4- Discipline en vrijheid  

 

 

E

n dan komt het erop aan. Dat verdraaide begin van een boek of beter van een verhaal moet er komen… De eenmaal ingeslagen weg is niet onherroepelijk, dus dat betekent dat er nog wel een weg terug is, maar die gaat wel rechtstreeks naar AF. En je ontvangt niet zoals bij Monopolie, € 200, --. Nee, het is min of meer verspilde energie.( En dat klinkt tegenwoordig sowieso niet al te positief). 

 

Zo’n dwaling, dat is de grote valkuil als je de verhaallijn niet op orde hebt. Er valt niet veel te moeten aan schrijven, maar het is wel een “must” om te bepalen waar het einde van het verhaal ligt of beter waar en vooral hoe het avontuur zal gaan eindigen. In mijn beleving is het niet handig om een gat te graven zonder dat vooraf het doel en daarmee dus de afmetingen en de diepte zijn vastgelegd. Al dan niet in grote lijn, of in een grove schets.

  

Toen ik aan An Ciorcal Dúnta begon, ging ik er aanvankelijk vanuit dat dit één verhaal zou gaan worden, één afgerond avontuur, beschreven en gevat in één deel. Dat ik er daarna nog twee delen aan heb toegevoegd is vooral dankzij “lichte pressie door derden”. Men vond dat het verhaal dat verdiende en het zorgde bij mij voor de benodigde inspiratie. En zo werd het een trilogie. Dus hieruit blijkt ook, uiteindelijk is niets zeker, behalve dan ons eigen einde. Enfin, An Ciorcal Dúnta is nu compleet. Tenminste, dat vinden die enkelingen die het hele verhaal kennen (en ik ook).

 

En misschien is dat ook wel zo. Hoewel… ik vind dat er voor de lezer altijd nog iets te fantaseren moet blijven. Het is voor een schrijver ( zeker voor eentje zoals ik) een uitdaging om de lezer het idee te geven dat een verhaal klaar is, en dat er tevens toch nog een klein kiertje open blijft voor de vraag “hoe zou het verder verlopen”. Dat vind ik eigenlijk de mooiste uitdaging. 

 

Terug naar het begin. Zoals gezegd, voordat er kan worden begonnen moet er een verhaallijn zijn met een begin en een eind. Daartussen mag het een “free zone” zijn, zo sta ik erin. De grote kunst is om de discipline te kunnen opbrengen om de verhaallijn goed in het oog te blijven houden, want hiermee bepaal je de richting, en is de kans dat je verdwaalt in een mistig moeras van niet ter zaken doende feiten of gebeurtenissen aanzienlijk beperkt. Als de hoofdpersoon niet van honden houdt, moet je dat ook volhouden tot het bittere eind of je moet ergens beschrijven waarom deze situatie zich heeft gewijzigd, want het moet wel blijven kloppen. En dat vraagt concentratie en vooral de discipline om te blijven checken, want er zijn grote valkuilen. Een van die valkuilen is tijd. Een zwangerschap duurt tussen minimaal 36 en 40 weken. Een te vroeg geboren kindje geeft een andere beleving als een stipte baby. Bovendien is het tijdstip van de verwekking door de lezer te beredeneren. Dus rond die fase moet er in het verhaal wel een relatie zijn te leggen met de voorwaarden van de ontstane zwangerschap. Gebruikte feiten moeten kloppen. Niemand raakt zomaar opeens zwanger. (al wil men dat soms doen geloven). 

 

 Ander voorbeeld, het einde van de Tweede Wereldoorlog kent voor iedere “deelnemer” een andere einddatum, en de afstand van Amsterdam naar Maastricht staat vast. Zowel in kilometers als in (reis)tijd. Die feiten moeten kloppen, dus als de prompte kennis niet voorhanden is, moet er worden gecheckt. Een schrijver mag het risico niet nemen hetgeen hij schrijft, in twijfel kan worden getrokken. Het feitelijke avontuur blijft zijn vrijheid, maar het decor moet absoluut aan de diverse voorwaarden voldoen. Dus… een appel is en appel, en een peer een peer. Dag is dag, en nacht is nacht, tenzij… de appel zelf onderdeel is van het avontuur. Want dan kan die appel zomaar opeens een vliegende paarse appel worden met in het klokhuis kleine kaboutertjes, die op weg zijn naar de planeet Hermanus, waar hun oom Paulio een wegrestaurant voor vliegende zwammen exploiteert.

  

Soms vraag ik me wel af wat er eigenlijk leuk aan schrijven is. Het antwoord hierop is snel gegeven. Naast de onvoorwaardelijke discipline die hier voor nodig is, geeft het schrijven ook een enorme vrijheid. Het masseert je hersenen en het prikkelt je fantasie. En dat maakt het zo leuk, althans voor mij. (Ik hou het op mijn persoonlijke ervaringen, want ik kan me voorstellen dat het voor anderen wat anders ligt. Zeker als je hiervan moet leven). 

 

Maar nu terug naar waar het allemaal om begonnen is. Grace begint haar verhaal in Amsterdam. Ze gaat haar verhaal zelf vertellen. Dus Grace is de “ik-figuur”  Ik ben de schrijver, zij de verteller. Ik bepaal wat ze gaat vertellen, maar ik zal er rekening mee moeten houden dat Grace een jonge vrouw is van net twintig. Ik moet dus schrijven op de manier waarop een jonge vrouw denkt en het tijdsbeeld moet daarbij ook nog kloppen. Als je het over valkuilen hebt…

 

Kortom, de uitdaging is helder, de verhaallijn nog niet helemaal. Maar dat gaat zeker goed komen

 

 wordt vervolgd