Hoofdstuk 13

 

Het was bijna twaalf uur toen hij zijn auto parkeerde bij Motel Dexter. Hij zag dat er nog licht brandde in kamer negenendertig. Met in de ene hand een zak hondenbrokken en in de andere hand een plastic tas met boodschappen liep hij naar de deur. Hij klopte zachtjes op het zijraam. Het duurde een paar minuten, maar toen werd de deur opengemaakt. De kleine Ramondo en Rover stonden in de deuropening.

 

-54-


‘Sorry, maar het is wat later geworden dan ik gepland had,’ verontschuldigde Robert zich.
Liz en Saskia lagen al in bed. Liz leek te slapen en Saskia las een boek.
‘Rover moet nog even uit en misschien dat je hem straks nog even wat brokjes wilt geven. Ik weet niet of hij vandaag al iets heeft gegeten. Maar goed, ik ben blij dat je er bent. Dan kan ik eindelijk ook naar bed.’
De kleine Ramondo gaf de riem van Rover met veel gebaar aan Robert en hij deed zijn jas aan.
‘Nou tot morgen dan. Welterusten Saskia… en Liz.’
Liz mompelde wat en sliep vervolgens weer rustig verder.
‘Nou Saskia, dan ga ik ook maar…’ zei Robert met niet al te veel overtuiging. Hij was duidelijk teleurgesteld over de matige ontvangst.
‘Dat is goed. Ik hoor morgen wel van je hoe het is geweest. Je hebt het in elk geval lang volgehouden. Jenny is wel aardig vind je ook niet?’
‘Zeker weten. Nou welterusten dan maar,’ zei Robert en er zat nog iets van opwinding in zijn stem.
‘Dan ben ik nu echt weg Sas.’ Hij pakte de riem en Rover ging gewillig met hem mee.
‘Ja… terusten Robert. Tot morgen. Droom maar lekker…’ mompelde Saskia en ze was weer verdiept in haar boek.

Robert liep samen met Rover over het terrein van Motel Dexter.
‘Het mag hier wel niet Rover, maar als je nodig moet dan maak ik daar geen probleem van hoor.’
Robert had niet veel zin om nog een grote wandeling te maken.
De hond had het begrepen en binnen tien minuten waren ze terug.
Robert maakte de deur open en Rover liep rustig naar binnen. Het leek wel of hij er al vaker was geweest, want binnen een paar minuten ging hij naast het bed liggen.
‘Nou hondje. Welterusten. Tot morgen en niet snurken.’
Robert had nog wat brokken in het bakje van Rover gedaan en nadat hij zich nog wat had opgefrist stapte hij in bed. Hij vroeg zich af waarom hij zich eigenlijk had laten opschepen met Rover, hoewel hij het eigenlijk ook wel weer een leuk beest vond.

De volgende morgen toen hij wakker werd voelde hij de natte neus van Rover in zijn gezicht. Die vond het blijkbaar mooi geweest en de hoogste tijd om op te staan. Na een uitgebreide douche kleedde Robert zich aan en nadat hij een flinke wandeling met Rover had gemaakt, ging hij naar kamer negenendertig.
‘Goede morgen lotgenoten en hebben we inmiddels ook al ons ontbijt mogen ontvangen of…?’
‘Prima geregeld Robert.’
Liz klopte hem op zijn schouder en wees naar de twee dienbladen die op de kleine tafel in de hoek stonden.
‘Alles er op en er aan. Zelfs beschuitjes.’
‘Mag wat kosten.’
‘Ik maak het wel goed met je. Maar ja, van de andere kant, ik ben hier nog steeds te gast. Hoe je het ook bekijkt.’
‘Ja hoor Liz. Je hebt helemaal gelijk, jij bent onze gaste. Hoe je het ook bekijkt.’
‘En…?’ vroeg Saskia.
‘Hoezo?’
‘Doe nou niet zo achterlijk. Je weet best wat ik bedoel. Hoe ging het gisterenavond?’
‘Het ging heel goed. Jenny is een leuk meisje. Dus dat gaat vrijdag wel lukken. Heb jij al iets kunnen voorbereiden?’
‘Robert… toe, vertel nou even hoe het is geweest.’
Hij haalde diep adem.

 

-55-

 


‘Tjonge wat een zucht,’ was de reactie van Liz. ‘Volgens mij was het een zware bevalling.’
‘Nee hoor, dat viel reuze mee. De start was even wat ingewikkeld, vooral omdat ik toen we goed en wel binnen waren een beetje mot kreeg met een groep kerels.’
‘Hoe kwam dat dan?’
‘Ik stootte per ongeluk een van die gasten met een stoel tegen zijn benen.’
‘En toen?’
‘Toen werden ze een beetje vervelend. Maar ik heb ze een pilsje aangeboden en toen hebben we samen wat gedronken.’
‘Met die kerels?’
‘Nee, met Jenny. Wij samen.’
‘Oh… en toen?’
‘Toen niks meer. Gewoon wat gepraat over ditjes en datjes.’
‘Over koetjes en kalfjes?’
‘Ja Liz, over koetjes en kalfjes. Meer valt er niet te zeggen, behalve dan dat we volgende week donderdagavond opnieuw hebben afgesproken. Dan kunnen we alles voor vrijdag nog even doornemen.’
Saskia leek enigszins teleurgesteld.
‘Jammer,’ zei ze. ‘Ik vind Jenny eigenlijk wel een beetje jouw type.’
‘Kom nou Sas. Laten we ons eerst nou eens concentreren op Liz. Er is absoluut geen tijd voor romantiek onder deze omstandigheden.’
Liz keek naar Robert. Hij werd er verlegen van. Het leek wel of ze gedachten kon lezen en dat ze wist dat Jenny grote indruk op hem had gemaakt.
‘Onder deze omstandigheden?’ vroeg ze.
‘Ja, ik heb mijn handen hier aan vol, dus er kan even niets meer bij.’
‘En toch vind ik het jammer,’ bleef Saskia volhouden.
Inmiddels had de grote Ramondo zich ook gemeld.
‘En Robert, is het allemaal gelukt met Rover?’
‘Als je bedoelt of hij gegeten, geplast en gepoept heeft dan is het antwoord ja.’
‘Mooi. Het is ook zo’n lief beest. Kijk uit dat je hem niet in je bed toelaat, want dan krijg je hem er echt nooit meer uit.’
Robert reageerde er maar niet op en pakte een van de verse croissants en schonk zichzelf een kop koffie in.
‘Iemand nog?’
‘Nee hoor. We nemen zelf wel,’ klonk het bijna in koor.

Na het ontbijt had Robert samen met de grote Ramondo de twee dienbladen terug gebracht naar de balie van Motel Dexter. Robert dacht terug aan de vorige avond. Aan zijn ontmoeting met Jenny in de Bonte Specht. Hij dacht aan de woorden van Saskia. Hij wist niet goed hoe het verder moest.
Hij huiverde bij de gedachte dat als het mis zou gaan met het geld en met Liz en met de wedstrijd, hij alles zou verliezen. Zijn baan, zijn geld en nu misschien nu ook nog eens Jenny. Hij vroeg zich af wat hij zich eigenlijk verbeeldde. Hoezo Jenny verliezen?
‘Wat ben je stil?’ vroeg Ramondo bezorgd. ‘Voel je jezelf niet zo lekker vandaag?’
‘Nee, dat is het niet,’ antwoordde Robert. ‘Weet je Ramondo, ik heb niet zo’n goed gevoel bij alles wat ik op dit moment doe. Waar ik mee bezig ben, maar misschien ben ik te negatief. Te veel stress.’
Ramondo keek Robert aan.

 

-56-


‘Het komt best in orde. Ik moet nog een paar zaken regelen en dan ben ik er in wezen klaar voor. Het is dan meer aan jullie en vooral aan Thompson wat de volgende stap zal zijn. Dus wat mij betreft kan het snel voorbij zijn. Wat is de bedoeling van volgende week vrijdag eigenlijk?’
‘We hebben een afspraak met Thompson dat we halverwege en dat is dus vrijdag, een korte stand van zaken zullen geven, dus eigenlijk waar we staan, wat de voortgang is. We hebben een afspraak met de hoofdredacteur van de New Daily Express, dus niet met Thompson zelf. Gelukkig maar. Ik moet er even niet aan denken. Ik hoop dat Saskia alles netjes heeft vastgelegd en misschien is ons avontuur dan wel eind volgende week helemaal klaar. Er staat nergens dat het ook echt minimaal dertig dagen moet duren. We mogen er dertig dagen over doen, maar wat mij betreft is het klaar als we een verhaal hebben. Bovendien denk ik dat Liz dit ook niet gaat trekken. Ze begint er volgens mij tamelijk genoeg van te krijgen.’
Ramondo keek verbaasd naar Robert.
‘Volgens mij vind ze het helemaal niet zo vervelend. Ze geniet er van. En zeker met een miljoentje in het vooruitzicht steekt het voor haar niet op een paar dagen,’ stelde hij Robert gerust.
‘Gaat het wel allemaal goed komen Ramondo? Wat denk jij?’
Ramondo zweeg en reageerde niet op de vragen van Robert en dat gaf hem een onrustig gevoel.
‘Denk je echt dat het gaat lukken? Als het mis gaat dan…’ hield Robert vol.
‘Vertrouw me. Echt, geloof me nou maar, het komt helemaal goed.’
Ze waren bijna bij kamer negenendertig.
‘Laat jij Rover straks nog even uit? Dan ga ik weer verder met de voorbereidingen,’ stelde Ramondo voor.
‘Dat is goed. Het doet me goed, om even in de buitenlucht te zijn.’
‘O ja, ik zal je straks even de borstel brengen, want die lag nog bij mij. Rover is gewend dat hij elke avond even wordt geborsteld. Dat vindt hij fijn. Tot straks dan maar,’ en Ramondo liep sjokkend naar de  deur van zijn kamer.