Hoofdstuk 24
Toen Robert uit zijn auto stapte twijfelde hij. Hij vroeg zich af of hij Saskia en Liz moest informeren over de situatie of dat hij maar even moest afwachten hoe het onderzoek van de experts van de verzekering uit zou pakken. Toen hij bijna bij de deur van zijn kamer was bedacht hij zichzelf. Waarom zou hij er alleen voor opdraaien? Het had hem tot dusver een klein vermogen gekost en bovendien was het allemaal een hoop gedoe waar hij nauwelijks de hand in had gehad. Het was niet eens zijn plan geweest. Het was allemaal bedacht door Saskia en Liz. Als het aan hem had gelegen wat het allang klaar geweest. Met grote passen liep hij naar kamer negenendertig.
‘Goh, Robert wat ben ik blij dat je er bent,’ zei Saskia en ze meende het oprecht.
‘Je hebt wat gemist.’
‘Ik kan het me niet voorstellen, maar goed vertel.’
‘Rose, de vrouw, eh… de ex van Ramondo hebben ze dood gevonden.’
‘Dood gevonden?’
‘Ja dat zeg ik. Dood. Zelfmoord.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Dat zijn die twee agenten komen vertellen. Die twee vriendjes van jou.’
‘Alsjeblieft Saskia, dat zijn alles behalve mijn vrienden. Maar vertel eens rustig, hoe, waar en wanneer?’
-95-
‘Ze hebben haar vanmorgen gevonden, in haar huis. Waarschijnlijk pillen of zoiets. Ze was al minstens een halve dag dood.’
‘Overdosis... zelfdoding?’
‘Dat weten ze niet. Die twee agenten zeiden dat ze in de loop van de middag nog wel terug zouden komen. Ze hadden nog een paar vragen.’
‘Het gaat echt voortreffelijk.’ Robert stak wanhopig beide armen in de lucht.
‘Hoezo?’ vroeg Liz verbaasd.
‘Nou ik kom net van de firma Webber en Sons. Begrafenisondernemers. Rose, nu blijkbaar opeens wijlen Rose, heeft bij de verzekering aanspraak gemaakt op een levensverzekering die op Ramondo was afgesloten. Op zich al raar als ik maar even voor het gemak aanneem dat niemand haar verteld heeft dat onze vriend is overleden, tenzij ze er uiteraard zelf bij was en wat volgens mij nog steeds tot de mogelijkheden behoort. Sterker, misschien heeft ze wel de hand gehad in het definitieve afscheid van onze kleine vriend.’
‘Robert dat kun je zo niet zeggen. Dat weet je niet,’ was de felle reactie van Saskia.
‘Nou in elk geval, de mensen bij de verzekeringsmaatschappij hebben blijkbaar ook hun twijfels en gaan met Ramondo aan de slag. Doel zal wel zijn om aan te tonen dat Ramondo op een onnatuurlijke wijze het leven heeft gelaten en dat daarmee de claim van in dit geval wijlen mevrouw Rose van de baan is. Het kan ook zo maar zijn dat als die lui weten dat er door Rose niks meer te claimen valt, dat het ook voor die lui ophoudt, tenzij er nog iemand opduikt die nog een polis in de kast heeft liggen op het leven van mevrouw Rose Steeple. Wat mij overigens niet zou verbazen. Niets lijkt meer onmogelijk. Misschien moet ik die firma Webber maar eens even bellen.’
‘Goh Robert, nou draaf je wel heel ver door,’ merkte Saskia op.
‘Ik raak zelf ook zo ongeveer de draad kwijt geloof ik,’ mopperde Liz.
‘Misschien zie ik spoken, maar toch klopt er iets niet,’ mompelde Robert. ‘Al heb ik geen flauw idee wat dat kan zijn.’
‘Wat zei je Robbertje?’
‘Ik zei dat ik het gevoel heb dat er iets niet klopt.’
‘En waarom denk je dat?’ vroeg Saskia.
‘Vind jij dan wel dat het allemaal even logisch is wat er is gebeurd en wat er misschien nog te gebeuren staat?’
‘Uh, het meeste kan ik toch wel bevatten. Dat is zo raar toch niet.’
‘Hoe is het eigenlijk met je Kevertje?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Heb je de politie en de verzekering al gesproken?’
‘Ja,’ antwoordde Saskia kortaf.
‘En?’
‘Hoezo en?’
‘Nou weten ze al wat er gebeurd is? Hebben ze al een spoor van de daders?’
‘Nee, nog niet. Verder wisten ze het ook niet?’
‘Weet je wat ik vreemd vind?’
‘Nou vertel.’
‘Dat die twee agenten er niets over hebben gezegd toen ze jullie zijn tegengekomen.’
‘Wanneer?’
‘Toen jullie terugkwamen uit Londen.’
-96-
‘Geen idee.’
Saskia keek naar Liz en die haalde haar schouders op.
‘Ik ook niet Robert. Ze zullen er wel niet aan hebben gedacht of zo.’
‘Ik vind het maar een raar verhaal.’
‘Ik ook Robert, maar laten we ons nou eerst maar eens concentreren op meneer Charles Thompson.’
‘Zo meteen Sas, ik ga eerst eens met de firma Webber bellen. Ik heb er niet veel behoefte aan dat het allemaal nog ingewikkelder wordt. Met een beetje pech staat er binnen no time een arrestatieteam op de stoep. Ik zie mezelf al in de handboeien worden afgevoerd.’
‘Wat kunnen ze jou nou aanrekenen?’
‘Liz, kom op, genoeg om de volgende twintig jaar in hotel “De Gesloten Vleugel” te worden ondergebracht.’
‘Volgens mij overdrijf je.’
‘Liz, ik overdrijf niet en ik ga nu met Webber bellen. Ik wil niet dat het uit de hand loopt.’
‘Oké. Dat kan ik begrijpen,’ zei Saskia, terwijl ze haar laptop opendeed.
Robert pakte zijn mobiel
‘Met Webber? Mooi… Heb ik u vanmorgen gesproken? Fijn. Het gaat even over het volgende. Ik heb zojuist de informatie gekregen dat mevrouw Steeple helaas is overleden…’
Robert wachtte een moment voordat hij verder ging.
‘Dank u wel. Zeker vervelend. Zeker voor mevrouw zelf. Nee, ik kende haar niet zo goed. Maar wat ik u wilde vragen… is het nu nog zinvol om de autopsie door te laten gaan? Wat zegt u, wanneer ze overleden is? Nou gisteren voor zover ik weet. Wat…? Dat kan niet waar zijn. Weet u dat wel zeker?’
Liz en Saskia keken Robert vragend aan. Ze hadden zijn gesprek met de firma Webber vol aandacht gevolgd.
‘Meneer, ik kan u verzekeren dat mijn bron het bij het rechte eind heeft. Ik geloof niet dat ik daaraan mag twijfelen. Er moet vast en zeker een vergissing in het spel zijn. Hoe zag ze er uit?’ Momentje…’
Robert hield zijn hand voor het microfoontje van zijn mobiel.
‘Rose Steeple is een half uur geleden bij de firma Webber geweest om afscheid te nemen van onze geliefde goochelvriend en om de akte van overlijden op te halen.’
Liz en Saskia keken elkaar aan terwijl Robert zich weer op zijn telefoongesprek richtte.
De man bij Webber gaf een beschrijving van de Rose Steeple die bij hem in de winkel was geweest.
‘Het lijkt er wel op meneer dat deze mevrouw de mevrouw Steeple is die inderdaad bij meneer Steeple hoort. Hoogst merkwaardig. Nou ja, dan gaat mijn vraag ook over. Dan zullen we maar even moeten afwachten wat die lui van de verzekering er allemaal van vinden. Laat u wel nog iets weten? Morgenvroeg? Oké nou ik hoor het wel van u. Nog een fijne dag. Dank u wel.’
Robert drukte zijn mobiel uit.
‘Nou dames, ik weet niet wat jullie er van vinden, maar ik denk dat we dit avontuur maar snel moeten afronden. Ik heb het vage gevoel dat deze onderneming gedoemd is te eindigen in een groot fiasco. Het lijkt er sterk op dat het helemaal uit de klauw begint te lopen.’
‘Ik weet het niet Robert. Het is in elk geval op zijn minst merkwaardig te noemen. Maar waarom zouden die twee dan komen vertellen dat mevrouw Steeple is overleden, terwijl ze blijkbaar nog springlevend rondhuppelt?’ vroeg Saskia zich af.
‘Dat snap ik ook niet, tenzij dat wij niet de goede mevrouw Rose Steeple voor ogen hebben. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat misschien een van beide mevrouwen Steeple niet de echte mevrouw Steeple is.’
‘Robert, kun je dit ook even in gewone mensentaal zeggen? Ik snap er geen barst van,’ zuchtte Saskia.
‘Wat ik wil zeggen Saskia is dat iemand zich wel zo kan voordoen. Misschien is de mevrouw Steeple die hier is geweest wel vals of misschien wel die andere, die bij Webber was.’
‘Vals?’
‘Nou ja. Je weet wat ik bedoel.’
-97-
Saskia sloot haar laptop.
‘Kijk,’ zei ze. ‘Het kan best zijn dat de een de plek van de ander inneemt en zoals ik het begrepen heb uit jouw telefoongesprek lijkt de mevrouw die bij Webber is geweest op de mevrouw Steeple die wij vrijdag hebben gezien. Er zal vast wel een simpele verklaring voor zijn.’
‘Zoals?’
‘Dubbelgangster, tweelingzus of een gewone zus, die er veel van weg heeft.’
‘Die zou in ieder geval op de hoogte kunnen zijn over de situatie.’
‘Heel goed Robert. Slim van je,’ merkte Liz droogjes op.
‘Nou heb ik toch nog een vraagje. Niet zo belangrijk, maar toch,’ ging Robert onverstoord verder.
‘En dat is?’
‘Sas, volgens mij zei je net dat dat het er op lijkt dat de mevrouw Steeple die bij Webber is geweest en de mevrouw Steeple die jullie vrijdag hebben gezien best wel eens dezelfde zouden kunnen zijn. Dus ze was wel bij jullie…?’
‘Hoezo?’ antwoordde Saskia verbaasd.
‘Nou, je zei het zelf. Ik neem aan dat je haar hebt ontmoet anders zou je niet kunnen vaststellen dat het misschien wel dezelfde vrouw Steeple is.’
Saskia leek even verlegen met de situatie.
‘Oh, wel slim van je Robert. Goed opgelet, maar ik moet je teleurstellen. De agenten hadden een foto bij zich. Saskia bedoelt dat de vrouw op de foto dezelfde zou kunnen zijn als die van Webber. Zo bedoelde je dat toch Saskia?’ Liz keek naar Saskia, die knikte dat ze het met Liz eens was.
Robert was enigszins uit het veld geslagen. Hij dacht dat hij een aanknopingspunt had gevonden.
‘Maar het is ook best ingewikkeld. Het kan dus ook zo maar zijn dat wij de echte mevrouw Steeple niet kennen en alleen maar de andere hebben gezien,’ ging Saskia verder.
‘Om het nog maar even wat complexer te maken… het zou dus ook zomaar kunnen dat Ramondo een geheime relatie met deze vrouw had en dan zou ik toch ook weer kunnen geloven in de theorie dat Ramondo zijn inspanning tijdens het liefdesspel met mevrouw Steeple nummertje één heeft moeten bekopen met zijn dood. Ik bedoel het spelletje met de dubbelgangster, tweelingzus of wat dan ook. Ik ga er maar even vanuit dat mevrouw Steeple nummer twee voorlopig even geparkeerd ligt in haar appartementje of inmiddels ook op weg is naar de diepvriescel van de firma Webber. Wordt het daar op deze manier ook nog een beetje gezellig.’
‘Ze is niet meer in haar appartement, maar ze zal wel niet naar Webber zijn gebracht… voor zover ik weet. Maar verder wel een mooi verhaal Robert. Hoe krijg je het verzonnen,’ zei Liz.
‘En hoe weet jij zo zeker dat ze niet naar Webber is gebracht?’
‘Dat weet ik niet zeker, ik denk dat alleen maar,’ antwoordde Liz.
‘In elk geval lijkt het mij aannemelijk dat de Rose Steeple die Rover heeft gebracht, zich voordoet als Rose Steeple, maar volgens mij niet de echte is. Ik kan me niet voorstellen als je uit elkaar bent, er nog zoveel passie is. Ze kusten elkaar niet voor niets zo innig. Dus, als jullie het ermee eens kunnen zijn dan is mevrouw één zonder twijfel dezelfde mevrouw die Rover hier heeft afgeleverd. Laten we voorlopig maar even aannemen dat zij de scharrel van onze tovenaar is of beter was. Dat betekent dus dat de echte ex van Ramondo zich nu bij haar man heeft gevoegd. Die zijn dus weer samen, al kunnen ze het niet meer uitpraten.’
‘Waarom denk je dat Robert?’ vroeg Liz aan hem.
‘Jullie zeiden toch dat Rose Steeple er een eind aan heeft gemaakt en dat deze Rose weg was bij Ramondo. Die indruk wekte die andere Rose niet. Die waren best wel close. Dus volgens mij is de echte Rose er uitgestapt, die is dus exit en is de andere Rose uit op het verzilveren van de polis.’
‘Hoezo exit?’ mopperde Liz. ‘Wat bedoel je nou? Zeg nou eens gewoon wat je bedoeld Robert.’
‘Nou gewoon weg uit het leven. Ze zijn in elk geval weer samen op weg naar de hemel of waarheen dan ook. Nou die kleine zal onderweg wel uit te leggen hebben,’ grinnikte Robert.
‘Alsjeblieft, doe me een lol. Nou even niet van die flauwe opmerkingen.’
-98-
‘En hoe moet het nou verder?’ vroeg Saskia zich af.
‘Nou… eh, dat lijkt me logisch,’ mompelde Liz.
‘Nou zo logisch is dat ook weer niet. Het kan ook zo maar zijn dat die ene mevrouw Steeple, zeg maar de scharrel er een eind aan gemaakt omdat haar grote liefde, de kleine Ramondo in hun liefdesspel zo droevig aan zijn einde is gekomen. Op zich heeft het best iets romantisch toch? En dat vervolgens de echte met de polis in de hand naar de verzekering is gestapt. Ze is tenslotte nog steeds formeel mevrouw Steeple.’
‘Robert je slaat nu wel helemaal door. Dan zouden onze agentjes toch niet met de naam Rose Steeple zijn aangekomen. Volgens mij is de Rose Steeple die niet meer is, de enige echte Rose. Die andere doet zich blijkbaar voor als Rose. Geen twijfel mogelijk,’ opperde Saskia. Ze keek strak voor zich uit.
‘Maar dat neemt niet weg dat ik het gevoel heb dat het veel simpeler is. Maar vraag me niet waarom ik dat denk,’ voegde ze er nog aan toe.
‘Dat schiet lekker op,’ mopperde Liz.
‘Jij kende hem toch?’ ging Saskia verder.
‘Wie?’
‘Ramondo.’
Liz zweeg even en zuchtte.
‘Nou ja, oppervlakkig. Maar wat hij privé deed met wie en hoe, daar heb ik echt geen weet van.’
‘Dames, dames. Laten we nou eens even rustig nadenken.’
‘Robert we zijn rustig. Volgens mij ben jij de enige die zo opgefokt doet.’
Saskia stond op en keek door het raam naar buiten.
‘Zullen die twee veldwachters nog ergens op het terrein rond aan het neuzen zijn?’
‘Geen idee. Als je ze niet verwacht dan staan ze er ineens. Je zult zien dat als je ze wilt spreken, de heren nergens te vinden zijn.’
‘Zal ik eens even rond gaan kijken?’ stelde Saskia voor.
‘Neem je Rover dan even mee? Dan is die ook weer even uit geweest.’
‘Hoe vaak moet dat beest uit? Is hij incontinent of zo?’
‘Nee, niet dat ik het weet. Hij vind het gewoon heel gezellig.’
‘Dan heeft hij nu even pech. Ik ga liever even alleen.’
‘Wat jij wilt Saskia. Dan blijf ik wel even bij Liz.’
‘Ik kan wel even alleen blijven hoor. Loop nou maar even met Saskia mee. Dan is het ook allemaal niet zo verdacht.’
Robert haalde zijn schouders op.
‘Nou kom Robert, dan gaan we.’
Saskia deed aan haar jas aan en gooide de jas van Robert naar hem toe.
‘Vangen.’
‘Dank je voor de service.’
‘Nou tot zo Liz. Geen gekke dingen doen alsjeblieft. Er is nog een slokje whisky als je wilt.’
‘Ga nou maar ik red me wel.’
Saskia en Robert liepen gearmd over het terrein van Motel Dexter.
‘Wat denk jij hier nou van Sas?’
-99-
‘Geen idee. Wat ik absoluut niet begrijp is hoe onze spullen, de telefoon van Liz en ook mijn ring in kamer eenenveertig terecht zijn gekomen. Het kan alleen maar als Rose nummer één bij ons in de kamer is geweest of …’
‘… iemand anders,’ vulde Robert aan.
‘Exact. Iemand die mevrouw Rose nummer één iets in de schoenen wil schuiven.’
‘Dat snap ik even niet… het zijn jullie spullen?’
‘Maar volgens onze agentjes hebben getuigen haar gezien in onze kamer, dus die getuigen zouden er best eens belang bij kunnen hebben dat mevrouw Rose nummer één als hoofdverdachte kan worden beschouwd, zeker in het geval als mocht blijken dat onze Ramondo geen natuurlijke dood is gestorven,’ ging Saskia verder.
‘Volgens mij lees je de verkeerde boeken. Dit klinkt wel heel erg onwaarschijnlijk ingewikkeld.’
Saskia keek naar Robert die probeerde de rits van zijn jack dicht te krijgen.
‘Knopen, ritsen en drukkertjes zijn niet echt jouw ding geloof ik,’ grinnikte ze.
Robert keek haar aan.
‘Nee, ik heb meer met ontvoeringen en het eisen van losgeld. Daar heb ik meer kaas van gegeten.’
Ze schoten beide in de lach.
‘Sas… de telefoon van Liz lag niet in de kamer van Ramondo. Die lag gewoon in kamer negenendertig, op het tafeltje.’
‘Waarom heb je dan… ?’ Saskia onderbrak haar zin en keek Robert aan.
‘Robert als mijn theorie klopt dan betekent dat er iemand is die mij er voor op wil laten draaien.
Verdomme, dat is mooi shit.’
Robert knikte, maar zei niets.
Mopperend liep Saskia naast Robert en waar ze ook zochten, de twee agenten waren nergens te vinden.
‘Als je die lui nodig hebt…’
‘Zeg dat wel. Zullen we maar weer naar Liz gaan?’
Ze liepen zwijgend naast elkaar.
‘Zijn jullie echt in Londen geweest Sas?’
‘Uh, jawel. Hoe kom je daar nou bij?’
‘Nou ik heb het gevoel dat dat niet zo is. Ik kan maar moeilijk geloven dat jullie zo maar opeens naar Londen gaan om te winkelen en daarbij ook nog even voor het gemak vergeten om dat aan mij te melden. Ik kan dat maar moeilijk plaatsen. Als jij in mijn schoenen zou staan, zou je er ook zo over denken.’
Saskia zweeg.
‘Nou Sas, zeg nou eens eerlijk?’
‘En als wij niet naar Londen zijn geweest? Zou dat het verschil maken?’
‘Een groot verschil. Want dan zou ik graag willen weten waar jullie dan wel zijn geweest. Dat begrijp je toch wel?’
‘Je moet me vertrouwen Robert. Echt, meer kan ik er niet over zeggen.’
‘Dat schiet lekker op. Waarom zou ik jullie nog vertrouwen?’
‘Waarom niet?’
‘Nou gewoon, daarom niet. Ik eh… ja, waarom eigenlijk niet. Zo langzamerhand heb ik geen flauw idee meer hoe dit gaat eindigen. Dus misschien moet ik het maar laten gebeuren, moet ik jullie maar blijven vertrouwen en er maar van uitgaan dat ik door dit hele gedoe mijn leven niet aan het vergooien ben en dat ik daardoor uiteindelijk niet in de goot zal belanden. Ik heb alleen geen idee, waarom ik zo stom ben om dat te doen.’
-100-
‘Doe niet zo dramatisch, wil je?’
Ze waren bijna weer bij kamer negenendertig aangekomen.
‘Ga je nog even mee of…?’
‘Ik moet Thompson nog bellen. Het lijkt me handig om dat even met z’n allen te doen.’
‘Dat is inderdaad wel net zo handig.’
‘Hoi Liz, hier zijn we weer.’
‘Zijn jullie ze nog tegengekomen?’
‘Nee, geen kip gezien,’ was de reactie van Robert.
‘Vreemd, want net toen jullie weg waren stonden ze voor mijn neus.’
‘Wat?’
‘En sterker, ze zijn nog geen drie minuten geleden pas vertrokken. Dus ik snap niet dat jullie ze niet gezien hebben.’
‘Houd je ons voor de gek?’ vroeg Saskia verbaasd.
‘Nee hoor. Echt waar, met mijn hand op mijn hart.’
‘Waarom heb je ons niet even gebeld? En wat kwamen ze eigenlijk doen?’
‘Eerst antwoord op je eerste vraag. Neem in het vervolg je mobiel mee. En Robert, misschien moet je mij toch even je nummer geven, al is het maar voor het geval dat. En wat ze kwamen doen?’ Liz glimlachte.
‘Vertel, ik ben benieuwd,’ zei Robert ongeduldig.
‘Ze hadden nog een paar vragen.’
‘Over?’ vroeg Robert ongeduldig.
‘Robert, wil je nou even je kwebbel houden. Laat Liz nou even.’
‘Dank je Saskia. Nou zoals ik al zei, ze hadden nog een paar vragen. Ze wilden weten waarom wij in Londen waren geweest.’
Robert keek Saskia aan die geen spier vertrok.
‘Ik heb de heren netjes verteld dat we zijn gaan winkelen, zoals vrouwen dat nou eenmaal op gezette tijden doen. Verder wilden ze weten waarvoor we eigenlijk in Motel Dexter verblijven? Ze hebben inmiddels uitgedokterd dat we alle drie hier in de stad wonen.’
‘En wat heb je geantwoord? Dat je door ons ontvoerd bent en dat we nu bezig zijn het losgeld voor je vrijlating te regelen.’
‘Robert…’
‘Laat hem maar Saskia. Hij is wat gespannen. Nou nee, ik heb hem verteld dat we met een ingewikkeld project bezig zijn en daarvoor in een rustige omgeving willen werken. Zo hadden we dat ook besproken geloof ik.’
‘Jawel. En ze geloofden je natuurlijk direct?’
‘Robert… nog één keer en ik vertel niets meer. Zit er toch niet steeds tussendoor te kwetteren.’
‘Sorry.’
‘Goed, waar was ik? Oh ja, nou ze hadden daar verder geen vragen over. Toen heb ik maar eens een balletje opgegooid. Ik heb ze op de man af gevraagd waar de informatie over die mevrouw Steeple vandaan kwam.’
‘Over het bezoek van mevrouw Steeple aan onze kamer of de informatie over de zelfmoord van de andere mevrouw Steeple?’ vroeg Saskia.
‘Beide informaties Sas. Maar eerst maar over het bezoek van mevrouw Steeple aan onze kamer.
Die informatie komt van de receptie. Of beter van een van de werksters. Die was op nummer vijfenveertig bezig toen ze mevrouw Steeple uit onze kamer zag komen.’
‘Hoe is ze daar binnen gekomen?’
-101-
‘Zal wel volgens een truc van Ramondo zijn gegaan. Maar goed, daarna is ze bij eenenveertig binnen gegaan. Iemand heeft de deur voor haar opengemaakt, maar de werkster heeft niet kunnen zien wie haar heeft binnengelaten. Ze vond het eigenlijk niet eens zo vreemd omdat er wel vaker rare dingen gebeuren in motels, dus ook in Motel Dexter, dus heeft ze er aanvankelijk niets mee gedaan totdat ze hoorde dat Ramondo dood was gevonden. Ze heeft haar verhaal aan haar baas verteld en die heeft de politie geïnformeerd, of beter onze twee agentjes. Dus al met al heel erg logisch. Volgens de heren is er geen aanleiding geweest voor verder onderzoek omdat Ramondo aan een hartstilstand is overleden. Zaak gesloten.’
‘En de dode mevrouw Steeple?’
‘Ze hebben dit gehoord toen ze op het bureau hun rapport aan het schrijven waren. Ze hadden toevallig dienst. Er was een melding over een dode vrouw binnengekomen. Ze zijn er samen op af gegaan en toen constateerden ze dat het mevrouw Steeple was. Geen twijfel mogelijk, zelfmoord.’
‘Helder verhaal, verder geen opmerkingen van mijn kant,’ zei Robert. Saskia keek hem enigszins verbaasd aan maar ze zweeg.
‘Nou, dan ga ik nu maar even een rondje met Rover doen en dan gaan we daarna Charles Thompson bellen. Willen jullie alvast eens nadenken wat we hem gaan vertellen.’
‘Dat gaan we doen,’ antwoordde Liz. ‘Tot zo.’