Hoofdstuk 11
Tegen zeven uur meldde een vrouw van middelbare leeftijd zich bij kamer negenendertig. Even verderop had ze haar oude Volkswagen Polo geparkeerd. Ramondo liep met haar mee naar haar auto. Het was ondertussen een beetje mistig geworden. Door het schijnsel van de lantaarns die hier en daar brandden was het een sinister schimmenspel. De Polo was tweedeurs en het kostte wat moeite om Rover vanaf de achterbank uit de auto te krijgen. Maar uiteindelijk lukte het en het beest was zichtbaar verheugd dat hij zijn poten weer kon strekken. Zijn eerste actie was dan ook het optillen van zijn rechterpoot om vervolgens een aanzienlijkheide hoeveelheid van zijn blaasinhoud te lozen in een van de struikjes. Het zat hem blijkbaar aardig dwars want daarna ging hij pas over tot het blaffend begroeten van Ramondo. Robert was inmiddels ook naar buiten gekomen bij het horen van het geblaf.
‘Hier is ie dan,’ zei Ramondo.
‘Hadden ze ‘m niet kleiner? Ik dacht dat hij niet zo groot was,’ mopperde Robert.
Het leek er op dat de genen van beide vaders en de moeder die bepalend waren voor de afmetingen van hun nageslacht zich hadden verenigd in een super-gen. Rover was aanzienlijk groter dan de gemiddelde Duitse staander, Collie en schapendoes.
‘Weet je echt zeker dat er geen derde verwekker in het spel is. Een Bullmastiff of zo? Hij is in elk geval aan de tamelijk forse kant,’ klaagde Robert.
‘Niet dat ik weet,’ was het antwoord van Ramondo.
‘Nou ja, het is wat het is.’ Robert probeerde Rover van zich af te duwen.
‘Hij wil alleen maar vriendjes met je worden…’ zei de goochelaar en er zat een lichte irritatie in zijn opmerking.
‘Dat zal best. Maar ik ben niet zo voor die beesten die zo maar spontaan tegen mij aan gaan beginnen te rijden.’
‘Dat deed hij echt niet Robert. Ik denk dat je nu echt te overspannen reageert.’
‘Dat denk ik ook. Maar neem van mij aan Ramondo dat Robert het niet zo gewend is. Ik bedoel hij heeft liever niet dat tegen hem wordt opgereden.’ Saskia was naar buiten gekomen en ze aaide Rover over zijn kop. De hond kwispelde naar harte lust en gaf hiermee aan dat hij haar aandacht zeer op prijs stelde.
‘Toe Saskia, doe niet zo flauw. Het was toen niet het goede moment, dat weet jezelf ook wel.’
De kleine Ramondo keek Saskia vragend aan.
‘Hij bedoelt dat hij er nog niet aan te was. Hij was nog te veel met zijn moeder bezig,’ antwoordde Saskia terwijl ze Rover streelde, die zichtbaar genoot van zoveel aandacht. Hij kwispelde onophoudelijk enthousiast terwijl hij verwoede pogingen deed om tegen Saskia op te springen.
-47-
‘Rustig Rover. Af,’ maande Ramondo. ‘Oh… Nou ja, dat kan. We kunnen niet allemaal even bijdehand zijn. Hoewel Robert, gezien jouw leeftijd was het toch eigenlijk wel normaal geweest…’
‘Bedoel je dat ik niet normaal ben,’ viel Robert hem in de rede.
‘Dat zeg ik niet… Wat ik bedoel is dat het toch niet vreemd was geweest als je met… uh Saskia bijvoorbeeld tot iets was gekomen?’
‘Tot iets? Met Saskia? Hoe kom je daar in hemelsnaam nou weer bij? Ik begrijp echt niet wat je bedoelt.’
‘Tot iets intiems bedoel ik.’
‘Wat intiems… en dat is?’
‘Dat weet je toch wel. Dat hoef ik je toch niet uit te leggen, hoop ik? Ach, je weet best wat ik bedoel. Het had toch zo kunnen verlopen, ik bedoel jullie waren toch al samen in het motel voordat Liz… tenminste zo heb ik het begrepen.’
‘Laten we maar naar binnen gaan. Het is hier tamelijk fris,’ stelde Saskia voor.
De mevrouw die Rover had gebracht zei dat ze het nog druk had. Ze kon echt niet blijven hoe graag ze dat ook wilde. Ook Ramondo kon haar niet overhalen tot een kopje koffie. Een kopje koffie dat ze overigens niet hadden en ook niet konden regelen. Robert probeerde dat hem dat nog maar eens duidelijk te maken.
‘Iets anders dan?’ probeerde Ramondo nog, maar de mevrouw benadrukte nogmaals dat ze echt geen tijd had. Ramondo legde zich er bij neer en bedankte haar.
Robert fronste zijn wenkbrauwen toen Ramondo afscheid nam met een innige kus. Het leek er op dat zij zijn kus beantwoordde. Rover werd nog een keer geaaid en daarna verdween de dame in de mist. Haar Polo, die wat verderop stond was nauwelijks nog te zien.
‘Voorzichtig Rose…’ riep Ramondo haar achterna, maar de dame die klaarblijkelijk Rose heette reageerde niet.
‘Het is smerig weer. Ik heb de pestpokken aan mist,’ voegde Ramondo er nog aan toe.
‘Kom Rover, dan kun je ook kennis maken met mevrouw Liz. Ze is de echtgenote van Charles Thompson… je weet wel, die vent van de krant.’
De hond keek met een schuine kop naar zijn baas of hij wilde zeggen, ‘oh die…’
Daar zaten ze dan Saskia, Robert, Liz, Ramondo en met Rover de hond. Samen in kamer negenendertig van Motel Dexter. Het begon op deze manier aardig vol te raken.
‘Leuk beestje Ramondo,’ merkte Liz op.
‘Wat eet zo’n beest eigenlijk?’ vroeg Robert.
‘Hij lust in principe alles, maar het beste zijn brokjes. Daar reageert zijn spijsvertering het normaalste op. Ze kunnen zo gevoelig zijn voor ander voedsel en voor je het weet zijn ze de hele week aan de diarree. En dat is lastig met die lange haren. Er blijft al gauw wat achter als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘En dan?’ vroeg Robert
‘Dan niets. Gewoon even schoonmaken. Dat moet je zelf toch ook wel eens.’
Robert trok een vies gezicht.
‘Ja daag… diarree of niet, dat ga ik dus echt niet doen.’
‘Robert, doe nou eens niet zo onvolwassen,’ merkte Liz op. ‘Zo erg is het toch niet. Jouw moeder heeft je toch ook verschoond toen je nog klein was. Dat vond je toen toch ook fijn.’
‘Dat doe jij het toch even Liz,’ beet Robert haar toe.
‘Dat lijkt me niet zo handig. Ik ben hier de gijzelaar. Dat weet je toch nog wel of…? ‘
‘Het is al goed hoor. Gekke Robert draait er wel weer voor op, gekke Robert doet het wel even,’ mopperde hij, terwijl hij achterover op bed viel. Rover nam een aanloop en sprong boven op hem.
‘Zie je nou wel, hij houdt nu al van je,’ schaterde Saskia terwijl Robert zich probeerde te ontworstelen aan de enthousiast likkende Rover.
‘Gadver… wat is dat smerig.’
‘Je bent er gewoon nog niet aan toe, dat is alles,’ opperde Liz en ze kon haar lach nauwelijks onderdrukken.
-48-
‘Maar goed,’ ging ze verder. ‘Nu we hier toch zijn is het misschien een idee om nou eindelijk eens definitieve afspraken te maken.’
‘Ik dacht dat we dat gedaan hadden.’ Saskia keek verbaasd naar Robert en Ramondo.
‘In grote lijnen wel. In detail moeten we alles nog uitwerken.’ Ramondo krabde aan zijn rechterborst. ‘We krijgen regen. Ik voel het.’
‘Fijn,’ merkte Liz op. ’Goed dat we dat weten, dat blijven we vandaag en morgen lekker binnen. En overmorgen en …’
‘Liz, hou op. Je moet maar even genoegen nemen met het feit dat dit nog een paar weken duurt. Nou niet gaan zeuren. Anders wordt het echt vervelend.’
Liz keek naar Saskia. Ze zag aan haar gezicht dat Saskia het meende.
‘Geef me dan maar iets te drinken. Dat heb ik nog iets om blij van te worden.’
‘En dronken…’ zei Robert bijna onhoorbaar.
‘Wat zei je Robbertje?’
‘Dat je daar goed van kunt ronken… slapen.’
Liz haalde haar schouders op.
‘Wat ben je af en toe toch een irritant ventje.’
‘Het zal wel als jij het zegt,’ probeerde Robert nog, maar hij wist dat hij beter zijn mond kon houden.
‘Wie haalt er even brokjes voor Rover?’ vroeg Ramondo.
‘Robert…?’ Saskia keek hem vragend aan.
‘Verdomme, als jullie eens een advertentie zetten voor een manusje van alles? Sloofje gezocht, vaste baan, zeven dagen in de week, dag en nacht. Het liefst pro Deo. Daar zal vast en zeker veel belangstelling voor zijn.’
‘Ik zeg toch niet dat jij... ik bedoel… uh misschien heb jij een idee,’ was de timide reactie van Saskia.
‘Nee, ik heb geen idee. Wie stelt zich beschikbaar? Kom op, niet allemaal tegelijk, anders moeten we er nog om gaan loten,’ zei Robert provocerend.
‘Uh…’
‘Natuurlijk. Goed hoor, ik ga al. Liz, misschien moet je voor mij ook maar een ton of zo reserveren van het losgeld.’
‘Dat gaan we niet doen Robert. Wij gaan niet stelen. Dat is niet de afspraak,’ reageerde Saskia op belerende toon.
‘We moeten het nog wel even over volgende week vrijdag hebben,’ ging ze verder.
‘Wat is er volgende week vrijdag?’ vroeg Ramondo.
‘Dan hebben we onze tussentijdse rapportage bij de krant. Bij de hoofdredacteur van de New Daily Express,’ zei Saskia.
‘Het is beter dat jullie niet met zijn tweeën gaan.’
‘Waarom niet Liz.’
‘Omdat jullie me moeilijk hier alleen kunnen laten.’
‘En Ramondo dan…’
‘Je kunt toch moeilijk van hem verwachten dat hij lid wordt van jullie criminele organisatie. Hij is alleen ingehuurd om de truc met de koffers eh… de tassen tot een goed einde te brengen, meer niet.’
‘Daar heeft Liz gelijk in. Dat is de afspraak,’ vulde Ramondo aan. ‘Verder sta ik overal buiten en wil ik er ook absoluut niets mee te maken hebben. Het is helemaal aan jullie.’
Saskia keek naar Robert.
‘En nu?’
‘Nu niks. Dan zal jij alleen moeten gaan.’
-49-
‘Dat gaat toch niet werken Saskia. En waar is dat geniale plan van jou gebleven om twee anderen te sturen naar de Daily zodat wij een waterdicht alibi hebben? Is dat idee alweer passé? Nee, we zijn samen aan dit avontuur begonnen en de opdracht was om ons ook samen halverwege te melden bij de krant. Het zou toch op zijn minst werkwaardig zijn als ik daar alleen aan kom zetten. Wat moet ik in godsnaam voor een smoes verzinnen?’
‘Je kunt toch wel zeggen dat ze zwaar ongesteld is en daarom even niet in staat is…’
‘Liz, mond houden,’
‘Ik wil ook alleen maar…’
‘Liz, alsjeblieft, dicht die snavel… Ik breng morgen tape mee.’
‘Help… ik word bedreigd, hoor je dat Ramondo. Heb je overigens nog wat te drinken?’
‘Ramondo, gooi haar nog even vol,’ vroeg Robert kortaf. Hij leek zijn geduld te verliezen door het irritante gedrag van Liz.
‘We moeten voor een stand-in zorgen Robert,’ zei Saskia. ‘Iemand die mij op die vrijdag even vervangt.’
Robert schudde zijn hoofd.
‘Moet er weer een extra kamer worden gehuurd of zo?’
‘Wat ben jij flauw.’
‘Nou ben ik flauw. Ik sta echt nergens meer van te kijken. Ik heb gereageerd op een kleine advertentie. En nu, bijna een halve maand later zit ik hier… en heb ik geen idee waar dit gaat eindigen.’
‘In de gevangenis… tussen de spinnen en de ratten,’ merkte Liz droog op. Ze nipte nog maar eens aan haar glas, dat de grote Ramondo bijna tot aan het randje had vol geschonken.
‘Als het zo doorgaat wel ja.’
Robert stond op en zuchtte diep.
‘En hoe had je dat dan gedacht. Dat van die stand-in?’
‘We kunnen Jenny vragen… mijn vriendin. Het zusje van Colin.’
Robert keek vol verbazing naar Saskia.
‘En die wil dat wel even doen? Ons even uit de nood helpen en daarmee medeplichtig worden aan een ontvoering. Zo maar even voor de lol. Oh natuurlijk, daar zijn immers goede vriendinnen toch voor, nietwaar? Liz wat vind jij?’
‘Saskia is een slim meisje. Heb nou maar vertrouwen in haar Robert, dan komt alles op zijn pootjes terecht en…’
‘… en wij met z’n allen in de bak. Ik in elk geval.’
Liz reageerde er niet meer op ze nam haar glas van het tafeltje en las verder in een magazine dat Robert bij de balie van Motel Dexter had meegenomen.
‘Dus als ik het goed begrijp ga ik samen met die Jenny volgende week vrijdag naar de redactie om verslag te doen over de voortgang van ons avontuur. Mooi, en heb je ook nog een idee wat ik daar ga zeggen? Ik kan toch moeilijk gaan vertellen waar we mee bezig zijn, althans dat lijkt me niet zo handig.’
‘Daar moet ik nog even over denken. Maar goed, ik verzin wel iets.’
‘Ik laat me verrassen…’
‘Robert, Jenny is een harstikke leuke meid hoor.’
‘Dat geloof ik meteen Saskia. Maar voorlopig heb ik er geen goed gevoel bij.’
‘Zal ik haar even bellen?’
‘Je doet maar.’
Saskia pakte haar mobieltje dat op tafel lag. Even later was ze druk in gesprek. Rover lag aan de voeten van Liz en de hond was inmiddels in een diepe slaap.
‘Wat een lief hondje,’ merkte Liz op. ‘En ook zo lekker rustig.’
‘Zeker,’ antwoordde de grote Ramondo, die ijverig in een schetsboek allerhande notities en schetsen maakte. Robert kon duidelijk de plattegrond van kamer veertig onderscheiden.
-50-
Ramondo richtte zijn aandacht vervolgens weer op het schetsboek.
‘Robert… denk je nog wel aan zijn brokjes?’
‘Ja Liz, ik doe niet anders.’
‘Robert, Jenny woont vlakbij de supermarkt waar jij altijd naar toe gaat. Zal ik vragen of ze zo meteen tijd heeft. Dan kunnen jullie alvast even kennis maken. Om de hoek bij de supermarkt zit een klein cafeetje. Misschien dat jullie daar samen even iets kunnen drinken. Dan hebben jullie elkaar in elk geval even gezien. Ik bedoel, dan kunnen jullie even aan elkaar wennen. Je kunt toch moeilijk volgende week vrijdag met iemand die een volkomen vreemde voor je is een goede indruk maken bij de redactie van de New Daily Express.’
Nog voordat Robert had kunnen reageren, vroeg Saskia wat Jenny van haar plan vond. Die was het schijnbaar helemaal met Saskia eens.
‘Straks om half tien. Bij de Bonte Specht. Is dat goed Robert?’
‘En hoe herken ik haar?’ antwoordde Robert met een diepe zucht.
Saskia richtte zich weer via haar mobiel tot Jenny.
‘Ze heeft een rood jurkje aan,’ zei ze vervolgens.
‘Zeg maar dat het goed is. Hoe meer zielen hoe meer vreugde.’ Robert zocht in zijn broekzak naar de sleutel van zijn kamer.
‘Wacht nou even,’ riep Saskia.
‘Nee, ik had het niet tegen jou Jenny. Even een momentje…’ zei ze en ze hield haar hand voor de microfoon van haar mobiel.
‘Robert, Jenny is echt een erg leuke meid. Je zult er echt geen spijt van hebben dat je “ja” hebt gezegd. Geloof me. Veel succes.’
Ze hield haar mobiel weer bij haar oor en zette het gesprek met Jenny voort, terwijl Robert mopperend kamer negenendertig uitliep.
‘Robert Brown, je moet wel hartstikke gek zijn… ’ zei hij hardop terwijl hij naar zijn auto liep. Het was nog steeds behoorlijk mistig.