Hoofdstuk 14

 

De dagen waren voorbij gevlogen. Ramondo was druk geweest met de voorbereiding van de grote verwisseltruc en Liz was aan haar derde roman en haar zesde fles whisky begonnen. Robert was hoofdzakelijk in de weer geweest met Rover en met boodschappen doen. Zo nu en dan had hij Ramondo mee geholpen. Elke avond hadden ze met zijn viertjes gekaart. In kamer negenendertig. Ze hadden gepokerd en Liz was veruit de beste in dit spel. Robert met stip de slechtste. Liz had de stand bijgehouden en op papier stond Robert ondertussen op een verlies van elfduizend en drieënveertig pond.
Saskia vertelde dat het verhaal over hun avontuur al aardig vorm begon te krijgen. Ze werkte er elke dag wel een paar uur aan en ze maakte de dingen soms spannender dan dat ze eigenlijk waren. Ook hadden Robert en Saskia samen Rover uitgelaten. Ze had hem gevraagd of hij soms verliefd was geworden op Jenny. Hij had ontkend, maar ze had hem niet geloofd. Robert had haar gevraagd wat haar plannen waren nadat ze klaar waren met dit avontuur. Saskia had haar schouders opgehaald. Ze had hem verteld dat ze het nog niet exact wist. Ze vertelde dat ze bezig was met een aantal dingen. Ze hoopte in elk geval van schrijven haar werk te kunnen maken. Robert vond het eigenlijk wel raar dat ze eigenlijk niet eerder tot zo’n gesprek waren gekomen. Hun contact was eigenlijk steeds wat oppervlakkig geweest en de meeste tijd waren ze alleen maar bezig geweest met de ontvoering.  Al met al vond hij het eigenlijk wel prettig en hij merkte aan Saskia dat ze zich ook op haar gemak voelde.
Alles leek goed te gaan en vooral volgens plan. Ook het gedrag van Liz was een stuk minder irritant dan in het begin van de ontvoering. Het kwam de sfeer ten goede en Robert betrapte zich er op dat hij er diep in zijn hart eigenlijk ook wel van genoot. Hij voelde een zekere band met de anderen en dat gaf deze ontvoering iets intiems. Iets van een samenzwering en een zekere mate van lotsverbondenheid.

Het was inmiddels woensdag. Saskia had de informatie klaar die nodig was voor de briefing aan de hoofdredacteur.
‘Als jullie je aan dit verhaal houden dan komt het helemaal voor elkaar. Er zit voldoende ruimte in om het spannend te houden zonder al te veel weg te geven, want dat was toch de opdracht? Je moet proberen hem te overtuigen dat we met goede dingen bezig zijn. Ik heb hier en daar een tipje van de sluier opgelicht, maar dat is ook alles. Kijk het even door en mocht je nog vragen hebben dan hoor ik het wel.’
Robert bestudeerde de twee A’4tjes tekst. Saskia had hier en daar met een markeerstift regels en woorden gearceerd.
‘Ik ga even naar mijn eigen kamer, dan kan ik alles even op mijn gemak doorlezen,’ zeg hij.

 

-57-


Liz keek op en zette haar leesbril af.
‘Ik heb het al voor je doorgelezen Robert. Saskia heeft goed werk verricht. Je mag trots op haar zijn. Nou is het aan jou en dat vriendinnetje van je. Robert, ik heb er alle vertrouwen in.’
‘Dank je Liz. Het moet allemaal nog wel gebeuren.’
‘Je kunt het Robert. Nietwaar Saskia?’
‘Zeker Liz. Het gaat hem zeker lukken en Jenny zal je er zeker doorheen sleuren.’
‘Nou vooruit dan maar, als jullie het zeggen. In elk geval bedankt voor jullie vertrouwen.’
Robert gaf Rover nog een aai en ging naar kamer veertig.
Nadat hij de tekst had doorgelezen viel hij in slaap en pas tegen zessen werd hij wakker toen er op zijn deur werd geklopt.
‘Leef je nog? ‘riep Ramondo.
‘Pff, moment, ik moet nog even wakker worden. Ik kom er aan.’
‘Nou tot zo dan. De dames hebben honger.’
Robert wilde reageren maar hield wijselijk zijn mond.
Tot nu toe had hij elke avond voor het eten gezorgd. Dan weer pizza’s, dan weer chinees of een Griekse schotel. En elke keer maar weer draaide hij alleen op voor de kosten. Liz had hem beloofd dat het allemaal wel goed zou komen met het geld en ook Saskia had hem verzekerd dat ze haar deel ook aan hem terug zou betalen zodra alles voorbij was. De grote Ramondo had zich ook verontschuldigd en had toegezegd dat hij ook zijn steentje bij zou dragen, maar daarvoor moest hij wel eerst zijn beloning hebben ontvangen.
‘Ik moet jullie maar vertrouwen, maar het gaat wel tamelijk hard met mijn saldo op de bank. En neem maar van mij aan dat het niet de goede kant op gaat,’ had Robert gezegd.

En daar stond hij dan weer. In de broodjeszaak net aan de rand van het centrum van de stad. De dames hadden zin in broodjes gezond. Iets waar Robert een enorme hekel aan had, maar toen ook Ramondo had ingestemd met de wensen van Saskia en Liz, had hij zich maar aangepast.
‘Acht broodjes gezond en wat te drinken erbij,’ zei hij tegen de juffrouw die om zijn bestelling vroeg.
‘Ze zijn wel groot, onze broodjes…’ zei ze.
Robert haalde zijn schouders op.
‘We hebben enorme honger.’
De juffrouw reageerde hier niet op en liep naar de achterzijde van de ruimte.
Tien minuten later kwam ze terug met een grote papieren zak.
‘Alstublieft. Acht broodjes gezond en vier blikjes fris. Dat wordt vierendertig pond en negentig pence.’
Robert legde veertig pond op de toonbank.
‘Maak er maar vijfendertig van,’ zei hij en hij pakte de papieren zak aan.
‘Dank u wel meneer,’ zei de juffrouw, toen ze hem vijf pond teruggaf.  Het klonk niet echt gemeend.
Met acht broodjes gezond en vier blikjes fris spoedde Robert zich naar kamer negenendertig van Motel Dexter. Op het moment dat hij zijn auto parkeerde zag hij in de verte de twee agenten in hun auto zitten. Hij hoopte toch zo dat ze hem niet hadden opgemerkt. Hij stapte zo onopvallend mogelijk uit en hij sloop daarna behoedzaam langs de struiken naar de deur van de kamer en klopte op het zijraam.
‘Blij dat je er bent. We sterven zo ongeveer,’ zei Saskia, die de deur opende.
Liz vertelde dat haar man had laten weten dat hij er nog steeds niet in geslaagd was om de vier miljoen bij elkaar te krijgen. Saskia had koel gereageerd.
‘Het is niet anders. Laten we ons nou eerst maar concentreren op jouw bezoek van vrijdag aan de New Daily Express.’
‘We?’ reageerde Robert vinnig.

 

-58-


‘Nou ja, jij dan,’ klonk het kortaf.
‘Ik voel weer wat stress of vergis ik me?’ merkte Liz droogjes op.
‘Krijg wat voor mijn part…’ mopperde Robert, die inderdaad lichtelijk gestrest was.
Robert had nauwelijks gegeten terwijl de dames en Ramondo zich te goed hadden gedaan aan de broodjes met rauwkost en sla. Ze hadden samen nog wat gedronken en daarna was Robert naar zijn kamer gegaan. Ramondo was bij Liz en Saskia gebleven.
 
Robert had Rover nog uitgelaten en hij was blij dat de agenten blijkbaar weer waren vertrokken. Hij moest er even niet aan denken dat die twee weer allerlei vragen op hem af zouden vuren als ze hem samen met Rover zouden zien. Ze zouden zeker van hem willen weten waar hij die hond vandaan had. Om half tien kroop hij in zijn bed. Rover keek met zijn trouwe ogen naar Robert en hoopte dat deze hem een plek in bed zou gunnen. Tot nu toe was Rover niet echt succesvol geweest. Robert was binnen vijf minuten in een diepe slaap. Het schemerlampje op het nachtkastje brandde nog en Rover lag nog steeds naast het bed te wachten op de goedkeuring van Robert. Tegen twee uur draaide Robert zich om en zonder echt wakker te worden, maakte hij het schemerlampje uit.
‘Terusten Rover,’ mompelde hij en dat was voor de hond kennelijk het moment om naast zijn nieuwe baas te  gaan liggen. Toen Robert tegen de morgen wakker werd en hij Rover naast zich voelde haalde hij zijn schouders op.
‘In elk geval nog iemand die iets om me geeft…’ en hij draaide zich nog maar eens om.