Hoofdstuk 26

 

Ze hadden daarna Charles Thompson gebeld. Liz had hem verteld dat Robert ook op de hoogte was van het plan om een deel van het familiekapitaal door te sluizen naar veiliger maar vooral voordeliger oorden. De ruil zou op donderdag plaatsvinden in kamer veertig in Motel Dexter, dat was  het definitieve plan geworden. Thompson had de gang van zaken zorgvuldig aan Liz uitgelegd. De bank zou twee medewerkers sturen met in het totaal vier tassen met geld. Vier Samsonite Travelite, kleur zwart. In elke tas één miljoen.
‘Dan heb ik die in ieder geval niet voor niets aangeschaft. Die dingen zijn best wel prijzig,’ had Robert gezegd.
Charles Thompson had alles tot in detail geregeld. Hij had volgens zijn eigen zeggen niets, maar dan ook niets aan het toeval overgelaten.
‘Wat zal die uit zijn plaat gaan, als blijkt dat hem een miljoentje is ontfutseld. Ik verheug me er op om zijn gezicht te kunnen zien als hij dat te horen krijgt.’
Deze opmerking van Liz zat vol met leedvermaak. Haar ogen glinsterden alleen al bij die gedachte.
‘Nou, dat wordt nog even oefenen en dan maar hopen dat het allemaal goed komt. Ik ga in elk geval maar eens slapen, tenminste ik hoop dat het lukt. En jullie?’ vroeg Robert.
‘Wij ook. Het is weer mooi geweest.’
‘Zullen we samen nog even gezellig wat drinken en dan de luiken sluiten,’ stelde Liz voor.
‘Ja laten we dat doen, samen gezellig nog wat drinken,’ was de tamelijk felle reactie van Saskia.
‘Wat heb jij nou?’
‘Liz, ik heb het even helemaal gehad, maar dat ligt meer aan mij dan aan jullie.’

 

-112-


‘Nou goed dan, dan gaan we slapen.’
‘Wel net zo verstandig. Ik moet ook nog met mijn partner-in-crime uit. Die zal ondertussen ook wel aan zijn theewater zijn?’
‘Hoezo?’
‘Nou ik bedoel dat die zo onderhand ook wel eens een plasje wil doen, hoewel hij heeft ontdekt dat dit ook vrij eenvoudig tegen een stoelpoot lukt.’
‘Gadver… en dat vind jij goed?’
‘Nee, dat niet, maar hij doet dat gewoon.’
‘Misschien als teken van protest.’
‘Waartegen Liz?’
‘Hij zal wel meer aandacht gewend zijn dan die hij nu van jou krijgt, denk je niet?’
‘Wat gaan we eigenlijk met Rover doen?’ vroeg Saskia.
‘Prima vraag. Ik heb even geen idee. Ik zit in elk geval niet te springen om een hond. Liefhebbers?’ zei Robert.
Het bleef stil.
‘Als niemand hem dan wil… dan moet ik hem maar meenemen,’ zuchtte Saskia.
‘Sas, dat is toch geen optie. Wat moet jij nou op je appartementje met een hond? Maar ja, bij mij kan hij ook niet,’ zei Robert.
‘Dan moet hij maar met mij mee. Charles zal daar wel niet zo heel blij van worden, maar Rover is tenslotte niet de eerste beste straatjoekel. Maar wel op voorwaarde dat hij de zaak tot een goed einde brengt. Als hij het verprutst wordt het een verblijf in het asiel. Laat dat helder zijn. Hij moet er wel voor presteren.’
‘Dat vind ik heel mooi van je Liz, dat je je ontfermt over Rover.’
‘Maar alleen op de genoemde voorwaarde.’
‘Hij zal je niet teleurstellen, daar zal ik persoonlijk voor zorgen.’
‘Ja ja, meneer Robert Brown. Daar ga ik dan maar van uit.’
‘Dan mag je. En nou ga ik naar veertig. Oh ja, voor jullie informatie, ik heb morgen nog een afspraakje en ik ga meteen ook even langs Webber. Even horen hoe het allemaal zit.’
‘Met wie heb je nog meer een afspraakje, als ik vragen mag?’
‘Dat mag je vragen Liz, maar dat is mijn geheimpje.’
‘Zeker met Jenny,  daar was je volgens mij nogal vol van de laatste keer,’ opperde Saskia.
‘Sas, want ik blijf je Saskia noemen in plaats van Karin, jij weet tenminste wat een man zoal bezighoudt. Goed werk.’
‘Dank je Robert en voor  jou blijf ik inderdaad Saskia. Weet je, je mag me zelfs Sas noemen. Zo close zijn we inmiddels wel geworden.’
‘Dank je voor je vertrouwen Sas. En met Karin? Wat moet ik daar mee?’ antwoordde Robert en het klonk gemeend.
‘Karin Staub…? Tja daarvoor moet je bij de New Daily zijn. Blijkbaar gaat zij over een paar weken daar werken. Daar zou ik me maar niet zo mee bezig houden.’
‘Oké, duidelijk.
‘We hadden nog wel even een drankje kunnen doen,’ zei Liz en ze keek op haar horloge.
‘Nee, niet voor mij. Ik ga nu echt.’ Robert deed zijn jas aan en liep de kamer uit.

De volgende morgen was Robert al vroeg wakker. Rover lag zoals de laatste paar dagen gebruikelijk was naast hem op bed.
‘Rover, vandaag wordt het een belangrijke dag. Zowel voor jou als voor mij. We gaan eerst voor de middag eens even stevig aan de bak. Jij dan. Ik moet er helemaal op kunnen vertrouwen dat je datgene doet wat je moet doen. Als je me in de steek laat dan… uh dan vind ik je nog steeds braaf, maar dan heb ik wel een groot probleem. En dat wil jij toch niet… of wel soms?’

 

-113-


De hond keek met vragend aan. Of dat hij begreep dat er iets speciaals van hem werd verwacht.
Hij kwam overeind en likte Robert door zijn gezicht.
‘Je bent een braaf beestje Rover, maar het baasje kan zichzelf wel wassen. ‘
Nadat Robert zich gedoucht had en Rover had uitgelaten haalde hij het ontbijt op bij de balie van het motel en ging naar kamer negenendertig. Liz en Saskia waren ook al aangekleed en Saskia zat ijverig te typen achter haar laptop.
‘Een goede morgen Robert. Een heel goede morgen zelfs.’
‘Goh Liz, volgens mij heb je goed geslapen, je bent zo goed gehumeurd.’
‘Daar heb ik ook alle reden toe, is het niet Sas?’
Robert keek Liz vragend aan.
‘Heb ik misschien iets gemist?’ vroeg hij voorzichtig.
‘Robbertje, mijn Kootje heeft de inzet verdubbeld.’
‘Hoezo verdubbeld?’
‘De losprijs is verdubbeld, We gaan nu voor acht miljoen. Dus ons plan moet wel slagen. Ik heb met Kootje afgesproken dat jouw inzet ook dubbel wordt beloond. Dus dat wordt een ton.’
‘Een ton?’
‘Juist honderd duizend pond. Daar had je bij Harry Slegde wel wat meer voor moeten doen, dan alleen maar even een paar tassen geld in ontvangst nemen.’
‘Ja,’ zuchtte Robert. ‘Dat had ik zeker.’
Hij realiseerde zich dat het hiermee ook allemaal iets ingewikkelder ging worden.
‘We gaan er voor Liz,’ was desondanks zijn reactie.
‘Ik had niets anders van je verwacht Robbertje. Je bent een echte kerel.’
‘Dank je. En nou ga ik echt aan het werk met mijn assistent, zodat we in elk geval die tas voor jou gaan veiligstellen. Overigens… ik neem aan dat we nu te maken krijgen met acht tassen.’
‘Veiligstellen en acht tassen?’
‘Ja, veiligstellen heb ik van die twee agentjes van jouw geleerd en ik reken nu op acht tassen met in elke tas een miljoen.’
‘Ik heb werkelijk geen idee.’
‘Hoezo?’
‘Nou Robert we hebben het daar niet zo zeer over gehad.’
‘Denk je dat ze aan vier tassen genoeg hebben?’
‘Ik vraag het wel even na bij Kootje. Goed? Wel prima dat je daar nog even aan dacht.’
‘Zo zie je maar.’
 
Robert had de gehele dinsdagmorgen besteed om Rover de knop de bediening van het kantelmechanisme te leren. Hij had hem verwonderd dat Rover zo snel leerde. Na een paar uur intensief oefenen reageerde de hond feilloos op “vet” en drukte zonder maar een moment van twijfel de knop die onder de tafel zat in. De tas die er boven op stond  verdween, waarna de tas die aan de onderkant van de tafel met kleine beugels was vastgemaakt, tevoorschijn kwam. Nadat de kanteling was voltooid, verdwenen de beugels direct in het blad van de tafel. Er was nauwelijks iets van te zien dankzij het hoogpolige tafelkleed. De verwisseling verliep zo goed als geruisloos. Het was nu alleen zaak dat de andere partij op het moment van de kanteling werd afgeleid

 

-114-


‘Een knap stukje werk van dat baasje van jou Rover. Bijna geniaal. Nog een keer het plan Rover. Er komen twee lui van de bank met in het slechtste geval acht tassen met bankbiljetten. Per tas één miljoen pond. Dat is geen kattenpis, oude reus. Naast deze twee medewerkers van de bank hebben we ook nog te maken met de twee agentjes, je weet wel die kerels die ons constant voor de voeten lopen. Het is de bedoeling dat deze twee agenten de tassen na de overdracht meenemen en ergens in een of andere vreemd land bij  een of andere obscure bank afleveren. Maar…’ zei Robert op plechtige toon, ‘maar Rover, dat gaat niet zo gebeuren, want de twee agentjes gaan wij op reis sturen met keurig gedrukte bankbiljetten, alleen zijn die om eerlijk te zijn niet zoveel waard. Eigenlijk helemaal niets, noppes, nada en dat allemaal dankzij onze grote vriend wijlen Ramondo, die via een bevriende drukker honderd duizend biljetten heeft laten produceren. Eigenlijk nu iets te weinig maar goed wie verhoogt… wat zeg ik, wie verdubbelt nou ook het losgeld voor zijn vrouw en dat allemaal op zo’n korte termijn? Misschien dat we daar nog even iets op moeten verzinnen. Per tas komt dat neer op een kleine twintig kilo. Dus acht van die tassen is aardig wat gewicht. De tas voor Liz, dat is jouw ding. Misschien moeten we gewoon even een moment van paniek arrangeren waarin de andere tassen snel maar vooral onopvallend en ongezien door iemand worden verwisseld. Daar moet ik nog eens even over nadenken. We hebben in elk geval nog een paar extra handjes hierbij nodig. We hebben jou voor de knoppen, maar dat is niet genoeg. Het zou handig geweest zijn als de kleine Ramondo het nog even een paar dagen langer had volgehouden. Dat hij zijn enkele reis naar het hiernamaals nog even uit had gesteld, even die een latere die laatste trein had genomen. Maar ja, wat niet is, dat is niet. Niks meer aan te doen.’
Rover blafte.
‘Slim hondje. Rover, ik moet eerst nog even naar de die lui van Webber, daarna heb ik een afspraakje met Jenny, maar morgen gaan we vol aan de bak.’
Rover deed net of hij het allemaal begrepen had en misschien was dat ook wel zo.