zei Robert kordaat.
‘Ik dacht echt dat je het nooit zou voorstellen.’
‘Oh nee Saskia Staub, vergeet dat maar vlug… Jij met je perverse gedachten.’
‘Robert Brown, je bent niet wijs. Je dacht toch niet echt dat ik…’
‘Dat weet ik ook wel, dat ik niet wijs ben… Ik zal eerst maar even naar kantoor bellen om te vertellen dat ze mij de komende weken niet meer kunnen bereiken. Ze weten dan wel dat ik niet kom, maar ik heb wel gezegd dat ze me altijd kunnen bellen. Ik zal wel zeggen dat ik geen bereik heb op mijn vakantieadres. Ik kan ze toch moeilijk vertellen dat ik even druk ben met een oversekste jongedame en vooral ook met de ontvoering van de vrouw van Charles Thompson, een van de machtigste mannen van de regio. Misschien wel van het land.’
‘Nou, nou Brown. Nou niet zo overdrijven.’
‘Thompson is toch een man met macht. Of niet soms?’
‘Ja, dat wel. Maar dat ik oversekst ben vind ik wel erg zwaar overtrokken.’
‘Saskia Staub, jij… jij wordt nog mijn ondergang.’
Robert richtte zijn blik naar boven.
‘Help me Heer…alsjeblieft.’
‘Ik denk niet dat dat gaat gebeuren. Je zult het even met mij moeten doen. De Heer heeft wel belangrijkere zaken aan zijn hoofd.’
Gearmd liepen ze terug naar de auto. Naar de auto van Saskia, een rode VW-Beetle.