Hoofdstuk 1
Toen Robert de deur van de kamer opendeed wist hij eigenlijk al wat er ging gebeuren. Saskia was de hele avond al zo verschrikkelijk opdringerig geweest. Het leek wel of er voor haar niets anders bestond dan seks. Hij werd er bijna gek van. Eigenlijk had hij er spijt van dat hij met haar mee was gegaan. Het was tenslotte niet nodig geweest. Het diende in zijn ogen geen enkel doel om een kamer te huren in Motel Dexter. Hij had gewoon terug moeten gaan naar zijn eigen appartement, maar hij wist ook dat er nu geen weg meer terug was. Hij wist ook maar al te goed dat hij niet was opgewassen tegen de vasthoudendheid van zijn partner. Hij keek onwennig om zich heen. Voordat hij het wist stond ze voor hem. Saskia, een mooie slanke brunette van rond de vijfentwintig. Dat was naar zijn inschatting het aantal lentes van de vrouw die blijkbaar maar één passie had. Het maakte Robert onrustig, ook al omdat ze hem nog niets had verteld over wat nou uiteindelijk de bedoeling was van het verblijf in Motel Dexter. Maar ja, hij had het haar ook niet expliciet gevraagd, althans hij was niet verder gekomen dan “is dit nou wel nodig Saskia? Moet dit nou echt?”
‘Vertrouw nou maar op mij,’ had ze geantwoord en daar was het bij gebleven. Hij had ook maar niet verder gevraagd, maar hij vroeg zich toch wel af wat hij met haar aan moest. Zo was het al de hele avond geweest. Zij, Saskia constant aan het woord en hij Robert, nauwelijks volgend wat ze hem allemaal vertelde en alleen maar zichzelf afvragend of het wel verstandig was om met haar in zee te gaan.
En nu stond hij daar in kamer negenendertig van Motel Dexter zonder dat hij ook maar een flauw idee had wat hem te wachten stond, behalve dan dat hij er van uit ging dat Saskia hem zou gaan bespringen als een bronstige tijgerin.
‘Zo liefje, hier moet het dan maar beginnen,’ zei ze. ‘We moeten tenslotte vol aan de bak, willen we een goed verhaal maken, maar eerst maar even…’
Voordat Robert het wist trok ze wild aan zijn overhemd. De knoopjes sprongen als poffende popcorn in het rond, om vervolgens wild en ongecontroleerd en met een helder tikkend geluid te landen op de tegelvloer.
‘Daar gaat mijn moeder niet blij van worden…’ zei Robert en het beteuterde gezicht was eigenlijk aandoenlijk om te zien.
‘Wat zei je…?’ schreeuwde Saskia. ‘Wat gaat jouw moeder niet worden?’
‘Niet blij,’ antwoordde hij zonder ook maar enige aarzeling.
Alle passie, alle hartstocht, alle lust, het was in een keer verdwenen. Opgelost in het niets en dat allemaal door deze opmerking van Robert. Het was alsof hij een blusdeken over een brandende frituurpan had gegooid. Het vuur was volledig gedoofd. Hij had er alle zuurstof aan ontnomen.
‘Het is niet verkeerd bedoeld hoor,’ klonk het timide. ‘Mijn moeder is verder wel oké, maar ze heeft een bloedhekel aan het aannaaien van knopen. Vraag me niet waarom.’
Saskia keek hem aan en schudde haar hoofd.
‘Verdomme, je weet het wel te brengen. Tjeetje… wie komt er nou met zijn moeder op de proppen net als ik helemaal in de stemming ben?’
‘Ja, dat was misschien niet zo erg handig van me,’ antwoordde Robert en hij krabde zich op zijn wang.
Saskia draaide zich om en haalde haar vingers door haar lange haar.
‘Sorry hoor, ik dacht echt dat het drukkertjes waren… Maar goed, als dit de komende maand mijn voorland is, dan kan het nog gezellig worden. Enfin, het is nu even klaar. Hebben we nog wat te drinken of zo?’ Het klonk bijna verwijtend.
‘Ik geloof niet dat we voor deze kamerprijs ook nog een minibar tot onze beschikking hebben,’ merkte Robert droog op terwijl hij om zich heen keek.
‘Kun je niet even wat regelen? Ik heb het even nodig.’
Saskia leek een beetje uit haar doen. Ze stond wat verveeld naar een schilderijtje te kijken dat blijkbaar bedoeld was om de sobere kamer nog iets van sfeer te geven. Het was een tafereeltje van een paar koeien onder een boom. Eigenlijk was het niet veel meer dan een oubollig prentje.
‘Er was toch zo’n beroemde schilder, die van dit soort schilderstukjes maakte… hoe heet hij ook weer?’ vroeg ze, terwijl ze met haar vinger een pluisje stof van de rand veegde.
‘Potter…’ antwoordde Robert. ‘Maar dit zullen vast niet zijn koeien zijn. Tenminste dat lijkt me niet.’
Saskia haalde haar schouders op.
‘Nee, dat zal wel niet.’
‘Wat wil je drinken? Wat moet ik voor je meebrengen?’ vroeg Robert terwijl hij zijn overhemd probeerde te fatsoeneren.
‘Doe mij maar een flesje witte wijn. Droog als het kan. Waar wil je die eigenlijk vandaan halen?’
‘Ze zullen hier bij de receptie toch wel iets kunnen regelen, lijkt me.’
‘Succes ermee,’ wenste Saskia hem toe en ze schopte haar schoenen in de hoek.
‘Mijn voeten doen zeer van die stomme pumps. Heb ik altijd met nieuwe schoenen…’
-2-
‘Ik zal ze straks wel even masseren,’ beloofde Robert. ‘Je voeten bedoel ik.’
‘’Ja, dat snap ik. Vind je moeder dat wel oké?’
‘Alsjeblieft Saskia, doe me een lol. Nou tot zo, dan ga ik eerst maar even kijken of ik wat te drinken kan scoren.’
Robert liep de deur uit en Saskia zuchtte eens diep.
‘Verdomme Sas, wat heb je nu weer aan je fiets hangen. Een vent die met zijn moeder op de proppen komt als er per ongeluk een paar knoopjes van zijn shirt springen,’ mompelde ze.
Een kwartier later was Robert weer terug. Twee flessen droge witte wijn en een fles whisky rijker.
‘Zo, daar komen we de nacht wel mee door,’ zei hij met een zekere zelfingenomenheid.
‘Heb je ook glazen?’
‘Eh… nee. Staat hier niks?’
‘Plastic bekertjes op de badkamer. Dat is alles.’
‘Nou, dat is in elk geval iets,’ antwoordde Robert monter.
‘Ik drink wel uit de fles… Heb je wel een kurkentrekker of zoiets meegebracht?’ zuchtte Saskia.
‘Schroefdoppen.’
‘Dat valt dan weer mee.’
‘Je moet me niet onderschatten Saskia. Soms ben ik best wel eens slim, bijna geniaal. Tenminste, dat zegt mijn baas altijd. Nou ja, altijd is misschien ietwat overdreven.’
‘Wat zegt je baas?’ vroeg Saskia met een blik vol ongeloof.
‘Nou dat ik best wel goed ben. Soms. Niet altijd. Geniaal is misschien iets te veel gezegd.’
‘Robert Brown, dan wordt het de hoogste tijd dat je dat ook eens laat zien.’
‘Hoe bedoel je?’
Saskia zuchtte nog maar eens diep en ze schudde mismoedig haar hoofd.
‘Laat maar. Dat aanbod voor mijn voeten… geldt dat nog steeds?’
‘Zeker, ga maar liggen of wil je liever in die stoel zitten.’
Robert wees op de kleine bureaustoel die in de hoek van de kamer onder een kleine tafel was geschoven.
‘Op bed lijkt me handiger.’
‘Wat jij wilt.’
Saskia had inmiddels al een paar flinke slokken wijn genomen.
‘Smaakt best,’ zei ze en ze keek naar het etiket op de fles.
‘Chateau Maufaute Superieur, mooi plaatje. Daar zullen ze vast geen Motel Dexter in de buurt hebben.’
Robert masseerde met gevoel haar voeten. Een kwartier later was Saskia in een diepe slaap.
Hij keek naar haar en hij moest toegeven dat hij het eigenlijk wel verprutst had. Dat hij een geweldige kans had laten liggen. Hoeveel mannen zouden nu maar al te graag in zijn schoenen willen staan? Hij trok zo stil en voorzichtig mogelijk het dekbed over haar heen.
‘Nou ja, morgen weer een dag…’mompelde hij. ‘Nieuwe dag, nieuwe kansen.’
Hij kleedde zich uit en ging voorzichtig naast Saskia liggen. Ze kreunde zacht, maar ze sliep wel rustig door. Robert maakte het licht uit en hij draaide zich op zijn andere zij.
Het was al bijna licht toen Saskia wakker werd.
‘Shit, wat doe jij hier…?’ vroeg ze enigszins geschrokken en ze gaf Robert een por in zijn zij.
‘Uh…hoezo? Hoe bedoel je?’ antwoordde hij slaperig.
‘Nou zoals ik het zeg.’
‘Ik moet toch ergens liggen of niet soms?’
‘Moet dat dan uitgerekend naast mij?’
‘Jezus mina, wat ben jij opeens eenkennig. Gisterenavond verkracht je me zo ongeveer en nou maak je een hoop poeha omdat ik gewoon maar naast je lig. Ik kan je verzekeren dat ik ben nergens aan heb gezeten en bovendien heb ik netjes met mijn handjes boven het dekbed geslapen. Dus er is geen enkele reden voor paniek of opwinding.’
-3-
‘Het zal wel…’
‘We kunnen ons beter eens af gaan vragen hoe we de komende maand in gaan vullen. Wat het plan wordt. We kunnen toch moeilijk een hele maand op deze manier elkaar bezig blijven houden. Dan wordt het helemaal niks met ons avontuur.’
‘Mee eens, maar eerst eens wat te eten scoren, anders kan ik niet denken,’ pruttelde Saskia.
‘Zeker mevrouw… U wenst?’ antwoordde Robert en hij maakte daarbij een diepe buiging.