Hoofdstuk 28 


Het was bijna half twaalf toen Robert de sleutel in het slot van zijn kamer deed. Rover lag uitgestrekt op bed, maar Robert zag wel een natte vlek bij de stoelpoot.
‘Rover, hier krijgen we een keer problemen mee. lk in elk geval. Straks meuren we hier de tent uit. Ik weet ook wel dat je er niets aan kunt doen en dat ik gewoon eerder naar het motel had moeten komen, maar je moet  de volgende keer toch maar eens proberen de sluizen even iets langer gesloten te houden.’
De hond blafte alsof hij de boodschap had begrepen, tenminste dat dacht Robert, maar Rover was gewoon toe aan de volgende uitlaatbeurt.
‘Nou nog even vlug een rondje dan.’
Ze liepen langs kamer negenendertig. Alles was er donker.
‘De dames zijn blijkbaar al onder zeil,’ zei hij tegen Rover.

Robert had samen met Jenny een prima avond gehad. Hij voelde zich prettig en ontspannen in haar gezelschap en hij had de indruk dat dit wederzijds was. Ze hadden over koetjes en kalfjes gesproken, maar ook had Robert haar verteld over de op handen zijnde geldtransactie. Jenny had hem geïnformeerd wat de stand van zaken was bij de bank. Men was druk doende om het geld bij elkaar te krijgen en de directeur had de betrokkenen op het hart gedrukt om vooral hun mond te houden. Er mocht absoluut niets naar buiten lekken. Jenny, die het account van Thompson beheerde was uiteraard wel volledig op de hoogte. Robert had in detail verteld wat zijn plannen waren en Jenny had zwijgend geluisterd naar wat hij haar te zeggen had. Ze hadden samen nog wat gegeten en gedronken en Robert had Jenny naar huis gebracht. Haar afscheidskus brandde nog steeds op zijn lippen.
‘Rover, je zult Jenny binnenkort ontmoeten. Het is echt een geweldige vrouw. Daar kunnen die twee van hiernaast nog een puntje aan zuigen. Nou ja Saskia, dat gaat nog wel. Maar die Liz.’
Weer blafte Rover.
‘Stil nou, je maakt de hele buurt wakker. In elk geval de dames van hiernaast.’

 

-120-


Het gaf Robert wel een rustig gevoel dat de twee nepagenten vrijaf hadden. Hij had geen zin in een nieuwe ontmoeting met die twee. Zeker niet na zo’n dag.

Het was een korte nacht geweest. Robert was om acht uur al met Rover in de weer. De hond begreep feilloos wat van hem werd verwacht. Daarna probeerde Robert hem uit te leggen wat hem verder te doen stond. Robert was de avond tevoren tot de conclusie gekomen dat het wisselen van acht tassen wel erg veel van het goede was. Jenny was het daar volledig mee eens geweest. Dat moest Robert volgens haar dan ook maar vlug vergeten. Robert was aangeslagen, maar Jenny had hem de oplossing aangereikt. Hun gesprek hierover gonsde door zijn hoofd. Wat had ze ook alweer gezegd? Hij bleef het maar in zijn hoofd herhalen.
‘Je moet zorgen dat je even paniek maakt en tijdens die paniek moet iemand de tassen verwisselen.
Misschien moet je die iemand onder die tafel neerzetten en op het moment van de paniek moet die persoon zo snel mogelijk en natuurlijk zonder gezien te worden de grote wisseltruc uitvoeren.’
Eerst had hij zijn bedenkingen gehad, maar uiteindelijk waren ze samen tot de conclusie gekomen dat dit de meest voor de hand liggende mogelijkheid was. Jenny kon niets anders verzinnen en Robert had helemaal geen plan. Toch had hij er een tweeslachtig gevoel bij.
‘Dus je denkt echt dat het met die constructie niet gaat lukken?’ had hij nog geprobeerd.
‘Nee Robert vergeet het. Een keertje misschien, hooguit. Zet dat maar uit je hoofd, meer tijd heb je niet. Misschien moet je dan maar alleen de tas voor die Liz Thompson doen. Als dat mis gaat dan is het jammer dan kun je nog altijd zien was er dan gebeurd,’ had ze volgehouden.
‘Als dat mis gaat dan ben ik de sigaar…’ had hij nog gemompeld.
‘Als dat mis gaat is het inderdaad allemaal voorbij, maar als dat goed gaat dan heb je in ieder geval Liz Thompson in je zak. Die gaat dan in elk geval geen malle dingen meer doen. Denk er maar eens over na en vertrouw op jezelf Robert.’ Dat waren haar laatste woorden geweest voordat ze hem had gekust.
‘Rover, nou komt het op jou aan. Als ik roep moet je de mensen van de bank de stuipen op het lijf jagen. Ga eens onder tafel liggen.’
Het had bijna de gehele voormiddag in beslag genomen, maar toen leek het er op dat Rover wist wat er van hem werd verwacht. Rover moest als Robert het woord “hedge” uitsprak plotseling van onder de tafel tevoorschijn komen en met veel geblaf voor ophef zorgen. Robert zou net doen alsof hij door Rover werd aangevallen en vervolgens zou Rover zich als een dolle hond op de mensen van de bank storten. Rover kon zich helemaal vinden in die rol.
‘Niet zo overdrijven Rover,’ sprak Robert de hond vermanend toe, terwijl hij de winkelhaak in zijn redelijke nieuwe jeans met zijn hand probeerde glad te strijken, wat overigens een kansloze onderneming was.
Nadat hij zich had gedoucht en zich had aangekleed ging Robert naar kamer negenendertig.
‘Ik dacht dat je dood was,’ grinnikte Liz. ‘Dat zou wat zijn.’
‘Ik heb een andere seksuele inborst dan de grote Ramondo. Ik bind me niet zo vlug althans ik laat me niet zo gauw binden en zeker niet aan mijn bed.’
Saskia zat weer achter haar laptop.
‘Heb je zo’n angst om jezelf  te binden Robert?’ vroeg ze met gespeelde belangstelling. ‘Was je daarom zo overstuur toen hier de knopen in het rond vlogen. Dat weet je toch nog wel? Ik zal je wel missen. We hebben samen zo’n mooie tijd gehad en zo vol hartstocht en avontuur.’
‘Sas of  Karin. Wat is eigenlijk jouw troetelnaampje? Sar… of Ka of zo?’
‘Nee Robbertje geen Sar noch Ka. Dus dat blijft voor jou een vraag en voor mij een weet. En dat wil ik graag zo houden.’
‘De spanning stijgt, het is te voelen in de lucht, in elk geval in deze kamer,’ merkte Liz droog op.
‘Kootje belt mij vanavond om me te vertellen hoe het morgen is geregeld. En Robert… heb je goed geregeld dat mijn miljoentje wordt veiliggesteld?’
‘Liz, tot in de puntjes. Er kan eigenlijk niks misgaan.’
‘Robbertje je bent een echte vent geworden. Als we nog een maandje samen zouden hebben dan was ik echt helemaal met je klaar geweest. En dat bedoel ik positief.’
‘En ik met jou. Even een vraagje Liz, de tweeling zus van Rose Steeple… eh Ann, is die niet toevallig een goede vriendin van jou?’
‘Wat, uh hoe bedoel je?’ vroeg Liz verbaasd maar ze voelde zich blijkbaar ook enigszins ongemakkelijk. Ze wriemelde zenuwachtig aan haar vest.
‘Zoals ik als zei, de tweelingzus van de vrouw van Ramondo schijnt zeer close met jou te zijn.’
‘Wie zegt dat? Heb je haar soms gesproken?’

 

-121-


‘Nee, dat niet. Maar ik heb wel met haar zus Rose Steeple gesproken.’
‘Dat kan niet. Die heeft toch zelfmoord gepleegd?’
‘Ja, dat zeggen ze, in elk geval die twee agentjes van jou,’ antwoordde Robert maar Liz was met haar gedachten ergens anders. Ze reageerde niet op de opmerking van Robert.
‘Goh, dat hadden we eerder moeten weten. Dan hadden we het nog extra spannend kunnen maken,’ zei Saskia lachend. Ze had het gesprek tussen Liz en Robert gevolgd, ondanks dat ze geconcentreerd aan de rapportage zat te werken.
‘Dat weet ik niet Sas, misschien wordt het toch nog wel spannender dan we op dit moment denken,‘ was de reactie van Robert.
‘Heb je mijn naam genoemd of heeft ze iets over mij gezegd?’ vroeg Liz bedeesd.
‘Nee hoor, verder is er niks bijzonders te vermelden, antwoordde Robert.
‘Oh, nou ja. Ik weet het ook allemaal niet meer.’
‘Wat weet je niet meer?’ vroeg Robert.
‘Nou ja, hoe het zit.’
‘Wat zit? Hoe bedoel je dat Liz?’ hield Robert vol.
‘Robert toe nou. Kappen. Alsjeblieft.’ De stem van Liz trilde.
Saskia keek naar Robert en ze schudde haar hoofd omdat zij ook vond dat Robert er beter aan deed om ermee op te houden.’
‘Hoe was het eigenlijk bij Webber? ’probeerde Saskia.
‘Op zich wel goed. Ze hebben mij beloofd alles prima te regelen.’
‘En hoe zat dat nou met die mevrouw die volgens Webber zich heeft voorgedaan als mevrouw Rose Steeple.’
‘Tja, dat is niet zo’n ingewikkeld verhaal. Dat was gewoon Rose Steeple.’
Saskia nam geen genoegen met het antwoord.
‘Kom op Robert Brown, doe niet zo flauw. Vertel op.’
‘Nee, Sas, nu even niet.’
‘Tjonge, ik dacht dat wij geen geheimen voor elkaar hadden.’
‘Dat mogen jullie wel zeggen. Als er iemand is…’
‘Robert kappen. Nu niet.’
Deze keer meende Liz het en toen Robert haar boosheid zag, besloot hij om wijselijk zijn mond verder te houden.
‘Hoe laat belt Kootje?’
‘Geen idee, Vanavond een keer.’
Liz schonk zich een glas wijn in en Robert krabde zich eens achter zijn oor. Het gesprek was stil gevallen. Saskia was druk bezig achter haar laptop en dat was dan ook het enige geluid in de kamer.

 

 

-122-